In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van afpersing. De verdachte werd ervan beschuldigd op 31 maart 2014 een overval te hebben gepleegd op een tankstation in de gemeente Emmen. Tijdens de overval bedreigde hij de medewerkster van het tankstation met de woorden "I have a gun, give me the money" en wekte hij de indruk dat hij een vuurwapen bij zich had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op het tijdstip van de overval in Nederland was, ondanks zijn verweer dat hij in Duitsland was. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte en zijn alibi niet geloofwaardig waren en dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren, met aftrek van voorarrest, en heeft de verbeurdverklaring van een in beslag genomen geldbedrag van € 380,00 bevolen. Daarnaast is de verdachte aansprakelijk gesteld voor de schade aan de benadeelde partij, die een vordering tot schadevergoeding had ingediend. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 526,10 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.