ECLI:NL:RBNNE:2014:5501
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid door het afdwingen van een zoen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte heeft op 3 september 2013 in de gemeente Dongeradeel, door middel van geweld, een vrouw gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, namelijk het opzettelijk zoenen op de mond. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze handeling, die plaatsvond in de woning van het slachtoffer, een ontuchtige handeling is in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde op basis van de verklaringen van het slachtoffer en een getuige dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
De rechtbank heeft de verdachte een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar. Dit besluit is genomen na afweging van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het reclasseringsrapport, waaruit bleek dat de verdachte geen eerdere justitiële contacten had en een stabiel gezinsleven leidde.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen. De verdachte is veroordeeld tot betaling van € 212,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, zodat de benadeelde partij recht heeft op schadevergoeding in verband met het gepleegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters de zaak hebben behandeld en de griffier het proces-verbaal heeft opgemaakt.