ECLI:NL:RBNNE:2014:5316
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Winkeldiefstal met oplegging van ISD-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van winkeldiefstal. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], was op het moment van de zitting gedetineerd. De tenlastelegging betrof het stelen van negen flessen wasmiddel uit de Albert Heijn in [pleegplaats] op 26 juli 2014. De verdachte was samen met een medeverdachte in de winkel en had de goederen in haar tas gestopt zonder deze af te rekenen. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden vastgesteld dat de verdachte de goederen met opzet had weggenomen.
De officier van justitie eiste veroordeling voor het primair ten laste gelegde en vroeg om oplegging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD). De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat zij een veelpleger was en eerder al verschillende straffen had gekregen zonder dat dit haar gedrag had veranderd.
De rechtbank concludeerde dat de kans op recidive hoog was en dat de ISD-maatregel noodzakelijk was voor de beveiliging van de maatschappij. De verdachte werd veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het meer of anders ten laste gelegde, omdat dit niet bewezen kon worden.