Uitspraak
Tenlastelegging
De voorvragen
Bewijsvraag
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafoplegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
10 maanden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettelijk gezag. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. S.S. Ilahi, werd beschuldigd van het onttrekken van zijn zoon aan de moeder, die het wettelijk gezag over het kind had. De tenlastelegging betrof de periode van 2 september 2006 tot en met 18 december 2006, waarin de verdachte niet zorgde voor de opheffing van een uitreisverbod dat door een Syrische rechter was opgelegd. De rechtbank heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd, ondanks het verweer van de verdediging dat de feiten zich in Syrië hadden afgespeeld en dat er geen sprake was van dubbele strafbaarheid. De rechtbank oordeelde dat de Nederlandse strafwet van toepassing was, omdat de gevolgen van de daden van de verdachte ook in Nederland merkbaar waren.
Tijdens de zittingen zijn verschillende getuigenverklaringen en processtukken in het dossier besproken, waaronder aangiften van de moeder van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn detentie in Nederland, niet heeft geprobeerd het uitreisverbod op te heffen en dat hij bewust het gezag van de moeder heeft genegeerd. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging verworpen en het ten laste gelegde bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden, met een proeftijd van twee jaar, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van het feit en de impact op de moeder en het kind. De uitspraak benadrukt het belang van het wettelijk gezag en de verantwoordelijkheden van ouders in dergelijke situaties.