In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 20 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zijn broer met een mes in de buik heeft gestoken. De rechtbank oordeelt dat dit een poging tot zware mishandeling oplevert. De verdachte heeft op 5 maart 2014, tijdens een verhitte discussie, zijn broer gestoken, wat resulteerde in een ondiepe steekwond. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangever beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet met de intentie handelde om zijn broer te doden, maar wel de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van poging tot doodslag, maar acht de poging tot zware mishandeling bewezen. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor geweldsdelicten, maar de rechtbank houdt rekening met zijn impulsieve gedrag en de noodzaak van reclasseringstoezicht. De rechtbank legt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op gelijk aan de duur van het voorarrest, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 180 dagen, en een taakstraf van 240 uren. De uitspraak bevat ook bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een contactverbod met de aangever.