Bewijsmotivering
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3 primair:
De rechtbank bezigt voor het bewijs van feit 1, feit 2 en feit 3 primair de navolgende bewijsmiddelen:
1. de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2014, inhoudende onder meer, dat hij op 5 juli 2013 niet op [vakantiepark] is geweest, hij zegt daar nooit te komen
2. het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, registratienummer: PL032V 2013062829, d.d. 30 augustus 2013 met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal informatief gesprek zeden van Politie Drenthe, District Noord, Unit Recherche Noord, proces-verbaalnummer PL031E 2013047722-3 d.d. 31 juli 2013, houdende zakelijk weergegeven het gesprek dat de verbalisanten [verbalisant 1] en[verbalisant 2] op 31 juli 2013 voerden met [aangever 1], wonende te [woonplaats], (pagina’s 16 en 17):
[aangever 1] vertelt aan verbalisanten dat zijn dochter, een nichtje en een vriendinnetje van het nichtje, genaamd [slachtoffer 1], op vrijdag 5 juli 2013 rond half 3 terugkwamen van het zwembad van [vakantiepark]. De kinderen vertelden dat er wat was gebeurd. Ze vertelden dat [slachtoffer 1] was gevallen op de fiets bij het zwembad, en dat ze toen door een man was aangesproken. Ze was door de man eerst geholpen en die man had later aan haar gezeten. [slachtoffer 1] had de knie open, en had wondjes aan haar hand. Dochter [slachtoffer 2] vertelde dat de man ook aan haar had gezeten. Ze vertelde dat [slachtoffer 1] moest gaan zitten en dat de man zei: “heb je je pijn gedaan, zal ik even helpen”. De man had aan haar zwembroek getrokken, zodat deze wat van haar lichaam kwam. Toen zei hij dat hij ook bij de kont wilde kijken en heeft aan de zwembroek getrokken, zodat deze aan achterkant van haar lichaam kwam. Daarna had de man gezegd: “moet ik even bij jou kijken”, en de man had toen het topje van de zwemkleding van [slachtoffer 2] opzij getrokken. De man is daarna weggefietst in de richting van de uitgang en de kinderen zijn naar de tent van opa gegaan. Toen [aangever 1] vroeg hoe de man er uit zag, vertelden de kinderen, dat hij ouder was dan hemzelf (1974) maar jonger dan opa (1954), dat de man een opvallende witte snor had, grijs/wit haar, mogelijk van achter wat opgeschoren en bovenop kaal, de man was iets kleiner dan opa (opa is ongeveer 1,80/1,85) en dat de man reed op een fiets met grijze fietstassen met lichtgroene accenten.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe, District Noord, Unit Recherche Noord, proces-verbaalnummer PL031E 2013047722-1 d.d. 31 juli 2013, houdende de verklaring van aangever [aangever 1], wonende te [woonplaats], namens de benadeelde [slachtoffer 2], geboren op 14 februari 2003, (pagina’s 19 t/m 21);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal informatief gesprek zeden van Politie Drenthe, District Noord, Unit Recherche Noord, proces-verbaalnummer PL031E 2013057590-2 d.d. 9 augustus 2013, houdende zakelijk weergegeven het gesprek dat de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] op 9 augustus 2013 voerden met[aangeefster 1], wonende te [woonplaats], betreffende de benadeelde [slachtoffer 1], geboren 7 februari 2004, (pagina’s 23 t/m 26):
[aangeefster 1] vertelt aan de verbalisanten dat zij werd gebeld door de moeder van [slachtoffer 2], die overstuur was en haar vertelde dat haar dochter [slachtoffer 1] was gevallen, en dat een meneer haar toen had betast. [aangeefster 1] vertelde verder dat haar dochter [slachtoffer 1] haar vertelde dat ze gevallen was en veel pijn had. Zij had haar verder verteld dat er toen een meneer in haar broekje had gezeten en ook nog bij het andere meisje aan haar bovenstukje had gezeten, dat ze toen hard naar de mamma en pappa waren gerend.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, proces-verbaalnummer: PL032V 2013047722-25, d.d. 27 augustus 2013, opgemaakt door de verbalisante [verbalisant 4], en houdende het door de verbalisante [verbalisant 5] gehouden studioverhoor van [slachtoffer 2] op 7 augustus 2013, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina’s 30 t/m 66):
[slachtoffer 2] vertelt in het verhoor dat een man stond te wachten terwijl zij met haar nichtje en een vriendinnetje van haar nichtje ([slachtoffer 1]) aan het fietsen was. Hij was ook al achter hen aangefietst toen ze naar het zwembad gingen. Toen [slachtoffer 1] van haar fiets viel trok de man haar op het gras. Hij vroeg of ze haar broek uit wilde doen. [slachtoffer 1] zei ‘wel iets van 5 keer’ dat ze haar broek niet wilde uitdoen, omdat ze op die plek niet gevallen was en daar geen pijn had. De man trok toch haar broek uit en ging met zijn vingers (duim) in haar geslachtsdeel. Ook bekeek hij haar achterste tegen haar wil. Ook heeft de man [slachtoffer 2]’s bovenstukje opzij gedaan, waardoor hij haar borstjes kon zien. [slachtoffer 2] verklaart dat de man een rechte zwart/grijze snor had, een kale plek op zijn hoofd, grijs haar. [slachtoffer 2] verklaart verder dat de man op een witte fiets reed met een grijsachtige fietstas. De man is ongeveer even groot als de verbalisante (1.73m). [slachtoffer 2] heeft de man een jaar eerder ook op de camping gezien. [slachtoffer 2] vertelt dat ze nog weet dat zij en de andere meisjes om kwart over 2 van het zwembad vertrokken en dat ze de man kort daarna zijn tegengekomen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Noord, Basiseenheid Assen, proces-verbaalnummer: PL031V 2013056440-2, d.d. 6 augustus 2013, houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisant[verbalisant 6] (pagina’s 67 t/m 69):
Verbalisant heeft op 5 augustus 2013 tussen 10:00 uur en 11:30 uur onderzoek gedaan op [vakantiepark] te Assen. Verbalisant is er van op de hoogte dat er de laatste tijd veel meldingen van de camping vandaan komen waarbij een manspersoon onzedelijke handelingen met kinderen heeft gedaan. Het is verbalisant bekend dat de afdeling zeden een zedenklant op het oog heeft die voldoet aan de omschreven signalementen van de vorige meldingen. Verbalisant heeft een seizoensplek op dezelfde camping en is bekend met het terrein van [vakantiepark] en de eerdere locaties op de camping waar de manspersoon zich heeft opgehouden van eerdere meldingen. Verbalisant besloot op maandag 5 augustus 2013, nadat hij zijn kinderen bij een activiteit had afgezet, in de richting van de toilet gebouw aan de Kooisveld kant, te fietsen. Verbalisant zag omstreeks 10:00 uur daar in de gang van het toiletgebouw een manspersoon staan ter hoogte van de klapdeuren van de wasgelegenheid van de kinderen. Verbalisant zag dat de manspersoon met zijn rug tegen de muur aan stond en dat zijn voorkant gericht was naar de klapdeuren. Verbalisant zag dat de manspersoon een wit/grijze snor en wit/grijze haren rondom zijn hoofd had en kaal was bovenop het hoofd, en ongeveer 1.75 meter lang was. Het haar rondom zijn hoofd was vol en niet gemillimeterd. De man droeg een rood geblokt overhemd, een zwarte zwembroek en witte sokken. Ook had de manspersoon een bierbuik.
Deze manspersoon leek sterk op de foto die verbalisant op het bureau van politie heb gezien en waarvan verbalisant ambtshalve weet dat de man die hij op de foto heeft gezien, [verdachte] heet.
Verbalisant heeft vervolgens de manspersoon over de camping gevolgd en is hem uiteindelijk uit het oog verloren. Verbalisant is naar de achterzijde van de camping gefietst. Verbalisant wilde weten of hij daar een witte herenfiets aan kon treffen met grijze fietstassen met groene accenten erin. Het is verbalisant ambtshalve bekend dat bij een eerdere melding hij deze fiets bij zich had. Verbalisant heeft echter geen fiets aangetroffen. Ook heeft verbalisant op de parkeerplaats aan de voorzijde van de camping gekeken om te zien of de auto van de voor hem bekende [verdachte] daar stond. Dit betreft een grijze KIA Rio, [kenteken]. Ook dit voertuig trof verbalisant niet aan op de parkeerplaats. Kort hierop, omstreeks 11:05 uur, heeft verbalisant wederom contact opgezocht met collega [verbalisant 7] en hem verzocht om te gaan posten op het adres van [verdachte] aan de [adres] te [woonplaats].
Omstreeks 11:30 uur kreeg verbalisant van verbalisant [verbalisant 7] door dat het voertuig niet op de parkeerplaats voor de woning aan de [adres] stond. Kort erop belde verbalisant [verbalisant 7] weer en verbalisant[verbalisant 6] hoorde dat hij zei dat het voertuig hierboven omschreven net terug was gekomen. Verbalisant hoorde dat [verbalisant 7] de manspersoon omschreef die uit het voertuig kwam lopen. Verbalisant hoorde dat het door hem omschreven signalement van de manspersoon overeen kwam met de man die uit de auto stapte. Omstreeks 14:00 uur was verbalisant op het bureau van politie Weiersstraat. Aldaar zag hij een foto uit 2013 van [verdachte]. Verbalisant herkent de manspersoon die hij hierboven heeft omschreven en gezien heb op de [vakantiepark] voor 100 procent als zijnde dezelfde man als op de foto.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Noord, Basiseenheid Assen, proces-verbaalnummer: PL031V 2013056440-3, d.d. 5 augustus 2013, houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisant [verbalisant 7] (pagina’s 70 en 71):
Op maandag 05 augustus 2013, was verbalisant werkzaam op het politiebureau aan de Weiersstraat te Assen, toen hij omstreeks 10:05 uur werd gebeld door collega [verbalisant 6]. Hij vertelde hem dat hij de verdachte van meerdere schennisplegingen op [vakantiepark] in het vizier had. Hij vertelde hem dat hij de verdachte zag lopen vanaf het toiletgebouw met de klapdeurtjes naar de speeltuin met het piratenschip vlak bij het zwembad op de camping. Het was verbalisant bekend om welke zaak en welke verdachte het ging.
Op maandag 05 augustus 2013, omstreeks 11:05 uur, belde collega [verbalisant 6] verbalisant weer en vertelde hij hem dat hij de verdachte uit het zicht was verloren. Hij verzocht hem om te gaan naar de [adres], waar de verdachte woonachtig is om te kijken of hij thuis was en/of om te kijken of en hoe hij thuis zou komen. Verbalisant was bekend dat deze verdachte een personenauto van het merk Kia, type Rio, grijs van kleur, voorzien van het kenteken [kenteken] op naam heeft staan en dat hij woont aan de[adres] te [woonplaats].
Op maandag 05 augustus 2013, omstreeks 11:30 uur, reed verbalisant door de [adres] te [woonplaats] en zag dat voornoemd voertuig niet in de parkeerhavens voor het adres[adres] geparkeerd stond. Op maandag 05 augustus 2013, om 11:47 uur, zag verbalisant op de Groen van Prinstererlaan een grijsgekleurde auto aan komen rijden. Hij zag dat deze auto aan kwam rijden vanuit de richting van de Europaweg-West. Verbalisant zag dat deze auto voorzien was van liet kenteken [kenteken] en zag deze auto de [adres] in rijden. Verbalisant zag dat de auto werd bestuurd door een blanke man van ongeveer 55/60 jaar oud. Verbalisant zag dat hij kort grijs/wit haar had rondom zijn hoofd maar dat hij bovenop zijn hoofd kaal was, een witgekleurde snor had, hij alleen in de auto zat, hij deze auto parkeerde in een van de parkeerhavens tegenover perceel nr. 2, dat hij zag dat de man uitstapte en het leek alsof hij een broek aantrok. Verbalisant zag dat de man de [adres] overstak en een van de woningen in ging. Verbalisant zag dat het uiterlijk van de man voldeed aan het signalement van de verdachte van meerdere schennisplegingen op [vakantiepark].
Het volledige signalement van de bestuurder van voornoemd voertuig is: blanke man, leeftijd ongeveer 55-60 jaar, lengte 170-180 cm, kaal bovenop zijn hoofd, grijs/wit gekleurd, kort haar rondom zijn hoofd, witgekleurde snor, blouse met korte mouw, geruit, met rechthoekig gevormde rood gekleurde vlakken, blauw gekleurde sport/zwem broek, lage enkelsokjes wit van kleur.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe, District Noord, Unit Recherche Noord, proces-verbaalnummer PL031E 2013049620-1 d.d. 19 juli 2013, houdende zakelijk weergegeven de verklaring van aangeefster [aangeefster 2], wonende te [woonplaats], namens de benadeelde[slachtoffer 3], geboren op 1 april 2006, (pagina’s 76 t/m 80):
Aangeefster verklaart dat op 5 juli 2013 op [vakantiepark] een man bij haar dochter in de douche kwam. Deze man had ze gevraagd om haar te helpen met de mengkraan. Deze man had haar dochter over haar rug en geslachtsdeel gewreven en de man heeft zich in haar aanwezigheid afgetrokken. Het betrof een wat grotere, dikke en oude man met een kale kop met een rand haar er om heen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, proces-verbaalnummer: PL032V 2013049620-6, d.d. 28 augustus 2013, opgemaakt door de verbalisante [verbalisant 4], en houdende het door de verbalisante [verbalisant 5] gehouden studioverhoor van [slachtoffer 3] op 25 juli 2013, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina’s 84 t/m 124):
[slachtoffer 3] verklaart dat een man bij haar in de douche kwam om de douche kouder in te stellen.
De man haalde zijn piemel uit zijn broek. De man had zijn piemel vast en kneep er in. Er kwam wit spul uit zijn piemel. [slachtoffer 3] verklaart dat de man ook over haar rug en over haar plasser heeft gewreven. De man deed zijn vinger tussen haar plasser.
De man had een lichtblauwe spijkerbroek aan en een soort geelachtige blouse met knoopjes in het midden. De man zag er oud uit. Hij had geen gezichtsbeharing. Hij was een beetje dik.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, proces-verbaalnummer: PL032V 2013049620-5, d.d. 27 augustus 2013, opgemaakt door de verbalisante [verbalisant 4], en houdende het door de verbalisante [verbalisant 5] gehouden studioverhoor van [getuige] op 25 juli 2013, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina’s 125 t/m 163):
[getuige] was met zijn zusje ([slachtoffer 3]) in de kinderdouches aan het douchen. Ze stonden allebei in een apart hokje. Ze konden elkaar niet zien maar wel horen. [getuige] hoorde dat een man zijn zusje kwam helpen met het kouder zetten van de douche. Hij hoorde dat de man erg lang (hij denkt een kwartiertje) bij zijn zusje in de douche bleef. [getuige] had de man binnen zien komen door het gat in de deur van zijn douche. De man was bovenop zijn hoofd kaal met daaromheen een rand bruin, grijzig haar. Hij had geen gezichtsbeharing. Hij had een lichtgeel/lichtgroen dun vestje aan en een lichtblauwe spijkerbroek. [getuige] denkt dat de man ongeveer 52 was. Hij wist dat de man lang bij zijn zusje is gebleven omdat hij door het gat van zijn douche de uitgang kon zien en de man niet weg had zien gaan. Hij hoorde de man tegen [slachtoffer 3] fluisteren. Hij zag de man ook af en toe achteruit lopen en om zich heen kijken. Wanneer [slachtoffer 3] en [getuige] terug naar de tent lopen vertelt [slachtoffer 3] dat de man zijn geslachtsdeel aan haar heeft laten zien.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Noord, Unit Recherche Noord, proces-verbaalnummer: PL031E 2013047722-22, d.d. 19 augustus 2013, houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 4] (pagina’s 338 en 339):
Verbalisanten hebben zich op 15 augustus 2013 begeven naar de woning van de[verdachte], perceel [adres] te [woonplaats]. In de woning werd aan de echtgenote van verdachte gevraagd of de verbalisanten een foto mochten maken van de fiets van verdachte, waarvoor zij toestemming verleende. Zij toonde vervolgens in een schuurtje achter haar woning een herenfiets van het merk Batavus, grijs van kleur, met zwarte spatborden. Vervolgens werd de fiets van verdachte ten behoeve van het maken van een foto buiten geplaatst. Verbalisanten zagen dat de grijze metallic fiets van verdachte in het buitenlicht en zonlicht erg licht van kleur leek. Verbalisanten zagen tevens in de schuur een dubbele fietstas liggen. Verbalisanten zagen dat deze fietstas bruin/donkergrijs van kleur geweest was, maar kennelijk door de zon was verbleekt.
Verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd en zegt dat hij op 5 juli 2013 niet op [vakantiepark] is geweest en zegt daar nooit te komen. Gelet echter op de door[slachtoffer 2], [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [getuige] gegeven signalementen van de dader die overeenkomen met het signalement van verdachte, de waarnemingen en bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] op 5 augustus 2013 blijkt dat verdachte op 5 augustus 2013 op [vakantiepark] aanwezig is geweest. Verbalisant [verbalisant 6] herkent de man die hij die dag op [vakantiepark] heeft gezien in het kindertoiletgebouw voor 100% als zijnde de [verdachte].
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 1, onder 2 en onder 3 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank bezigt voor het bewijs van feit 5 de navolgende bewijsmiddelen:
1. de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2014, inhoudende onder meer, dat hij op 9 februari 2013 in [vakantiepark] te [pleegplaats] is geweest. Verdachte zegt dat hij zich het voorval nog goed kan herinneren, omdat er toen zo maar een man zijn kleedhokje kwam binnenstormen en hem daar aanhield.
2. het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Coevorden/Borger-Odoorn, registratienummer: PL031E 2013020889, d.d. 28 maart 2013 met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Coevorden, proces-verbaalnummer PL0300 2013010172-1 d.d. 9 februari 2013, houdende zakelijk weergegeven de verklaring van aangever [aangever 2], wonende te [woonplaats] (pagina’s 87 en 88):
Aangever was met familie in het zwembad. Hij hoorde van zijn nichtje [slachtoffer 6] dat een man zich naakt liet zien aan kinderen vanuit een kleedhokje. Aangever is naar het kleedhokje dat zijn nichtje had aangewezen toegelopen en zag daar een naakte man die net zijn zwembroek optrok. De man stond met zijn geslachtsdeel richting de open deur. De man zei dat het pashokje niet dicht kon. Aangever heeft dit gecontroleerd en wat de man zei bleek niet te kloppen. Aangever heeft de man aangehouden. De man bleek later [verdachte] te zijn.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Coevorden/Borger-Odoorn, proces-verbaalnummer PL032W 2013010172-2 d.d. 9 februari 2013, houdende zakelijk weergegeven de verklaring van de getuige [slachtoffer 5], geboren 22 september 1999, wonende te [woonplaats] (pagina 91):
[slachtoffer 5] zag een blote man in een kleedhokje staan met zijn geslachtsdeel naar de opening. [slachtoffer 5] zag dat de man op zijn hoofd niet zoveel haar had maar aan de zijkanten van zijn hoofd wel (grijs). Ook had de man een bril op. [slachtoffer 5] schatte de man tussen de 60 en 65 jaar.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Coevorden/Borger-Odoorn, proces-verbaalnummer PL032W 2013010172-8 d.d. 9 februari 2013, houdende zakelijk weergegeven de verklaring van de [slachtoffer 4], geboren 12 juli 2003, wonende te [woonplaats] (pagina’s 93 en 94):
[slachtoffer 4] zag een man met een handdoek om in een kleedhokje staan. Op het moment dat [slachtoffer 4] langs hem liep, deed de man zijn handdoek af. Hij draaide een rondje met zijn heupen. [slachtoffer 4] is nog een keer langs het hokje gelopen en zag de naakte man toen weer. Ook toen maakte de man een draaiende beweging met zijn buik en bovenbenen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Coevorden/Borger-Odoorn, proces-verbaalnummer PL032W 2013010209-1 d.d. 9 februari 2013, houdende zakelijk weergegeven de verklaring van de aangeefster [slachtoffer 6], geboren 22 juni 1998, wonende te [woonplaats] (pagina’s 93 en 94):
[slachtoffer 6] zag een man tot twee keer toe naakt staan in een kleedhokje met zijn geslachtsdeel richting de opening. De man had geen erectie.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de feiten 4 en 6:
De rechtbank bezigt voor het bewijs van feit 4 de navolgende bewijsmiddelen:
1. de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2014, inhoudende onder meer, dat hij op 12 augustus 2012 op [vakantiepark] is geweest. Verdachte zegt dat hij naar [vakantiepark] is gegaan om te kijken of er een mooie plek was om daar hun caravan te plaatsen. Verdachte zegt de hele camping overgelopen te zijn en dat hij niet alleen maar heeft gestaan in de buurt van het toiletgebouw. Verdachte zegt te denken dat de politie niet goed heeft opgelet. Verdachte zegt verder daar toen helemaal geen spelende kinderen te hebben gezien. De verdachte zegt dat de politie beweert dat hij zich daar heeft staan aftrekken. Verdachte zegt niet meer te weten dat zijn gulp toen open stond, en dat als dat zo al geweest is dat dan nog niet betekent dat hij zich heeft staan aftrekken.
2. het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, registratienummer: PL032VE 2013062829, d.d. 30 augustus 2013 met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal observeren van maandag 12 augustus 2012 van Politie Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team Observatie en Techniek, proces-verbaalnummer 117130812.826 d.d. 12 augustus 2013 (pagina’s 228 en 229), met het bijbehorende in de wettelijke vorm opgemaakte activiteiten-journaal van maandag 12 augustus 2013 (pagina’s 230 t/m 233) en met bijbehorende foto’s (pagina’s 235 t/m 247), houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisanten:
Verbalisanten zien dat verdachte op 12 augustus 2013 om 11:22 uur op [vakantiepark] te [pleegplaats] vlak bij een toiletgebouw staat. Verbalisanten zien dat voor dit toilet 5 à 6 kinderen in de leeftijd tussen de 7 en 12 jaar aan het spelen zijn. Verbalisanten zien dat [verdachte] vervolgens rechts naast het toiletgebouw een smal paadje op loopt en daar blijft staan. Om 11:27 uur wordt door verbalisanten gezien dat verdachte met zijn rug naar de muur staat en dat hij zijn geslachtsdeel uit zijn broek heeft. Verbalisanten zien dat verdachte zijn geslachtsdeel vast heeft met zijn rechterhand en dat hij deze hand continu heen en weer beweegt, en terwijl verdachte dat doet kijkt hij in de richting van de spelende kinderen. Verbalisanten zien dat een jongen ook in verdachtes richting kijkt en dat de afstand tussen verdachte en die jongen ongeveer 3 meter bedraagt. De andere kinderen bevinden zich binnen een straal van 5 meter van de verdachte. De verbalisanten horen één van de kinderen zeggen dat verdachte ook steeds naar hen keek. Om 11:29 uur wordt verdachte door de verbalisanten aangehouden. Verbalisanten zien dat de gulp van zijn broek nog openstaat.
Op de bijbehorende foto’s, met name de foto’s 237 en 238, is te zien dat een persoon (verdachte) zich kennelijk aftrekt.
De rechtbank bezigt voor het bewijs van feit 6 de navolgende bewijsmiddelen:
1. de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2014, inhoudende onder meer, dat hij op 2 augustus 2012 op de [vakantiepark] in [pleegplaats] is geweest. Verdachte zegt dat er daar zomerhuisjes te koop stonden en dat hij daar naar toe is gereden om te kijken of er wat voor hen bij was. Verdachte verklaart verder dat er beelden zijn gemaakt waar hij op zou staan en dat het inderdaad zou kunnen dat hij die persoon is en dat het ook zou kunnen dat hij bij de ballenbak heeft gestaan. Verdachte zegt te denken dat je op de beelden niet kunt zien dat hij zich af staat te trekken. Verdachte zegt verder dat het geheugen hem in de steek laat en dat hij op [vakantiepark] helemaal geen kinderen heeft gezien.
2. het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Meppel/Westerveld/De Wolden, registratienummer: PL0300 2012054960, d.d. 26 september 2012 met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe, District Noord, Basiseenheid Assen, proces-verbaalnummer PL031V 2012054960-1 d.d. 8 september 2012, houdende zakelijk weergegeven de aangifte van [aangever 3], wonende te [woonplaats], namens [slachtoffer 7], geboren op 9 december 2002, en tevens houdende de verklaring van [slachtoffer 7] (pagina’s 11 t/m 13):
Aangever zegt dat zijn dochter nu negen jaar is, dat zij op 2 augustus 2012 als gezin in [vakantiepark] in [pleegplaats] waren. Aangever zegt verder dat er op 2 augustus 2012 een man met een kleine jongen aan de deur klopte en dat de man vertelde dat zijn zoon een man had gezien die bij de grote parkeerplaats van het park aan zijn piemel had staan trekken.
Aangever vertelt verder dat hij toen met zijn vrouw in gesprek met zijn dochter [slachtoffer 7] is gegaan, dat zijn dochter toen vertelde dat dit juist was en dat deze man al langere tijd bij de speeltuin stond te kijken, dat de man bij de buitenspeeltuin en bij de binnenspeelplaats, de ballenbak stond te kijken.
[slachtoffer 7] zegt dat zij samen met[minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] naar de binnenspeelplaats is gegaan, dat zij zag dat een man steeds naar hen zat te kijken, dat zij vervolgens naar de buitenspeelplaats zijn gegaan, dat ze hierna naar hun huisjes wilden lopen langs de grote parkeerplaats, en dat zij toen deze man bij het looppad van de grote parkeerplaats zag staan. [slachtoffer 7] zegt verder dat ze deze man aan zijn piemel zag trekken en dat zij zag dat deze man naar haar en de andere kinderen keek. [slachtoffer 7] omschrijft de man als een man van tussen de 50 en 60 jaar oud, ongeveer 1.80/1.90 meter lang, dat de man aan de zijkant grijsachtig haar heeft en dat hij bovenop zijn hoofd kaal is, een grijsachtige snor heeft, een blauwe spijkerbroek droeg en zwarte schoenen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Meppel/Westerveld/De Wolden, proces-verbaalnummer: PL033W 2012054960-7, d.d. 5 september 2012, houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] (pagina 15):
Verbalisanten hebben camerabeelden bekeken die op 2 augustus 2012 op [vakantiepark] zijn gemaakt. Op deze camerabeelden is een man te zien die op 3 augustus 2012 door [slachtoffer 7] is aangewezen als zijnde de man die haar op 2 augustus 2012 zijn geslachtsdeel toonde.
Op 4 september 2012 hoorde verbalisant [verbalisant 8] van een collega dat in Wanneperveen [verdachte] was aangehouden terzake het plegen van openbare schennis en dat zij verbalisanten op 5 september 2012 een politiefoto van [verdachte] zagen. Verbalisanten hebben toen nog een keer de camerabeelden van [vakantiepark] bekeken. Verbalisanten herkennen allebei de op die beelden afgebeelde man als [verdachte].
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van Politie Drenthe, Dienst Bedrijfsvoering, Politieonderwijs, proces-verbaalnummer: PL0300 2012054960-13, d.d. 26 september 2012, houdende zakelijk weergegeven de eigen waarneming, wetenschap en bevindingen van de verbalisant [verbalisant 10] (pagina 18 t/m 20):
Verbalisant heeft de camerabeelden die op 2 augustus 2012 gemaakt zijn in [vakantiepark] bekeken. Hij ziet hierop dat verdachte kinderen volgt (tot in het damestoilet) en bekijkt. Verbalisant denkt dat hij verdachte ziet masturberen terwijl hij naar een meisje kijkt. Dit laatste weet verbalisant niet zeker, omdat verdachte met zijn rug naar de camera staat.
Uit de bewijsmiddelen zoals hierboven ten aanzien van de feiten 4 en 6 opgenomen, leidt de rechtbank af dat verdachte op voornoemde data zijn (stijve) geslachtsdeel aan de slachtoffers heeft getoond en dat hij zich in hun nabijheid heeft afgetrokken. De vraag die de rechtbank voor een bewezenverklaring van het telkens ten laste gelegde ‘seksueel corrumperen van een minderjarige’ moet beantwoorden is of er onder de gegeven omstandigheden sprake is geweest van ‘ertoe bewegen’ in de zin van artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat artikel 248d Sr uitvoering geeft aan de in artikel 22 van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (het Verdrag) opgenomen verplichting tot strafbaarstelling van het corrumperen van kinderen. In Nederland geldt dit voor kinderen die nog niet de leeftijd van zestien jaren hebben bereikt.
Artikel 248d Sr stelt strafbaar het een kind met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen. Dit artikel betreft een uitbreiding van de strafbaarstelling van schennis van de eerbaarheid, als bedoeld in artikel 239 Sr, met name ten aanzien van seksuele handelingen waarbij een kind vrijwillig tegenwoordig is. Het bestanddeel ‘ertoe bewegen’ impliceert een actieve gedraging gericht op het brengen van het kind tot het getuige zijn van seksuele handelingen.
Uit voormelde bewijsmiddelen valt niet af te leiden dat verdachte de slachtoffers heeft gesproken, heeft geroepen of gebaren naar hen heeft gemaakt en de slachtoffer hebben evenmin iets tegen hem gezegd. De rechtbank stelt derhalve vast dat er voorafgaand aan of tijdens de seksuele handelingen van verdachte geen sprake is geweest van enige vorm van contact tussen verdachte en de slachtoffers. Zij zijn in feite vanuit het niets geconfronteerd met verdachte die zijn geslachtsdeel heeft getoond en zich heeft afgetrokken.
Dit leidt tot de gevolgtrekking dat het tenlastegelegde bestanddeel ‘ertoe bewegen’ niet kan worden bewezen. Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van het onder 4 primair en onder 6 primair tenlastegelegde.
Wel acht de rechtbank op grond van voormelde bewijsmiddelen de onder 4 subsidiair en 6 subsidiair tenlastegelegde schennis van de eerbaarheid telkens wettig en overtuigend bewezen.