Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A],
[B],
notaris,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 februari 2014
- de nadere akte tevens houdende vermindering van eis van [A] c.s.
- het proces-verbaal van comparitie van 9 april 2014;
- de akte na comparitie tevens vermeerdering van eis van [A] c.s.
- de antwoordakte na comparitie van de notaris
- de nadere akte van [A] c.s.
- de nadere akte van de notaris.
2.De feiten
"Rusten er voor zover u weet rechten op het perceel, zoals erfpacht, opstalrecht, vruchtgebruik, erfdienstbaarheden, kwalitatieve rechten en verplichtingen, kettingbedingen, voorkeursrechten, optierechten etc? Zo ja welke?"is door [N]/[M] "nee" geantwoord.
. Er komt nu in de leveringsakte niets."
3.Het geschil
4.Het standpunt van [A] c.s.
5.Het standpunt van de notaris
6.De beoordeling van het geschil
e-mails die tussen partijen zijn gewisseld niet meer voorhanden zijn, hetgeen eveneens geldt voor gemaakte aantekeningen. Bovendien kan worden aangenomen dat door het verstrijken van de tijd niet alle relevante herinneringen meer bij de notaris en diens personeel aanwezig zijn met betrekking tot de dienstverlening aan [A] c.s. Dat [A] c.s. zich op een eerder moment met een concrete klacht tot de notaris heeft gewend over diens dienstverlening is door hem niet onderbouwd. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit dit zou kunnen blijken. Evenmin zijn er door [A] c.s. concrete data genoemd waarop zou zijn geklaagd. Ook al zou de eerdere procedure tegen achterbuurman [X] door [A] c.s. met de notaris zijn besproken, dan volgt daaruit nog niet, althans niet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, dat er toentertijd ook concreet over de dienstverlening van de notaris is geklaagd door [A] c.s. De klachtplicht vereist dat de klager zijn wederpartij, voor zover mogelijk, informeert over aard en omvang van een eventuele tekortkoming (zie HR 11 juni 2010, NJ 2010, 331).
LJN: BZ5721). Naar het oordeel van de rechtbank heeft de notaris in dezen eveneens aan zijn rechercheplicht voldaan. Hij heeft de in de gegeven omstandigheden te verlangen, gebruikelijke, recherche uitgevoerd. Vast staat namelijk dat de notaris in dit geval niet alleen is teruggegaan tot de laatste notariële transportakte (uit 2001), maar ook, in elk geval, tot de akte daarvóór en dat in géén van deze akten de erfdienstbaarheid was opgenomen. Voorts staat vast dat in het Kadaster, dat door de notaris is geraadpleegd voorafgaand aan het verlijden van de leveringsakte, geen aantekening was gevoegd van de bestaande, in 1946 gevestigde, erfdienstbaarheid. Bij de recherche mag de notaris afgaan op zodanige kadastrale gegevens. Alleen onder bijzondere omstandigheden dient de notaris de hem door het Kadaster verstrekte gegevens op hun juistheid te controleren, bijvoorbeeld door de daaraan ten grondslag liggende akten te raadplegen. Dergelijke omstandigheden doen zich in dezen naar het oordeel van de rechtbank niet voor. Het enkele feit dat het om een woning uit omstreeks 1900 gaat, is daarvoor onvoldoende. Van een notaris kan niet, althans niet zonder meer, worden verlangd dat hij bij elke oude woning (in dit geval meer dan een eeuw oud) tot aan het bouwjaar recherche pleegt. De notaris hoefde, anders dan [A] c.s. bepleit, dan ook geen verdergaande recherche in de vorm van een (specifiek) erfdienstbaarhedenonderzoek uit te voeren.