2.een ambtsedig proces-verbaal verdovende middelen d.d. 30 juni 2014 (p. 32 e.v.) opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 27 juni 2014 ontvingen wij uit handen van het beslaghuis te Groningen een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen. Op 27 juni 2014 te 09.26 uur werden door mij, [verbalisant], de vermoedelijk verdovende middelen getest.
Goednummer: [goednummer 3]
Omschrijving: 2 blauwe tonnen (verschillend formaat) met daarin:
Goednummer: [goednummer 4]
Omschrijving:
ton I1 (grootste ton)
A: 7 gelijke, dichtgesealde, kleurloze plastic zakken met daarin gedroogde groen/bruine plantendelen
B: 6 gelijke, dichtgesealde, kleurloze plastic zakken met daarin gedroogde groen/bruine plantendelen; de plantendelen waren iets donkerder van kleur als die in de bovengenoemde zakken. Tevens waren de plantendelen iets wit uitgeslagen, mogelijk beschimmeld. Op elke zak was een rechthoekige, witte papieren sticker geplakt. Op 2 zakken was ook kleurloos plakband geplakt.
C: 4 gelijke, zilverkleurige, dichtgesealde plastic zakken met daarin gedroogde groen/bruine plantendelen
Bruto gewicht A : 7350,41 gram
Netto gewicht A : 6999,84 gram
Bruto gewicht B : 7174,14 gram
Netto gewicht B : 6828,46 gram
Bruto gewicht C : 4120,65 gram
Netto gewicht C : 3966,89 gram
ton I2 (kleinste ton)
D: 5 gelijke, dichtgesealde, kleurloze plastic zakken met daarin gedroogde groen/bruine plantendelen
E: (los in de ton) gruis van gedroogde groen/bruine plantendelen
Bruto gewicht D : 5247,58 gram
Netto gewicht D : 4999,78 gram
Netto gewicht E : 84,20 gram
Tevens herkende ik, [verbalisant], de substanties aan hun kleur, geur en
uiterlijk als hennep.
De door verdachte op de terechtzitting van 25 september 2014 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Iemand vroeg mij of ik op zijn drugs wilde passen tijdens zijn vakantie. Ik heb het voor hem bewaard in mijn woning. Ik wist dat het om wiet ging.
De rechtbank acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 24 juni 2014 te [pleegplaats],
- een wapen van categorie III onder 1, te weten een [pistool], en
- munitie van categorie III, te weten 47 kogelpatronen [merk], voorhanden heeft gehad;
hij op 24 juni 2014 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12.92 kilo amfetamine, zijnde amfetamine
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 24 juni 2014 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 22.88 kilo hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.