ECLI:NL:RBNNE:2014:5753

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
20 november 2014
Zaaknummer
C-17-132900 - HA ZA 14-72
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging besluiten van de Coöperatieve Vereniging van Eigenaren van winkelcentrum Bilgaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 november 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A] Beheer B.V. en de Coöperatieve Vereniging van Eigenaren van het winkelcentrum Bilgaard (CVvE). De eiseres, [A] Beheer B.V., heeft de vernietiging van besluiten van de CVvE gevorderd die tijdens de algemene ledenvergadering op 20 januari 2014 zijn genomen. Deze besluiten betroffen de goedkeuring van de vestiging van Action in het winkelcentrum en de verdeling van de financiële lasten die hiermee gepaard gingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten niet in overeenstemming waren met de statuten van de CVvE en dat er formele gebreken waren in de besluitvorming. De rechtbank oordeelde dat de CVvE niet bevoegd was om besluiten te nemen die niet in het belang van alle leden waren, en dat de besluiten niet voldeden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en de CVvE veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming binnen coöperaties en de bescherming van minderheidsbelangen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/132900 / HA ZA 14-72
Vonnis van de meervoudige handelskamer van 19 november 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap
[A] BEHEER B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
eiseres,
advocaat: mr. I.J. Woltman,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE VERENIGING VAN EIGENAREN VAN HET WINKELCENTRUM "BILGAARD U.A." TE LEEUWARDEN,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
procesadvocaat: mr. R.S. van der Spek,
behandelend advocaat: mr. D.R. Buter.
Partijen zullen hierna "[A]" en "CVvE" genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek
  • de akte uitlating productie van [A].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
De rechtbank heeft aanleiding gezien om de zaak op de voet van artikel 15 lid 2 Rv ter behandeling naar de meervoudige handelskamer te verwijzen.

2.De feiten

2.1.
In de wijk Bilgaard te Leeuwarden, aan de straten Brandemeer en Ludinga, bevindt zich het winkelcentrum “Bilgaard”, gevormd door een complex van winkelpanden die bouwkundig een eenheid vormen. In dit complex bevinden zich diverse winkels, restaurants en dergelijke. Het winkelcentrum is na een brand een aantal jaren geleden herbouwd.
2.2.
De CVvE heeft ingevolge
artikel 2van haar statuten het volgende doel:
1.
De coöperatie heeft ten doel het voorzien in de na te melden stoffelijke behoeften van haar leden te weten:
a.
het voeren van het technische beheer ten aanzien van de Gemeenschappelijke ruimte en gebieden en de Gemeenschappelijke zaken;
b.
het voeren van het administratieve beheer ten aanzien van de Gemeenschappelijke ruimte en gebieden en de Gemeenschappelijke zaken;
c.
het verzekeren van water-, storm-, brand- en ontploffingsschade en van de gevolgen van aansprakelijkheid ten aanzien van de Gemeenschappelijke ruimte en gebieden en de Gemeenschappelijke zaken;
d.
het verzekeren van zodanige andere gevaren en risico’s als de algemene ledenvergadering mocht besluiten;
e.
het treffen van zodanige maatregelen dat Winkelcentrum Bilgaard qua uiterlijk, sfeer en ambiance steeds zoveel mogelijk in overeenstemming zal zijn met de eisen van de tijd;
f.
het in eigendom, erfpacht, opstal, huur of anderszins in gebruik hebben en verwerven van ruimten, terreinen of zaken, welke bestemd zijn voor, strekken tot en/of dienstbaar zijn aan het gemeenschappelijk gebruik door en/of ten behoeve van de leden; (….)
(…)
i.
en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord, doch behoudens voor zover de voormelde activiteiten behoren tot de taken van de verenigingen van eigenaars of verenigingen, waarin Eigenaren of Beperkt Gerechtigden wettelijk of vrijwillig ten behoeve van de behartiging van hun deelbelangen met betrekking tot hun eigendom respectievelijk beperkte gerechtigdheid zijn georganiseerd, zoals een vereniging van eigenaars in het kader van een appartementensplitsing of een naar doel en strekking daarmee overeenkomende vereniging als bedoeld in titel 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2.
De coöperatie is bevoegd ten laste van de leden verplichtingen aan te gaan, voor zover deze betrekking hebben op haar hiervoor in lid 1 omschreven werkzaamheden.
In
artikel 3van de statuten inzake ‘Lidmaatschap’ is onder meer bepaald:
1.
Leden van de coöperatie kunnen slechts zijn Eigenaren en Beperkt Gerechtigden. Het bestuur beslist omtrent toelating van een lid, doch neemt daarbij in acht hetgeen waartoe de coöperatie zich in dat verband heeft verplicht, bijvoorbeeld krachtens overeenkomst, kettingbeding en dergelijke. Bij niet toelating tot het bestuur, kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. (…)
In
artikel 16van de statuten inzake ‘Besluitvorming van de algemene ledenvergadering’ is onder meer bepaald:
(…)
2.
Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene ledenvergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. (…)
7. Op besluitvorming door de algemene vergadering is het bepaalde in de wet, in het bijzonder ook artikel 2:15 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, het laatste onder meer inhoudend dat een lid als belanghebbende de vernietiging van een besluit door de rechtbank wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 2:8 van het Burgerlijk Wetboek kan vorderen.
In
artikel 17van de statuten inzake ‘Bijeenroeping algemene ledenvergadering’ is onder meer bepaald:
1.
De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 3. De termijn voor oproeping bedraagt ten minste veertien dagen.
2.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 20.
(…)
2.3.
De CVvE kent de volgende leden (met het aantal stemmen):
  • Beheer- en handelmaatschappij Blokker BV 558
  • [B] 114
  • [C] 114
  • [D] 194
  • [E] 229
  • Green Retail House BV 5012
  • [F] 119
  • [G] 370
  • [H] 184
  • [I] BV 225
  • Syntrus Achmea 369
  • [A] 1709
  • [J] 392
  • [K] 124
  • [L] 311
  • [M] 185
  • [N] BV 114
  • Yeoman Friesland BV 207
---------
Totaal: 10.401 stemmen
Aldus beschikt Green Retail House over 48,2% van de stemmen in de Algemene ledenvergadering van de CVvE. Green Retail House is een beleggingsmaatschappij van de familie Zeeman van de gelijknamige kledingketen.
2.4.
In de algemene ledenvergadering van de CVvE van 13 maart 2013 is onder meer gesproken over leegstand in het winkelcentrum “Bilgaard”, waarbij het bestuur van de CVvE heeft aangegeven dat zij in overleg met eigenaren van winkelpanden in het winkelcentrum bezig is om de mogelijkheden te onderzoeken om een “trekker” als Action in het winkelcentrum gevestigd te krijgen.
2.5.
Bij brief van 3 januari 2014 zijn de eigenaren van winkelpanden in het winkelcentrum “Bilgaard” uitgenodigd voor een algemene ledenvergadering op maandag 20 januari 2014. Bij brief van 14 januari 2014 heeft Objectief Management BV namens de CVvE, onder verwijzing naar de brief van 3 januari 2014, de eigenaren van winkelpanden in het winkelcentrum “Bilgaard” nogmaals uitgenodigd voor een algemene ledenvergadering op maandag 20 januari 2014. Bij deze laatste uitnodiging zijn de agenda en de vergaderstukken meegezonden. In de agenda is onder punt 5 bij de lopende zaken vermeld “vestiging Action en vaststellen verdeling bijkomende kosten welke samenhangen met deze vestiging”.
2.6.
Bouman Visscher Van Limbeek Vastgoed Adviseurs (hierna: BVVL) te Amsterdam heeft Green Retail House bij brief van 15 januari 2014 informatie verschaft over de mogelijke vestiging van een Action filiaal in winkelcentrum “Bilgaard”. In deze brief meldt BVVL daartoe onder meer:
“(…) Naar onze mening behoeft de noodzaak tot het vestigen van een trekker als Action nauwelijks toelichting, doch wij wensen hier kort op in te gaan. Bilgaard genoot voor ‘de brand’ aantrekkingskracht van een grote regio. De langdurige bouwwerkzaamheden, de versterking van andere winkelcentra in de regio en het economisch tij hebben een krachtig herstel van de Bilgaardpassage in de weg gestaan. Ons inziens is de situatie op dit moment zodanig dat zonder een ingrijpende investering in een trekker de consument nog langer zal wegblijven met verstrekkende gevolgen. Action zou naar onze mening ervoor kunnen zorgen dat het centrum niet verder verslechtert en dat er wellicht enige groei gerealiseerd zou kunnen worden. Andere locaties waar Action zich gevestigd heeft bewijzen zich stuk voor stuk door hogere passantenaantallen.
Om deze reden heeft u ons verzocht de mogelijkheden tot het vestigen van Action in het centrum te onderzoeken en nader uit te werken. Op dit moment lopen de onderhandelingen en bevinden deze zich in een vergevorderd stadium. Om de vestiging mogelijk te maken dienen een aantal trajecten doorlopen te worden, waaronder de verwerving van enkele winkelpanden, de beëindiging van huidige huurovereenkomsten, mogelijk de herhuisvesting van partijen en ten slotte de realisatie (samenvoeging van units) en verhuur ervan aan Action tegen een lagere huurprijs, waardoor afwaardering noodzakelijk is. De hiermee gemoeide kosten zetten wij onderstaand uiteen.
(…)
Komst Action Bilgaard
Verwerving
€ - 1.800.000,00
Realisatie-relocatie
€ - 450.000,00
Onvoorzien
€ - 100.000,00
Subtotaal kosten
€ - 2.350.000,00
Waarde Action na
€ 1.060.000,00
Totaal resultaat
€ - 1.290.000,00
Het besluit dat de Vereniging van Eigenaren thans dient te nemen is:
  • dat de vereniging van Eigenaren akkoord gaat met de vestiging van Action in winkelcentrum Bilgaard;
  • dat bovengenoemd negatief resultaat ter grootte van vermoedelijk € 1.290.000,- door de Vereniging van Eigenaren wordt ingebracht om de verwerving en de vestiging van Action mogelijk te maken;
  • dat deze kosten, zijnde € 1.290.000,- naar rato van het breukdeel onder de leden wordt verdeeld. (…)”
2.7.
Op 20 januari 2014 heeft de algemene ledenvergadering van de CVvE plaatsgevonden. In deze vergadering is door de fungerend voorzitter de heer [O] van Objectief Management BV ter besluitvorming voorgelegd aan de algemene ledenvergadering:
- dat de CVvE Bilgaard akkoord gaat met de vestiging van Action in het winkelcentrum “Bilgaard”;
- dat het verwachte negatieve resultaat van € 1.290.000,- door de CVvE wordt gedragen om de verwerking en de vestiging van Action mogelijk te maken, en
- dat deze kosten van € 1.290.000,- naar rato van het breukdeel onder de leden van de CVvE worden verdeeld.
2.8.
Blijkens de notulen van deze algemene ledenvergadering hebben Beheer- en Handelmaatschappij Blokker BV, [G], Syntrus Achmea, [A] en [C] tegen de besluiten gestemd. [F] heeft zich van stemming onthouden en de overige eigenaren hebben vóór de besluiten gestemd. Naar aanleiding daarvan is blijkens de notulen door [O] voornoemd geconcludeerd dat de besluiten akkoord zijn met 6303 stemmen vóór en 3120 stemmen tegen, hetgeen betekent dat 66,9% van de uitgebrachte stemmen vóór is. In de notulen van de algemene ledenvergadering is voorts onder meer opgenomen:
“(…) De heer [O] licht toe dat de CVE Bilgaard conform artikel 1.i. ten doel heeft te voldoen in de stoffelijke behoeften van haar leden, te weten al hetgeen met een en ander rechtstreeks en zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord, doch behoudens voor zover de voormelde activiteiten behoren tot de taken van vereniging van eigenaars of verenigingen waarin Eigenaren of Beperkt Gerechtigden wettelijk of vrijwillig met betrekking tot hun eigendom respectievelijk beperkt gerechtigdheid zijn georganiseerd (…)”
2.9.
Bij brief van 28 januari 2014 heeft de raadsman van [A] aan de CVvE medegedeeld dat er formele gebreken kleven aan de besluiten van de algemene ledenvergadering van 20 januari 2014 en dat de besluiten ook niet voldoen aan de vereisten zoals die in de statuten en het huishoudelijk reglement van de CVvE zijn genoemd, reden waarom in deze brief de vernietigbaarheid van de besluiten wordt ingeroepen. Tevens is de CVvE gesommeerd om de besluiten (zelf) te vernietigen en daarvan mededeling te doen aan de raadsman van [A]. De CVvE is hiertoe niet overgegaan.
2.10.
Bij verzoekschrift ex artikel 5:130 BW, ingekomen op 19 februari 2014, heeft [A] de kantonrechter van de locatie Leeuwarden van deze rechtbank verzocht om de bestreden besluiten van de CVvE zoals vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 20 januari 2014 te vernietigen, althans het besluit strekkende tot de komst van de Action en de daarmee samenhangende verdeling van de financiële nadelen onder de leden van de CVvE te vernietigen.
2.11.
Bij beschikking van 30 juni 2014 heeft de kantonrechter [A] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, daartoe - kort samengevat - overwegende dat er in geval van de onderhavige CVvE geen sprake is van een VvE in de zin der wet (artikel 5:124 BW) en dat de bestreden besluiten daarom niet aan te merken zijn als besluiten bedoeld in artikel 5:130 BW.

3.Het geschil

3.1.
[A] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. voor recht verklaart dat de bestreden besluiten van de CVvE zoals vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 20 januari 2014, althans het besluit strekkende tot de komst van de Action en de daarmee samenhangende verdeling van de financiële nadelen onder de leden van de CVvE, zoals genomen in de Algemene Ledenvergadering van 20 januari 2014, nietig zijn wegens formele gebreken, althans in goede justitie een beslissing neemt;
subsidiair:
II. de bestreden besluiten van de CVvE zoals vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 20 januari 2014 vernietigt, althans het besluit strekkende tot de komst van de Action en de daarmee samenhangende verdeling van de financiële nadelen onder de leden van de CvVE zoals genomen in de Algemene Ledenvergadering van 20 januari 2014 vernietigt, althans in goede justitie een beslissing neemt;
primair en subsidiair:
III. de CVvE veroordeelt in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten ten bedrage van € 131,00, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval de voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
De CVvE concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [A], met veroordeling van [A] in de kosten van het geding.

4.Het standpunt van [A]

4.1.
legt - samengevat - het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
4.2.
Er kleven formele gebreken aan de bestreden besluiten van de algemene ledenvergadering van de CVvE van 20 januari 2014. Niet gebleken is dat reeds bij de oproeping van 3 januari 2014 de agenda - met bijlagen - was gevoegd. Uit de oproeping en de bijgevoegde agenda is niet duidelijk althans blijkt niet concreet genoeg dat er een stemming zal komen en een beslissing zal volgen omtrent de komst van de Action naar het winkelcentrum en de daarmee samenhangende kostenverdeling onder de leden van de CVvE. Daarnaast zijn cruciale stukken - zoals de rapportage van BVVL - pas enkele dagen voorafgaand aan de vergadering aan de leden van de CVvE ter hand gesteld. Het betrof hier bovendien een summier rapport, op basis waarvan ter vergadering een belangrijke beslissing moest worden genomen, zonder dat de leden van de CVvE toen beschikten over de aan het rapport ten grondslag liggende stukken c.q. onderbouwing. Een en ander is in strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid die de CVvE en haar leden in hun onderlinge verhouding in aanmerking moeten nemen. Omdat er te weinig informatie bekend was, de agenda onduidelijk was en het geheel veel te laat was aangeleverd, heeft [A] haar gemachtigde de steminstructie "tegen" meegegeven voor de algemene ledenvergadering.
4.3.
Er kleven voorts (juridisch) inhoudelijke gebreken aan de bestreden besluiten. De besluiten zijn in strijd met het doel van de CVvE, zoals verwoord in artikel 2 van de statuten. De CVvE ziet op de algemene ruimten van het winkelcentrum en de doelstellingen die daarbij horen. De CVvE kan niet bepalen wie in welk winkelpand komt. Het onderzoeken van de komst van de Action, het realiseren van de komst van deze onderneming en het verdelen van de hierdoor ontstane kosten is geen doelstelling van de CVvE, zodat de algemene ledenvergadering daarover geen besluit(en) mocht nemen. Het is geen taak van een CVvE om besluiten te nemen inzake het aan- en verkopen van onroerend goed, waarbij de te maken verbouwingskosten op de leden worden verhaald. Dit klemt te meer nu sommige leden van de CVvE geen enkele baat hebben bij de komst van een vestiging van de Action. Sterker nog, sommige leden krijgen er een rechtstreekse concurrent bij. De komst van de Action dient dan ook zeker niet de belangen van alle leden van de CVvE. [A] wijst er verder op dat er met betrekking tot de onderhavige besluitvorming sprake was van tegenstrijdige belangen binnen de CVvE. De grootste stemgerechtigde binnen de CVvE, Green Retail House, heeft direct (financieel) voordeel bij de komst van de Action. [A] zelf is niet gebaat bij de komst van de Action. Gelet op het voorgaande kan in redelijkheid niet van de leden van de CVvE worden verwacht dat men meebetaalt aan de komst van de Action en kon de CVvE in redelijkheid niet tot de bestreden besluiten komen. Een andere reden dat de CVvE in redelijkheid niet tot de bestreden besluiten heeft kunnen komen, is dat de in dat verband opgestelde rapportage van BVVL te summier is en onvoldoende inzicht geeft in de kostenopbouw.

5.Het standpunt van de CVvE

5.1.
De CVvE betwist de vorderingen van [A], waartoe zij - samengevat - het volgende aanvoert.
5.2.
Er is sprake van leegstand in het winkelcentrum Bilgaard, omdat het winkelcentrum te weinig aantrekkingskracht en koopkrachtbinding heeft. Dit wordt veroorzaakt door een gebrek aan "trekkers". Alle zittende eigenaren/huurders in het winkelcentrum profiteren van de komst van een "trekker", waardoor zij meer omzet zullen genereren. Green Retail House is dan ook niet de enige die belang heeft bij de komst van, in dit geval, de Action.
5.3.
Van formele gebreken in de bestreden besluiten is geen sprake. [A] heeft ook geen enkel belang bij het betrekken van dat standpunt, nu zij zich ter vergadering van 20 januari 2014 heeft laten vertegenwoordigen én haar vertegenwoordiger een specifieke instructie had gegeven om tegen te stemmen. De agenda van de vergadering benoemde onder punt 5 expliciet het onderwerp Action en de kostenverdeling. De stelling van [A] dat een en ander niet voldoende duidelijk was, mist dan ook feitelijke grondslag. Geen van de leden van de CVvE heeft ter vergadering ook betoogd dat de informatie voor de vergadering te laat zou zijn aangeleverd. Dat argument is nu dan ook tardief te noemen.
5.4.
De bestreden besluiten zijn niet in strijd met het statutaire doel van de CVvE; het past daar juist binnen, meer in het bijzonder onder artikel 2 lid 1 onder e, f en i van de statuten. Door middel van de bestreden besluiten wordt namelijk voorkomen dat het winkelcentrum steeds verder doodbloedt en zullen de omzetten van alle leden stijgen. Alle leden hebben daarmee baat bij de komst van de Action. Een groot deel van de leden van de CVvE heeft ook ingestemd met de komst van de Action en de bijbehorende verdeling van kosten. Behalve [A] heeft geen van de leden van de CVvE zich beroepen op de nietigheid/vernietigbaarheid van de bestreden besluiten. Van strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid is in dezen derhalve geen sprake.

6.De beoordeling van het geschil

De bestreden besluiten
6.1.
De rechtbank vat de door [A] bestreden besluiten als volgt samen:
- dat de CVvE Bilgaard akkoord gaat met de vestiging van Action in het winkelcentrum “Bilgaard”;
- dat het verwachte negatieve resultaat van € 1.290.000,- door de CVvE wordt gedragen om de verwerking en de vestiging van Action mogelijk te maken, en
- dat deze kosten van € 1.290.000,- naar rato van het breukdeel onder de leden van de CVvE worden verdeeld.
Nietigheid/vernietigbaarheid
6.2.
De rechtbank overweegt dat de primaire vordering van [A] strekt tot het uitspreken van een verklaring voor recht inzake de
nietigheidvan de bestreden besluiten. Ingevolge artikel 2:14 lid 1 BW is een besluit van een orgaan van een rechtspersoon - de ALV van de CVvE is naar het oordeel van de rechtbank een zodanig orgaan - dat in strijd is met de wet of de statuten nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit.
6.3.
Een dergelijke afwijkende regeling is onder meer te vinden in artikel 2:15 lid 1 sub a BW. Uit deze wetsbepaling vloeit voort dat een besluit van een orgaan van een rechtspersoon
vernietigbaaris wegens strijd met wettelijke bepalingen of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen. Hieronder vallen in elk geval de bepalingen betreffende oproeping tot vergaderingen, agendering, toezending en ter inzage geven van stukken. Dus: indien bij de totstandkoming van een besluit van de CVvE in strijd met zodanige wettelijke en/of statutaire bepalingen is gehandeld, heeft dat slechts vernietigbaarheid van het betreffende besluit en dus géén nietigheid tot gevolg.
6.4.
Ook artikel 2:15 lid 1 sub b BW bevat een afwijkende regeling. Uit deze wetsbepaling vloeit voort dat een besluit van een orgaan van een rechtspersoon
vernietigbaaris wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, die door artikel 2:8 BW worden geëist.
6.5.
De door [A] aangedragen gronden voor aantasting van de bestreden besluiten vallen naar het oordeel van de rechtbank onder de in r.o. 6.3. en 6.4. genoemde afwijkende bepalingen. Indien deze gronden slagen, kunnen zij derhalve (hooguit) tot vernietiging van de bestreden besluiten leiden. Nietigheid is daarmee niet aan de orde. Dat betekent dat de daartoe strekkende primaire vordering van [A] moet worden afgewezen.
Formele gebreken
6.6.
Naar het oordeel van de rechtbank is in dezen voldaan aan de formele vereisten voor het bijeenroepen van de algemene ledenvergadering van de CVvE. Bijeenroeping van de algemene ledenvergadering dient krachtens artikel 17 lid 1, laatste volzin, van de statuten plaats te vinden met inachtneming van een oproepingstermijn van ten minste veertien dagen. [A] heeft bij conclusie van repliek (alsnog) erkend dat onderhavige oproeping heeft plaatsgevonden met inachtneming van deze termijn, zodat daarin geen grond (meer) gelegen kan zijn voor vernietiging van de bestreden besluiten. Krachtens artikel 17 lid 2 van de statuten dienen bij de oproeping de te behandelen onderwerpen te worden vermeld. De rechtbank stelt vast dat de oproepingsbrief van 3 januari 2014 als zodanig niet de te behandelen onderwerpen vermeldt. Wel staat in deze brief vermeld dat de agenda is bijgevoegd. Tussen partijen is in geschil of de agenda bij de oproepingsbrief is meegestuurd. Of dat nu wel of niet gebeurd is, zal de rechtbank in het onderhavige geval in het midden laten. Vast staat hoe dan ook dat de agenda met te behandelen onderwerpen in elk geval een aantal dagen vóór de vergadering - op of omstreeks 16 januari 2014 - ter kennis van [A] is gekomen (zie par. 2.6 van de dagvaarding). Gesteld noch gebleken is - in de notulen van de algemene ledenvergadering van 20 januari 2014 is daaromtrent niets opgenomen - dat [A] ter vergadering of daaraan voorafgaand zich heeft beklaagd over een (eventuele) late toezending van de agenda. Daarmee kan worden aangenomen dat [A] niet in enig redelijk belang is geschaad in geval van een latere toezending van de agenda dan bij de oproeping.
6.7.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat de door [A] gestelde formele gebreken van de bestreden besluiten dienen te worden verworpen.
Inhoudelijke gebreken
6.8.
De rechtbank stelt het volgende voorop. Uit artikel 2:8 BW vloeit voort dat een rechtspersoon en degenen die krachtens wet of statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, zich als zodanig jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door de eisen van redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Deze zorgvuldigheidseis wordt mede ingekleurd door de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer in aanmerking mag worden genomen dat er sprake is van minderheidsposities en meerderheidsposities. De rechter past terughoudendheid bij de beoordeling of een orgaan van een rechtspersoon bij het nemen van een besluit alle in aanmerking komende belangen naar redelijkheid en billijkheid heeft afgewogen en daarbij de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Beoordeeld dient derhalve te worden of het betreffende orgaan van de rechtspersoon, alle betrokken belangen afwegende, in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. (zie HR 1 maart 2002, NJ 2002, 296 en HR 12 juli 2013, NJ 2013, 461).
6.9.
Daarbij weegt bij een CVvE, zoals ook de onderhavige, in het bijzonder mee dat het een coöperatie met leden betreft die stemrecht hebben in de algemene ledenvergadering. Aan deze rechtsfiguur is inherent dat een minderheid van leden geconfronteerd kan worden met onwelgevallige besluiten die bij meerderheid van stemmen zijn vastgesteld. De minderheid dient zich dan in beginsel bij die besluiten neer te leggen, behoudens wanneer die besluiten niet rechtsgeldig zouden zijn genomen. Bij de toetsing van de bestreden besluiten dient met deze omstandigheden rekening te worden gehouden.
6.10.
De rechtbank is van oordeel dat de algemene ledenvergadering van de CVvE bij een juiste afweging van alle bij de bestreden besluiten betrokken belangen, in redelijkheid niet tot deze besluiten heeft kunnen komen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
6.11.
Uit artikel 2:53 lid 1, tweede volzin, BW volgt dat een coöperatie zich blijkens haar statuten ten doel dient te stellen te voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden krachtens overeenkomsten met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve (doen) uitoefenen. Het begrip stoffelijke behoeften moet ruim worden uitgelegd als alle behoeften in het economische vlak. Een en ander is ook opgenomen en nader uitgewerkt in artikel 2 van de statuten van de CVvE.
6.12.
De stoffelijke behoeften van de leden van de CVvE als omschreven in de statuten zien hoofdzakelijk op zaken als beheer, verzekering, het gebruik/het verwerven van gemeenschappelijke ruimten in het winkelcentrum en het treffen van maatregelen om het winkelcentrum up-to-date te houden, alsmede het verzorgen van promotionele activiteiten, en voorts als een soort van restbepaling - krachtens artikel 2 sub i van de statuten - al hetgeen daarmee rechtstreeks of zijdelings verband houdt.
6.13.
Naar het oordeel van de rechtbank vallen de door de CVvE genomen - en door [A] bestreden - besluiten (i) dat de CVvE Bilgaard akkoord gaat met de vestiging van Action in het winkelcentrum “Bilgaard”, (ii) dat het verwachte negatieve resultaat van
€ 1.290.000,- door de CVvE wordt gedragen om de verwerking en de vestiging van Action mogelijk te maken, en (iii) dat deze kosten van € 1.290.000,- naar rato van het breukdeel onder de leden van de CVvE worden verdeeld, buiten de hiervoor vermelde doelomschrijving van de CVvE, alsmede buiten de wettelijke omschrijving van de coöperatie. Geoordeeld wordt dat de bestreden besluiten niets van doen hebben met het voorzien in gemeenschappelijke stoffelijke behoeften van de leden van de CVvE. De bestreden besluiten hebben een geheel andere strekking, namelijk om de kosten te verdelen die gemaakt zullen worden om een nieuwe huurder, een zogenaamde "trekker" binnen te halen in het winkelcentrum. Het bedrag dat de CVvE, althans haar leden naar rato, zou(den) moeten dragen om de komst van de Action te faciliteren, € 1.290.000,-, stijgt naar het oordeel van de rechtbank overigens ook ver uit boven de begroting van de CVvE, zoals die blijkt uit de notulen van de algemene ledenvergadering van € 251.382,75 inclusief BTW (zie punt 7 van de notulen).
6.14.
De algemene ledenvergadering van de CVvE heeft naar het oordeel van de rechtbank te minder in redelijkheid tot de bestreden besluiten kunnen komen, nu daartoe slechts een summiere rapportage van BVVL ter beschikking is gesteld - van slechts twee pagina's - en gesteld noch gebleken is dat enige verdere daarmee verband houdende (onderliggende) informatie aan de leden van de CVvE is verschaft in de aanloop naar de vergadering. De rapportage van BVVL is ook pas enkele dagen voor de vergadering aan de leden van de CVVE beschikbaar gesteld. Het gaat naar het oordeel van de rechtbank niet aan om op basis van dergelijke summiere, laat verstrekte rapportage op zo'n korte termijn voor de leden van de CVvE financieel zeer ingrijpende besluiten te nemen. De vraag is overigens ook alleszins gewettigd of de individuele leden van de CVvE - waaronder zich diverse kleine ondernemingen bevinden - een bijdrage in de, aanzienlijke, kosten van de komst van de Action in het winkelcentrum überhaupt zouden kunnen dragen. Niet gebleken is dat daarnaar enig onderzoek is gedaan.
6.15.
Nu de algemene ledenvergadering van de CVvE in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot de bestreden besluiten van 20 januari 2014, zal de rechtbank deze besluiten vernietigen. De subsidiaire vordering van [A] is mitsdien toewijsbaar.
6.16.
De CVvE zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [A] worden vastgesteld als volgt:
- dagvaardingskosten € 93,80
- vast recht € 608,00
- salaris advocaat € 904,00 (2 punten x € 452,00, tarief II)
-------------
€ 1.605,80.
7. BESLISSING
De rechtbank:
1. vernietigt de in r.o. 6.1. genoemde besluiten van de CVvE van 20 januari 2014;
2. veroordeelt de CVvE in de kosten van het geding, aan de zijde van [A] vastgesteld op € 1.605,80, alsmede in de nakosten ten bedrage van € 131,00, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en - voor het geval voldoening binnen deze termijn uitblijft - te vermeerderen met de wettelijke rente over voormelde kosten tot aan de dag der algehele voldoening;
3. verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.G. Leijten, mr. R. Giltay en mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2014.
fn 343