ECLI:NL:RBNNE:2014:5221
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Hernieuwd wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedures
Op 13 oktober 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op een hernieuwd wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. F. Sijens, die betrokken was bij bestuursrechtelijke procedures met registratienummers Awb 14/1719 en 13/3516. Het wrakingsverzoek was ingediend op 12 september 2014, omdat de verzoeker niet op de hoogte was gesteld van de wijziging in de samenstelling van de wrakingskamer. De verzoeker stelde dat hierdoor essentiële vormen niet in acht waren genomen en dat hij de Staat der Nederlanden aansprakelijk stelde voor de geleden schade.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) elke partij een verzoek tot wraking kan indienen tegen rechters die een zaak behandelen, indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De rechtbank stelt vast dat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden wijzen op partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. Het verzoek richt zich enkel op de wijziging van de samenstelling van de wrakingskamer, wat volgens de rechtbank onvoldoende is om de onpartijdigheid van de rechter in twijfel te trekken.
Daarom verklaart de rechtbank de verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. De rechtbank bepaalt tevens dat de procedure in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beschikking.