ECLI:NL:RBNNE:2014:5777
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering in strafzaak
Op 25 november 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende een ontnemingsvordering die door de officier van justitie was ingediend op 18 september 2013. De vordering had betrekking op het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte, dat geschat werd op een bedrag van € 145.295,00. Tijdens de openbare terechtzitting op 11 november 2014 zijn zowel de officier van justitie als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.A. Bos, gehoord. De officier van justitie heeft tijdens deze zitting gevorderd dat de ontnemingsvordering moest worden afgewezen, omdat het aan de verdachte tenlastegelegde niet wettig en overtuigend kon worden bewezen.
De rechtbank heeft de zaak vervolgens beoordeeld en geconcludeerd dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden verklaard. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte. Gezien deze vrijspraak heeft de rechtbank besloten de ontnemingsvordering van de officier van justitie af te wijzen. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit de rechters mr. E. Läkamp, mr. O.J. Bosker en mr. J.G. de Bock, in tegenwoordigheid van griffier J. Bos. De uitspraak is gedaan ter openbare terechtzitting op 25 november 2014.