Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte,
die [slachtoffer] aansprak en om geld vroeg en toen die [slachtoffer] haar portemonnee
pakte en/of (vervolgens) de woorden uitte "Ik kijk wel even", althans
woorden van een dergelijke strekking en/of inhoud en (daarbij) onverhoeds een
greep naar/in die portemonnee deed waarbij zij een of meer bankbiljetten weg
nam en/of vervolgens weg liep;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
De vordering van de officier van justitie
De voorvragen
Bewijsmotivering
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
Kwalificatie
Strafbaarheid
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Beslissing van de rechtbank
gevangenisstrafvoor de duur van 15 dagen.