ECLI:NL:RBNNE:2014:5872

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2014
Publicatiedatum
27 november 2014
Zaaknummer
720185-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraken en diefstal van voertuigen met DNA-bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere woninginbraken en diefstal van voertuigen. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van inbraken in woningen in de gemeenten Kollumerland Ca en Dantumadiel, waarbij in drie gevallen ook de auto van de aangever werd weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data, waaronder 29 juni, 2 juli, 30 juli en 12 augustus 2014, inbreuken heeft gepleegd door middel van braak en inklimming. De verdachte is op 7 juli 2014 aangehouden terwijl hij in een gestolen auto reed, en er zijn DNA-sporen aangetroffen die overeenkwamen met het DNA-profiel van de verdachte, wat leidde tot een DNA-match. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarbij rekening is gehouden met zijn eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd verplicht tot schadevergoeding aan de slachtoffers van de inbraken. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die niet alleen materiële schade hebben geleden, maar ook gevoelens van onveiligheid hebben ervaren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720185-14
ad informandum gevoegd parketnummer 18/720185-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 november 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 november 2014.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K. Kok, advocaat te Zwolle.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. O.F. Brouwer.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 juni 2014 te [pleegplaats 1], althans in de gemeente
Kollumerland Ca, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning gelegen aan/nabij de [pleegadres 1] heeft weggenomen een telefoon,
merk Samsung Gt19100 S2 en/of een tablet merk Samsung P6050 wifi 4g, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 02 juli 2014 te en in de gemeente [pleegplaats 2] met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
- in/uit een woning gelegen aan/nabij de [pleegadres 2] heeft weggenomen
een telefoon, merk Samsung en/of een autosleutel, behorende bij Opel Astra
([kenteken 1]) en/of een bankpas en/of een autosleutel en/of een zonnebril in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming
en/of
- heeft weggenomen een auto (merk Opel Astra met kenteken [kenteken 1]) in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van een valse sleutel;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 02 juli 2014 in de gemeente [plaats],
althans in Nederland, een auto, merk Opel Astra kenteken [kenteken 1]
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 30 juli 2014 te en in de gemeente [pleegplaats 3] met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening
- in/uit een woning gelegen aan/nabij de [pleegadres 3] heeft weggenomen een
geldbedrag en/of autosleutel behorende bij een Alfa Romeo kenteken [kenteken 2], in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
en/of
- heeft weggenomen een auto, merk Alfa Romeo Mito kenteken [kenteken 2] in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
4.
hij in of omstreeks de periode van 12 augustus 2014 tot en met 13 augustus
2014 te [pleegplaats 4], althans in de gemeente Dantumadiel, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening
- in/uit een woning aan/nabij de [pleegadres 4] heeft weggenomen een autosleutel
behorende bij een Renault Clio met kenteken [kenteken 3], in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats
des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
en/of
- heeft weggenomen een auto, merk Renault Clio met kenteken [kenteken 3], in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 15 augustus 2014 in de gemeente [plaats 1],
althans in Nederland, een auto, merk Renault Clio (kenteken [kenteken 3])
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto /of iPhone
en/of horloge wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij in of omstreeks de periode van 12 augustus 2014 tot en met 13 augustus
2014 te [pleegplaats 4], althans in de gemeente Dantumadiel, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit woning gelegen aan/nabij de [pleegadres 5]
heeft weggenomen een Iphone 3 GS en/of een geldbedrag en/of een horloge merk
OOZOO, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 15 augustus 2014 te [plaats 1],
althans in Nederland, horloge merk OOZOO en/of een Iphone 3 GS
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat horloge en/of
iPhone wist, althans rederlijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1, 2 primair, 3, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest;
- toewijzing van de vordering van de[benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2] en [slachtoffer 2];
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ten aanzien van voornoemde benadeelde partijen.

Beoordeling van het bewijs

Met betrekking tot het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft de raadsman opgemerkt dat blijkens het dossier sprake zou zijn van een DNA-match tussen het profiel dat verkregen is naar aanleiding van sporenonderzoek op de plaats delict en een profiel dat verkregen is uit de Finse DNA-databank, welk profiel afkomstig is van verdachte. De raadsman merkt op dat de in de stukken genoemde Finse codes behorend bij de beide profielen niet overeenstemmen, zodat niet gesteld kan worden dat er sprake is van een DNA-match tussen het aangetroffen spoor en verdachte.
De rechtbank constateert dat het door de raadsman bedoelde stuk, waar een Finse code behorend bij een DNA-profiel wordt genoemd die in één cijfer afwijkt van de Finse code die in een ander stuk wordt genoemd, een brief betreft die als onderwerp heeft "match met buitenlands DNA-profiel". Deze brief houdt enkel een kennisgeving in aan de forensisch officier van justitie van deze match. Het betreft geen stuk dat als bewijs van de DNA-match dient en bevindt zich kennelijk ter informatie in het dossier. In de stukken die wel als bewijs voor de DNA-match dienen, staan met elkaar overeenstemmende (Nederlandse) codes. De rechtbank heeft dan ook geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de vastgestelde DNA-match en verwerpt het verweer van de raadsman.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Verdachte heeft ter terechtzitting van 13 november 2014 -zakelijk weergegeven- onder meer verklaard:
Ik erken dat ik op 30 juli 2014, om 08:14 uur aan de A28 ter hoogte van [plaats 2] heb getankt zonder te betalen. Ik reed toen in een Opel Astra met kenteken [kenteken 1]. Deze auto bleek van diefstal afkomstig te zijn.
Op 3 augustus 2014 ben ik door de politie aangehouden, ik reed toen in een Alfa Romeo met kenteken [kenteken 2]. Deze auto bleek van diefstal afkomstig te zijn.
Op 15 augustus 2014 ben ik door de politie aangehouden, ik reed toen in een Renault Clio met kenteken [kenteken 3]. Deze auto bleek van diefstal afkomstig te zijn.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer Z-14-261-DEFPV-JUS-V001-01, gesloten op 10 oktober 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02BB-2014069352-1, d.d. 29 juni 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] (blz 118):
Plaats delict : [pleegadres 1], [pleegplaats 1], binnen de gemeente Kollumerland Ca
Op zondag 29 juni 2014, omstreeks 01.00 uur ben ik naar bed op de eerste verdieping
gegaan om te gaan slapen. Ik heb de woning door middel van slot en sleutel
afgesloten.
Op zondag 29 juni 2014, omstreeks 07.15 uur ben ik opgestaan en ben naar beneden
gelopen. Toen ik in de woonkamer kwam zag ik dat het vliegengaas wat voor een
bovenlicht in de woonkamer zat geplakt naar beneden hing. Tevens zag ik dat het
raamboompje aan het raam naar beneden bungelde. Toen ik om mij heen keek zag ik dat
vanaf het kastje de mobiele telefoon en tablet waren weggenomen. Beide toestellen
lagen hier aan de stroom. Men had zich dus via het bovenlicht de toegang tot mijn
woning verkregen door de raamboompjes los te schroeven.
Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
Bijlage goederen
Object : Telefoon
Merkt/type : Samsung Gt19100 S2
Object : Tablet
Merk/type : Samsung P6050 Wifi+4g
2.2.
Een ambtsedig proces-verbaal sporenonderzoek, nummer PLO2N3-2014069352-4, d.d. 29 juni 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant (blz 121):

Onderzoekslocatie

Het onderzoek is verricht in een woning aan de [pleegadres 1], [pleegplaats 1],
binnen de gemeente Kollumerland Ca,

Onderzoek plaats delict

Op de ruit van het inklimraam heb ik een vettige vlek aangetroffen en veiliggesteld
(SIN AAGP5796NL)

Biologisch spoor

Spoornummer : PL02N3-2014069352-90664
SIN : AAGP5796NL
2.3.
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie, zaaknummer 2014.07.28.087, d.d. 20 augustus 2014, deel uitmakend van voornoemd proces-verbaal, opgemaakt door een NFI-deskundige en forensisch onderzoeker, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn verklaring (blz 123):

DNA-onderzoek

Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
AAGP5796NL#01 bemonstering (vettige vlek op de binnenzijde van inklimraam)
SIN AAGP5796NL#01
Beschrijving DNA-profiel Onvolledig DNA-profiel van een man
Matchkans DNA-profiel Kleiner dan 1 op 1 miljard

DNA-databank

Over het resultaat van de vergelijkingen in een aantal buitenlandse DNA-databanken in het
kader van het verdrag van Prüm is afzonderlijk gerapporteerd.
Bijlage bij NFI-zaaknummer 2014.07.28.087
Overzicht van de matchende DNA-profielen die bij het NFI zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 29553.
De DNA-profielen in DNA-profielcluster 29553 matchen met één of meer DNA-profielen in één of meer buitenlandse DNA-databanken.
Land: Finland Profieltype: Persoon
NFI-zaaknummer 2014.07.28.087
Omschrijving onderzoeksmateriaal Bemonstering van een vetvlek op een raam
DNA-identiteitszegel AAGP5796NL#01
2.4.
Een schriftelijk stuk afkomstig van "Poliisi National Bureau of Investigation, Prüm answer, d.d. 16 september 2014, deel uit makend van voornoemd proces-verbaal, opgemaakt door "Detective Sergeant", voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn verklaring (blz 128):
Subject: Prüm Crime Stain hit against Person Profile Hit,
Finnish Reference 13-0281 1A-Ol <-> Dutch Reference AAGP5796NL#01.
Please find below the persons information behind the Finnish DNA reference;
- Surname: [verdachte]
- First name: [verdachte]
- Date of birth: [geboortedatum]
- Place of birth: [geboorteplaats]
2.5.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0900-2014176255-1, d.d. 2 juli 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 2] (blz 164):
Plaats delict : [pleegadres 2], [pleegplaats 2]
Ik vermoed dat het feit gepleegd is op woensdag 2 juli 2014, tussen 02:00 uur en 07:30 uur. Op woensdag 2 juli 2014, omstreeks 02:00 uur ben ik naar bed gegaan. Ik heb toen gezien dat de woning nog onbeschadigd was en dat de goederen nog aanwezig waren. Op woensdag 2 juli om omstreeks 07:30 uur kwam ik beneden. Ik zag toen dat een bovenlicht, een raam aan de achterzijde, dat daar het uitzetboompje van vernield was. Ook zag ik de achterdeur open staan.
Weggenomen goederen:
Bankpas
Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
De auto van mijn vrouw, de Opel Astra is ook weggenomen.

Bijlage goederen

Object : Sleutel
Merk/type : Opel
Bijzonderheden : Autosleutel behorende bij [kenteken 1]
Object : Sleutel
Object : Telefoon
Merk/type : Samsung
Bijzonderheden : [Imeinummer 1]
Object : Simkaart
Bijzonderheden : [telefoonnummer 1], [simkaartnummer]
Object : Sleutel
Object : Bril (zonne)
2.6.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0617-2014092342-9, d.d. 8 juli 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten (blz 179):
Op maandag 7 juli 2014 omstreeks 20:40 uur hebben wij verbalisanten aan de [adres] te [plaats] verdachte [verdachte] geboren op [geboortedatum] aangehouden terzake heling van een gestolen gesignaleerd voertuig. Verdachte verplaatste zich in een voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 1]. Dit voertuig betrof een grijze Opel Astra Sports tourer.
Ik verbalisant zag achter de stoel van de bestuurder van het voertuig met het kenteken [kenteken 1] een plastic tas liggen. Ik zag dat deze plastic tas een tas van winkelketen H&M was. Ik zag dat in deze tas een paar groene handschoenen van het merk Gardena lagen.
Ik zag dat er in deze tas een schroevendraaier van het merk Stanley lag.
Wij verbalisten, namen de plastic tas met inhoud in beslag.
Wij verbalisanten hoorden dat de verdachte in de Engelse taal aan ons vroeg of hij zijn telefoon mocht pakken. Wij verbalisanten, vroegen aan de verdachte waar de telefoon lag. Hij wees ons vervolgens op de middenconsole van het voertuig. Hierop heeft verbalisant de telefoon uit de middenconsole gehaald. Hierop namen wij de telefoon in beslag en hebben wij dit medegedeeld aan de verdachte.
2.7.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0900-2014183594-12, d.d. 27 augustus 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant (blz 219):
Woninginbraak en diefstal auto [pleegadres 2] 13 te [pleegplaats 2]:
Op woensdag 2 juli 2014, tussen 02.00 uur en 07.30 uur, vond er een inbraak plaats in de woning aan de [pleegadres 2] te [pleegplaats 2]. Hierbij werden onder andere een personenauto, een grijze Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 1] en een GSM van aangever [slachtoffer 2] weggenomen.
Gestolen GSM aangever [slachtoffer 2]:
De tijdens de inbraak weggenomen mobiele telefoon van aangever [slachtoffer 2] betreft een Samsung met [Imeinummer 1]. Het telefoonnummer behorende bij de simkaart in deze GSM betreft [telefoonnummer 1].
Aanhouding verdachte [verdachte]:
Op maandag 7 juli 2014, te 20.40 uur, werd verdachte [verdachte] aangehouden. Hij reed op dat moment in de gestolen grijze Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 1].
GSM verdachte [verdachte]:
Verdachte [verdachte] bleek ten tijde van zijn aanhouding in het bezit te zijn van een mobiele
telefoon, merk Sony Ericsson. Het imeinummer van deze telefoon bleek te zijn [Imeinummer 2].
Na bevraging bleek het telefoonnummer [telefoonnummer 2] te zijn gekoppeld aan deze simkaart.
Verdachte [verdachte] verklaarde dat deze telefoon zijn eigendom was en dat hij deze enige tijd geleden tweedehands had gekocht.
Telecomgegevens:
Op maandag 11 augustus 2014 werden er op vordering historische printgegevens opgevraagd van het IMEI-nummer van de telefoon van verdachte [verdachte] en het IMEI-nummer van de weggenomen GSM van aangever [slachtoffer 2].
Simkaart van verdachte [verdachte] in GSM van aangever [slachtoffer 2]:
Op woensdag 2 juli 2014, te 06:10:34 uur, straalt de telefoon van aangever [slachtoffer 2] een zendmast aan, lokatie A50 knooppunt Beekbergen, 7326 KE Apeldoorn. Er wordt op dat moment voor de duur van 80 seconden gebeld naar het nummer 1244.
Te zien is dat op dat moment de simkaart van aangever [slachtoffer 2] niet meer in de telefoon zit, maar
een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 2]. Dit betreft het telefoonnummer wat behoort tot de simkaart die in de telefoon (met [Imeinummer 2]) van verdachte [verdachte] zat tijdens zijn aanhouding op woensdag 7 juli 2014.
2.8.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL01MF-2014082957-1, d.d. 30 juli 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 4] (blz 253):
Plaats delict : [pleegadres 3], [pleegplaats 3]
Op woensdag 30 juli 2014 omstreeks 00:15 uur gingen wij op bed en lieten alles in
goede orde achter in en rondom onze woning.
Op woensdag 30 juli 2014, omstreeks 09:30 uur, zag ik mijn portemonnee in de bloembak
liggen die buiten voor liet huis staat op ongeveer 1 a 1.5 meter afstand van onze woning. Deze bloembak had gister nog water gehad, dus ik weet zeker dat mijn portemonnee hier gister nog niet in lag. Ik pakte de portemonnee en zag dat er geld
was verdwenen uit de portemonnee. Er zaten een briefje van 10 en 5 euro in en ongeveer
4 euro aan kleingeld.
Ook zag ik dat het uitzetraam rechts van de voordeur, geopend was naar buiten. Ik zag
dat de bevestiging van de uitzetarm geen schroefjes meer had.
Tevens bleek onze auto en de autosleutel verdwenen. Onze auto, een zwarte Alfa Romeo
Mito, voorzien van kenteken [kenteken 2], stond geparkeerd voor onze woning op eigen
terrein.
2.9.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL01MF-2014082957-22, d.d. 12 augustus 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten (blz 274):
Uit nader onderzoek bleek dat de verdachte [verdachte] als bestuurder van de gestolen personenauto, merk Alfa Romeo, Type Mito, voorzien van kenteken [kenteken 2], afgelopen zondag 3 augustus 2014 in de genoemde personenauto is aangehouden te [plaats 3].
Op 9 augustus 2014 heb ik contact gehad met de eigenaar van de auto gestolen auto, [eigenaar] uit [pleegplaats 3]. Er lagen nog spullen in de auto die niet afkomstig waren van Homan, namelijk dunne witte handschoenen, een zaklantaarntje en een rol tape. Dit lag bij de reserveband achterin de kofferbak.
De auto is 5 dagen weggeweest. Er blijkt dik 5000 kilometer mee gereden te zijn.
De aangeefster [slachtoffer 4] is de vriendin c.q. de vrouw van genoemde [eigenaar].
2.10.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02BB-2014088912-l , d.d. 14 augustus 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 5] (blz 342):
Ik doe aangifte van diefstal van mijn personenauto. Dit betreft een blauwe Renault
Clio 1.4 voorzien van kenteken [kenteken 3].
Op dinsdag 12 augustus 2014, omstreeks 22:45 uur, kwam mijn vriendin, [persoon 1],
thuis met mijn auto. Deze had zij die avond gebruikt. Ik woon aan de [pleegadres 4] in [pleegplaats 4]. Zij heeft het voertuig voor de woning op een parkeerplaats gezet. Het voertuig was niet afgesloten.
Op woensdag 13 augustus 2014, omstreeks 7:00 uur, wilde [persoon 1] mijn auto meenemen naar haar werk. Ik lag zelf nog op bed. Ik was al wel wakker. Kort nadat zij weg was gegaan kwam ze terug de woning in. Ik hoorde haar zeggen dat mijn voertuig is weggenomen.
Ik vermoed dat afgelopen dinsdag, 12 augustus, de achterdeur van de woning niet was afgesloten. Ik mis de sleutels van mijn voertuig. Deze lagen beneden in de keuken.
2.11.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02AD-2014088472-1, d.d. 13 augustus 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 6] (blz 346):
Gisteravond, op 12 augustus 2014, omstreeks 23.00 uur ben ik naar bed gegaan. Mijn
partner is toen ook gaan slapen.
Vanmorgen, op 13 augustus 2014, omstreeks 07.30 uur, ontdekte ik dat mijn twee
portemonnees uit mijn schoudertas waren gehaald en dat mijn telefoon en horloge van
de salontafel waren weggenomen.
Ik zag vanmorgen dat het bovenlichtraampje, boven het grote ruit aan de zijkant van
de woonkamer, open stond en dat de hendel van dit raam van het kozijn was geschroefd.
Ik zag dat er een schoenafdrukken op het kozijn stonden en ook op de bank die tegen
het grote raam aan de zijkant van de woning staat. Ik vermoed dus dat men via dit
raam naar binnen is gegaan.
Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.

Bijlage goederen

Object : Telefoon
Merk/type : iPhone 3 GS
Serienummer :[nummer]
Categorie omschrijving : Geld
Aantal/eenheid : 55 euro
Object : Horloge
Merk/type : Oozoo
2.12.
Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL02IA-2014088912-7, d.d. 17 augustus 2014, opgemaakt door de hulpofficier van justitie, als zijn verklaring (blz 20):
Object : Smartphone
Merk/type : Apple iPhone
Teruggeven aan rechthebbende [slachtoffer 6].
2.13.
Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL02IA-2014088912-8, d.d. 17 augustus 2014, opgemaakt door de hulpofficier van justitie, als zijn verklaring (blz 21):
Omstandigheden : Goed werd in het voertuig van verdachte [verdachte] aangetroffen en is weggenomen bij een woninginbraak.
Object : Horloge
Merk/type : Oozoo
Teruggeven aan rechthebbende [slachtoffer 6].
2.14.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02JS-2014088912-12, d.d. 17 augustus 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte (blz 375):
O: De auto waar jij in reed is weggenomen bij een woninginbraak te Veenwouden in de nacht van 12 op 13 augustus 2014.
O: In de kofferbak, onder het zeil bij de reserveband, zijn twee schroevendraaiers aangetroffen.
2.15.
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer Zaak 14-261, d.d. 2 oktober 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant (blz 85):
Op 12 augustus 2014 vond een woninginbraak plaats op het adres de [pleegadres 5] te [pleegplaats 4]. Bij deze woninginbraak bleek een iPhone met het imeinummer
[nummer] te zijn gestolen.
Naar aanleiding hiervan werden door het woninginbrakenteam de historische gegevens
opgevraagd van het imeinummer[nummer].
Uit deze opgevraagde gegevens kwam naar voren dat het telefoontoestel met genoemd
imeinummer na de inbraak in gebruik is geweest door het telefoonnummer [telefoonnummer 3].
Op 15 augustus 2014 werd de verdachte [verdachte], geboren [geboortedatum],
in korte tijd voor de derde keer aangehouden. Bij de aanhouding maakte [verdachte]
gebruik van de gestolen blauwe Renault Clio met kenteken [kenteken 3]. Deze auto bleek te
zijn gestolen bij een woninginbraak op het adres de [pleegadres 4] 12 te [pleegplaats 4] in de
nacht van 12 op 13 augustus 2014.
Verder werd bij de aanhouding van de verdachte een iPhone met het imeinummer
[nummer] aangetroffen. Deze telefoon bleek afkomstig te zijn van de
woninginbraak op het adres [pleegadres 5] te [pleegplaats 4] op 12 augustus 2014.
Inmiddels was bekend dat dit imeinummer na bovengenoemde inbraak gebruikt werd door
het telefoonnummer [telefoonnummer 3].
Op 29 juni 2014 tussen 01:00 en 07:15 uur vond een woninginbraak plaats op het adres
[pleegadres 1] te [pleegplaats 1]. Bij deze inbraak werd onder andere een telefoontoestel met [Imeinummer 3] weggenomen.
Na de inbraak om 07:38 uur is er vanaf het gestolen telefoontoestel met imeinummer
[Imeinummer 3] en telefoonnummer [telefoonnummer 4] (van de aangever) nog een uitgaand gesprek van 4 seconden geweest met het [telefoonnummer 5].
Om 07:39 uur komt er bij het gestolen telefoontoestel met [Imeinummer 3] en telefoonnummer [telefoonnummer 4] nog een sms binnen van het telefoonnummer 1233.
Beide contacten zijn op tijdstippen na de delictsperiode en beide keren wordt de mast 152016698 Hereweg 120 te 9725AK Groningen aangestraald.
Uit het onderzoek is inmiddels bekend geworden dat het [telefoonnummer 5]
behoort bij de zuster van de verdachte [verdachte].
Dit telefoonnummer werd in het adressenboekje van [verdachte] aangetroffen.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 3] heeft in de periode 13 augustus 2014 07:40 uur tot en met
15 augustus 2014 23:54 uur gebruik gemaakt van het gestolen telefoontoestel met imeinummer[nummer]. Dit telefoontoestel, merk iPhone, met imeinummer[nummer] bleek tussen 12 augustus 2014 23:00 uur en 13 augustus 2014 08:00 uur te zijn weggenomen bij een woninginbraak op het adres [pleegadres 5] te [pleegplaats 4].
De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat de plaats [pleegplaats 1] is gelegen in de gemeente Kollumerland Ca, dat de plaats [pleegplaats 2] is gelegen in de gemeente [pleegplaats 2], dat de plaats [pleegplaats 3] is gelegen in de gemeente [pleegplaats 3] en dat de plaats [pleegplaats 4] is gelegen in de gemeente Dantumadiel.

Bewijsoverweging

De rechtbank stelt op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte in de periode van 7 juli 2014 tot en met 15 augustus 2014 tot drie maal toe is aangehouden terwijl hij reed in drie verschillende auto's die kort daarvoor waren buitgemaakt bij woninginbraken zoals ten laste gelegd onder 2 primair, 3 en 4 primair. In twee van de drie auto's waarin verdachte werd aangehouden, werden goederen aangetroffen die als inbrekerswerktuig aangemerkt kunnen worden. Met name de aangetroffen schroevendraaiers passen bij de modus operandi zoals die uit de aangiftes blijkt en die overeenstemmend is voor de feiten waar sprake is van braak en inklimming. Voorts was verdachte in het bezit van bij feit 5 buitgemaakte goederen. Uit onderzoek naar de historische gegevens van bij de feiten 1, 2 primair en 5 primair gestolen telefoons is gebleken dat verdachte reeds in de vroege ochtend, dus kort nadat deze feiten waren gepleegd, gebruik had gemaakt van deze gestolen telefoons. Ten slotte heeft verdachte erkend dat hij met de bij feit 3 gestolen auto heeft getankt zonder te betalen, hetgeen eveneens plaatsvond in de vroege ochtend, kort nadat de inbraak was gepleegd.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit is er naast het bezit van de gestolen auto en het gebruik van de gestolen telefoon, eveneens sprake van een DNA-match tussen een op de plaats delict aangetroffen spoor met een in de Finse DNA-databank opgenomen DNA-profiel van verdachte.
Verdachte heeft alle aan hem ten laste gelegde feiten, op de ad informandum gevoegde feiten na, ontkend. Hij heeft een wisselende en niet-gedetailleerde verklaring afgelegd voor het bezit van de gestolen goederen, die in het licht van bovengenoemde bewijsmiddelen als onaannemelijk moet worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de opgesomde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, de onder 1, 2 primair, 3, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 primair, 3, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 29 juni 2014 te [pleegplaats 1], in de gemeente Kollumerland Ca, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [pleegadres 1] heeft weggenomen een telefoon, merk Samsung Gt19100 S2 en een tablet merk Samsung P6050 wifi 4g, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2. primair
hij op 2 juli 2014 te en in de gemeente [pleegplaats 2] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
- uit een woning gelegen aan de [pleegadres 2] heeft weggenomen een telefoon, merk Samsung en een autosleutel, behorende bij Opel Astra ([kenteken 1]) en een bankpas en een autosleutel en een zonnebril, toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming
en
- heeft weggenomen een auto, merk Opel Astra met kenteken [kenteken 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
3.
hij op 30 juli 2014 te en in de gemeente [pleegplaats 3] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
- uit een woning gelegen aan de [pleegadres 3] heeft weggenomen een geldbedrag en autosleutel behorende bij een Alfa Romeo kenteken [kenteken 2], geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming
en
- heeft weggenomen een auto, merk Alfa Romeo Mito kenteken [kenteken 2] geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
4. primair
hij in de periode van 12 augustus 2014 tot en met 13 augustus 2014 te [pleegplaats 4], in de gemeente Dantumadiel, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
- uit een woning aan de [pleegadres 4] heeft weggenomen een autosleutel behorende bij een Renault Clio met kenteken [kenteken 3], toebehorende aan [slachtoffer 5]
en
- heeft weggenomen een auto, merk Renault Clio met kenteken [kenteken 3], toebehorende aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
5. primair
hij in de periode van 12 augustus 2014 tot en met 13 augustus 2014 te [pleegplaats 4], in de gemeente Dantumadiel, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [pleegadres 5] heeft weggenomen een IPhone 3 GS en een geldbedrag en een horloge merk OOZOO, toebehorende aan [slachtoffer 6], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2. primair Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
en
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
3. Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
en
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
4. primair Diefstal
en
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
5. primair Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het over hem opgemaakte reclasseringsrapport, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de door verdachte erkende ad informandum gevoegde feiten, zoals deze op de dagvaarding zijn vermeld en welke hiermee zijn afgedaan.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vier woninginbraken en een diefstal uit een woning, waarbij in drie gevallen eveneens de auto van de aangever werd buitgemaakt. Naast overlast en vermogensschade heeft verdachte eveneens gevoelens van onveiligheid doen ontstaan.
Verdachte is in de afgelopen jaren meermalen veroordeeld voor vermogensdelicten. Hij was nog maar enkele dagen vrij voordat hij de eerste van de onderhavige delicten pleegde.
De reclassering heeft een rapport over verdachte opgesteld. Verdachte zou naar Nederland zijn gekomen om te studeren, hetgeen kennelijk niet van de grond is gekomen. Naar eigen zeggen wil verdachte na zijn vrijlating in Nederland blijven om te werken en te studeren. De reclassering heeft geen strafadvies uitgebracht wegens de ontkennende houding van verdachte en het feit dat hij zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is.
De officier van justitie heeft 18 maanden gevangenisstraf gevorderd. Op grond van de geldende oriëntatiepunten, zou aan verdachte echter een hogere gevangenisstraf opgelegd dienen te worden. Nu de rechtbank geen gronden ziet om van deze oriëntatiepunten af te wijken, zal zij dan ook een gevangenisstraf aan verdachte opleggen die hoger is dan door de officier van justitie geëist, een en ander zoals hierna vermeld.

Benadeelde partijen

[slachtoffer 2] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2 primair ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting verlaagd tot een bedrag van €529,74.
[benadeelde partij 2]., vertegenwoordigd door [persoon 2], heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door het bedrijf geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 5 ad informandum gevoegde feit.
[benadeelde partij 1], vertegenwoordigd door [persoon 3], heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door het bedrijf geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 6 ad informandum gevoegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade ten aanzien van alle benadeelde partijen voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit en met de door verdachte erkende en door de rechtbank bij de strafoplegging meegewogen ad informandum gevoegde feiten, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kunnen worden toegerekend. De rechtbank acht de vorderingen, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman zijn weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 529,74 (zegge: vijfhonderdnegenentwintig euro en vierenzeventig cent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van € 529,74 (zegge: vijfhonderdnegenentwintig euro en vierenzeventig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de [benadeelde partij 2] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 235,69 (zegge: tweehonderdvijfendertig euro en negenenzestig cent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van € 235,69 (zegge: tweehonderdvijfendertig euro en negenenzestig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de [benadeelde partij 1] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 98,34 (zegge: achtennegentig euro en vierendertig cent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van € 98,34 (zegge: achtennegentig euro en vierendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. M. Jansen en mr. S. Timmermans, rechters, bijgestaan door mr. E.M. Troost, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 november 2014.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Timmermans
locatie Leeuwarden,
Troost