ECLI:NL:RBNNE:2014:6213
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel
Op 3 december 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 17/880280-12. Deze uitspraak betreft de tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) die eerder was opgelegd aan de veroordeelde. De ISD-maatregel was opgelegd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 maart 2013 voor de duur van twee jaren. De raadsman van de veroordeelde, mr. M.W.J.M. van der Meer, heeft op 12 augustus 2014 verzocht om beëindiging van de ISD-maatregel, stellende dat er geen behandeling heeft plaatsgevonden en dat er geen recidivegevaar is, waardoor voortzetting van de maatregel niet langer noodzakelijk zou zijn.
De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de beschikbare stukken, waaronder een rapport van 17 november 2014 van een deskundige, die betrokken was bij de tussentijdse toetsing. Tijdens de zitting op 19 november 2014 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, de raadsman en de deskundige gehoord. De raadsman voerde aan dat de veroordeelde niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het niet plaatsvinden van de behandeling, terwijl de officier van justitie concludeerde dat de maatregel moest worden voortgezet, gezien de eerdere behandelingspogingen en incidenten die zich hebben voorgedaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende pogingen zijn gedaan om behandeling op te starten, maar dat de veroordeelde hieraan niet heeft meegewerkt. De rechtbank concludeert dat opheffing van de ISD-maatregel op dit moment zou leiden tot onveiligheid en overlast in het publieke domein. Daarom heeft de rechtbank besloten dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is en heeft het verzoek tot beëindiging van de maatregel afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.