ECLI:NL:RBNNE:2014:5317

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 oktober 2014
Publicatiedatum
29 oktober 2014
Zaaknummer
17.880198-09
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde straf

Op 24 oktober 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 17/880198-09. De rechtbank heeft een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf behandeld. De veroordeelde, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De officier van justitie had op 17 september 2014 schriftelijk gevorderd dat de tenuitvoerlegging van 12 maanden gevangenisstraf zou worden gelast, welke straf eerder voorwaardelijk was opgelegd bij vonnis van 3 september 2009, onder bepaalde bijzondere voorwaarden.

Tijdens de zitting op 10 oktober 2014 heeft mevrouw M. Groenevelt, reclasseringswerker, als deskundige een verklaring afgelegd. Uit het schrijven van de reclasseringsinstelling van het Leger des Heils, gedateerd 26 augustus 2014, bleek dat de veroordeelde de opgelegde bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. Bovendien had de reclassering sinds het uitgebrachte rapport geen contact meer gehad met de veroordeelde. De raadsman van de veroordeelde kon eveneens geen contact met hem krijgen en de veroordeelde was niet ter zitting verschenen.

De rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om af te wijken van de hoofdregel dat overtreding van de voorwaarden leidt tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. Gelet op artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie toegewezen en gelast de tenuitvoerlegging van de 12 maanden gevangenisstraf, die eerder voorwaardelijk was opgelegd. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, en de rechters mr. J.Y.B. Jansen en mr. S. Timmermans, met T.L. Komrij als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880198-09
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 24 oktober 2014 op een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf
in de zaak tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans ingeschreven op het adres [woonplaats].
De veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.T. Kooistra.

Procesverloop

De officier van justitie heeft d.d. 17 september 2014 schriftelijk gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van 12 maanden gevangenisstraf waarvan -bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank te Leeuwarden op 3 september 2009 gewezen tegen de veroordeelde- bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, onder de in dat vonnis vermelde bijzondere voorwaarden. De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 10 oktober 2014. Mevrouw M. Groenevelt, reclasseringswerker, heeft als deskundige ter terechtzitting een verklaring afgelegd.

Motivering

De veroordeelde heeft blijkens het schrijven van de reclasseringsinstelling van het Leger des Heils, gedateerd 26 augustus 2014, de bij voornoemd vonnis opgelegde bijzondere voorwaarden niet nageleefd. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voorts gebleken dat de reclassering sinds het uitgebrachte rapport geen enkel contact met de veroordeelde heeft gehad. Het eerder uitgebrachte advies tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging en omzetting in een taakstraf wordt om die reden door de reclassering niet gehandhaafd. In plaats daarvan wordt gehele tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geadviseerd. Uit een door de raadsman aan de rechtbank gezonden brief blijkt daarnaast dat de raadsman geen contact met de veroordeelde heeft kunnen krijgen, terwijl de veroordeelde evenmin ter terechtzitting is verschenen. De rechtbank ziet derhalve geen enkel aanknopingspunt om af te wijken van de hoofdregel dat overtreding van de voorwaarden zal leiden tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf.
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie derhalve toewijzen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

Gelast de tenuitvoerlegging van 12 maanden gevangenisstraf, waarvan, bij vonnis van de rechtbank te Leeuwarden d.d. 3 september 2009 tegen de veroordeelde gewezen, bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uitvoer gelegd.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
mr. J.Y.B. Jansen en mr. S. Timmermans, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 oktober 2014.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank
Timmermans
te Leeuwarden,
Komrij