Op 16 december 2014 heeft de Noordelijke Fraudekamer van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen vier verdachten in het onderzoek "SIJS". De hoofdverdachten, aangeduid als verdachte 1 en 2, zijn veroordeeld voor meermalen gepleegde oplichting, belastingfraude, faillissementsfraude en deelname aan een criminele organisatie. De medeverdachten, verdachte 3 en 4, zijn veroordeeld voor medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. Verdachte 3, werkzaam bij een bouwbedrijf, heeft een aanzienlijk aantal valse facturen opgemaakt, wat resulteerde in een onterecht uitbetaald bedrag van meer dan € 378.000,-- aan derden. Hoewel niet bewezen is dat hij persoonlijk voordeel heeft genoten, speelde hij een cruciale rol in deze frauduleuze constructie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte 3, samen met anderen, opzettelijk valse documenten heeft opgemaakt en daarmee zijn werkgever heeft opgelicht. De rechtbank overweegt dat de verdachte zich bewust was van de onjuistheid van de facturen en desondanks heeft gehandeld. De vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk en een werkstraf eiste, werd door de rechtbank niet voldoende geacht. De rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend was, gezien de ernst van de feiten en de omvang van de benadeling.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan medeplegen van oplichting en heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van de straf geregeld, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht.