In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging en mishandeling van zijn vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 augustus 2014 zijn vriendin heeft bedreigd met de dood en haar meermalen heeft mishandeld. De bedreigingen omvatten expliciete uitspraken zoals 'Ik vermoord je' en 'Ik steek je dood'. De mishandelingen bestonden uit slaan, schoppen en aan de haren trekken, wat leidde tot letsel en pijn bij de aangeefster. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft hierbij benadrukt dat het van groot belang is dat de verdachte behandeld wordt voor zijn ernstige verslavingsproblematiek, die een rol speelde bij de gepleegde feiten. De verdachte was ten tijde van de feiten onder invloed van alcohol en GHB, en had eerder soortgelijke delicten gepleegd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een voorwaardelijke straf had geëist, en heeft de verdachte onderworpen aan bijzondere voorwaarden, waaronder deelname aan een klinisch behandelprogramma. De rechtbank heeft ook een gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de noodzaak van behandeling voor de verdachte.