Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
.Ik zag dat [medeverdachte]en [getuige] ook van deze XTC hadden geslikt.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 21 oktober 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het dealen van amfetamine en XTC-pillen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van handel op grote schaal, aangezien de verdachte voornamelijk kleine hoeveelheden drugs voor eigen gebruik kocht en vervoerde, maar ook aan vrienden en gebruikers verstrekte. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.M. Iwema, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.
De tenlastelegging omvatte het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van MDMA (bruine suikers of kristallen) en amfetamine (speed) in de periode van 1 juni 2012 tot en met 24 juni 2014. De rechtbank achtte het ten laste gelegde bewezen, met uitzondering van enkele andere beschuldigingen die niet bewezen konden worden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet.
Bij de strafmotivering hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, en de persoon van de verdachte. De rechtbank vond het belangrijk dat de verdachte de kans kreeg om zijn verslavingsgedrag aan te pakken en legde daarom een voorwaardelijke gevangenisstraf op, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en deelname aan gedragsinterventies. De rechtbank benadrukte dat de handel in verdovende middelen schadelijk is voor de volksgezondheid en dat het belangrijk is om dit soort criminaliteit te bestrijden.