ECLI:NL:RBNNE:2014:6216
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme
- S. Timmermans
- J.N.M. Blom
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor meermalen schennis van de eerbaarheid
Op 8 december 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een man veroordeeld voor het meermalen plegen van schennis van de eerbaarheid. De verdachte, die tussen 1 oktober 2010 en 24 januari 2014 in [geboorteplaats] zich oneerbaar heeft gedragen op een openbare plaats, werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaar en reclasseringstoezicht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het feit dat hij zich met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden in het openbaar, wat als aanstootgevend werd ervaren door de slachtoffers. Tijdens de zitting op 24 november 2014 heeft de verdachte erkend dat hij zich in een periode van ongeveer 4 jaar, in de winterperiode, ongeveer 35 keer schuldig heeft gemaakt aan dit gedrag, hoewel slechts drie vrouwen aangifte hebben gedaan.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het bewezen feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte heeft aangegeven dat zijn gedrag voortkwam uit frustratie en stress, en hij volgt momenteel een behandeling bij de AFP. De reclassering heeft geadviseerd om toezicht op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en het voortzetten van de behandeling. De rechtbank heeft besloten dat, gezien het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest en de schade heeft vergoed, een voorwaardelijke werkstraf met bijzondere voorwaarden voldoende is.
De uitspraak van de rechtbank bevatte ook voorwaarden voor de verdachte, waaronder het melden bij de reclassering en het meewerken aan huisbezoeken. De rechtbank heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard, de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, en hem vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op 8 december 2014.