ECLI:NL:RBNNE:2014:4827

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2014
Publicatiedatum
6 oktober 2014
Zaaknummer
C/17/135031/KG ZA 14-178
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen bestuursleden van Stichting Hulpfonds MG Competitions Holland over uitschrijving en benoeming van bestuursleden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de bestuursleden van de Stichting Hulpfonds MG Competitions Holland. De eisers, bestaande uit de stichting en twee bestuursleden, hebben de gedaagde, die ook bestuurslid is, in kort geding gedagvaard. De eisers vorderen dat de gedaagde hen herinschrijft als bestuursleden in het Handelsregister, nadat hij hen onterecht had uitgeschreven. De achtergrond van het geschil ligt in een interne onenigheid binnen het bestuur, waarbij de gedaagde stelt dat de eisers hun functies ter beschikking hebben gesteld, terwijl de eisers dit betwisten. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een duidelijke en ondubbelzinnige ontslagname door de eisers, en dat zij derhalve nog steeds als bestuursleden moeten worden aangemerkt. De gedaagde wordt veroordeeld om de uitschrijving van de eisers ongedaan te maken en hen opnieuw in te schrijven als bestuursleden. Tevens wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van proceskosten en het opleggen van dwangsommen voor het geval hij niet aan de veroordeling voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de veroordelingen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: C/17/135031 / KG ZA 14-178
vonnis van de voorzieningenrechter in kort geding van 3 september 2014
inzake
1. de stichting
STICHTING HULPFONDS MG COMPETITIONS HOLLAND,
kantoorhoudende te Roozendaal,
2.
[eiser volledig] [eiser],
wonende te Ede,
3.
[eiser2][eiser 2 achternaam],
wonende te Glimmen,
eisers,
advocaat: mr. T.J. van Veen te Ede,
tegen
[gedaagde voornamen] [gedaagde achternaam],
wonende te Vinkega,
gedaagde,
procederende in persoon.
Eisers zullen hierna afzonderlijk "Hulpfonds", "[eiser]" en "[eiser 2 achternaam]" en gezamenlijk "Hulpfonds c.s." worden genoemd. Gedaagde zal hierna "[gedaagde achternaam]" worden genoemd.
Procesverloop
1.1. Hulpfonds c.s. hebben [gedaagde achternaam] in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare terechtzitting van 20 augustus 2014.
1.2. Hulpfonds c.s. hebben toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde achternaam] gebiedt om binnen drie werkdagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, door middel van het opmaken, ondertekenen en indienen van de daartoe voorgeschreven formulieren bij de Kamer van Koophandel:
a. de heren [ooo] en [qqq] met onmiddellijke ingang uit te schrijven als bestuurders van Hulpfonds;
b. [eiser 2 achternaam] en [eiser] met onmiddellijke ingang in te schrijven als bestuurders van Hulpfonds;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat [gedaagde achternaam] in gebreke blijft om aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 25.000,-;
voorwaardelijk, slechts indien en voor zover de voorzieningenrechter zulks juridisch noodzakelijk c.a. wenselijk acht, bepaalt dat deze voorziening haar werking verliest indien niet binnen zes maanden na datum vonnis door één der partijen een civiele dan wel administratiefrechtelijke bodemprocedure aanhangig is gemaakt;
II. [gedaagde achternaam] veroordeelt in de kosten van het geding.
1.3. Ter terechtzitting hebben partijen hun standpunten toegelicht, waarbij door
[gedaagde achternaam] gebruik is gemaakt van pleitnotities. [gedaagde achternaam] heeft geconcludeerd tot
afwijzing van de vorderingen van Hulpfonds c.s., onder compensatie van de proceskosten.
1.4. Partijen hebben producties overgelegd.
1.5. Het vonnis is bepaald op heden.
De feiten
2.1. Bij notariële akte van 7 juli 2000 is opgericht de Stichting Hulpfonds MG Competitions Holland (eiseres sub 1).
2.2. In de statuten van Hulpfonds is onder meer bepaald:
Doel
Artikel 2
1. De stichting heeft ten doel het financieel ondersteunen van genoemde Stichting: Stichting MG Competitions Holland, hierna te noemen: "de operationele stichting", en anderen en voorts al hetgeen dat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords;
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het genereren en beheren van vermogen.
3. De stichting beoogt niet het maken van winst.
(…)
Bestuur
Artikel 4
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden, zijnde natuurlijke personen. Voor de eerste maal zal het bestuur bestaan uit vier leden. Het aantal wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld. Eén bestuurslid is steeds de penningmeester van de operationele stichting, hierna te noemen: "afgevaardigd bestuurslid".
2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in funktie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De funkties van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
3. Bij het ontstaan van een (of meer) vakature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enig overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vakature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers, met inachtneming van hetgeen hiervoor in lid 1 slot is bepaald.
4. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enig overgebleven bestuurslid, niettemin een wettig bestuur.
(…)
Artikel 7
De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur alsmede door:
a. hetzij de voorzitter tezamen met de secretaris;
b. hetzij de voorzitter tezamen met de penningmeester;
c. hetzij de secretaris tezamen met de penningmeester;
(…)
Einde bestuurslidmaatschap
Artikel 8
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt:
a. door overlijden of schriftelijke ontslagneming;
(…)
c. door royement. Een besluit daartoe moet worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de overige bestuursleden, en niet dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld om zich in een vergadering te verantwoorden en te verdedigen. Het betrokken bestuurslid heeft overigens niet het recht om de vergadering, waarin over het royement wordt beslist bij te wonen of aan de stemming daarover deel te nemen. Het hiervoor bepaalde geldt niet ten aanzien van het afgevaardigd bestuurslid;
(…)
2.3. Het bestuur van Hulpfonds bestond tot aan het ontstaan van onderhavig geschil tussen partijen uit [gedaagde achternaam] (voorzitter), [eiser] en [eiser 2 achternaam].
Binnen het bestuur van het Hulpfonds heeft - voor zover van belang - navolgende e-mailwisseling plaatsgevonden:
- [eiser 2 achternaam] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser] bij e-mail van 5 september 2013 onder meer medegedeeld:
"(…) Na vele jaren op het Steunfonds te hebben gepast, is nu de tijd rijp, om het Steunfonds op een ordentelijke wijze over te dragen. [XXX] stelde voor om één persoon uit het bestuur van de MG Car Club en één persoon uit het bestuur van MG Competitions te verzoeken onze bestuursfuncties over te nemen, die dan samen een derde persoon benaderen. Ik vind het een uitstekend voorstel, waarbij ik graag [xxxxxxxx] zou zien als vertegenwoordiger van MG Competitions. (…)"
- [gedaagde achternaam] heeft [eiser 2 achternaam] en [eiser] bij e-mail van 10 september 2013 onder meer medegedeeld:
"Dit scenario in de mail van Anton is besproken tijdens onze laatste bijeenkomst, vorig jaar juni en toen afgewezen. MG Competitions heeft de laatste jaren keer op keer laten weten dat ze het geld niet nodig hebben. Ze hebben hun bestuurszetel in onze stichting opgezegd.
We hebben vorig jaar juni daarom gekozen voor een optie waarbij we niet nu al het bestuur van de stichting overdragen maar een evenement organiseren waar we allen op een positieve manier uitkomen. Toen hebben wij gezamenlijk besloten om een track day op het circuit van Assen te gaan organiseren. (…)"
- [eiser 2 achternaam] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser] bij e-mail van 11 september 2013 onder meer medegedeeld:
"(…) Als wij op zeer korte termijn geen concreet uitgewerkt plan hebben, overweeg ik, om mijn functie in het bestuur beschikbaar te stellen."
- [eiser 2 achternaam] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser] bij e-mail van 2 oktober 2013 medegedeeld:
"De tijd schrijdt voort, maar dan wel zonder oplossing voor het Steunfonds. Begin september heb ik je, met een copy naar [XXX], een mail gestuurd maar tot op heden heb ik taal noch teken van je mogen ontvangen. Om toch binnen afzienbare tijd tot een oplossing te komen, stel ik voor een dead line in te stellen voor het presenteren door jou van een concreet haalbaar en zinnig plan en wel met uiterste datum 1 december 2013. Als we er 1 december a.s. niet uit zijn gekomen, is mijn voorstel om dan zo spoedig mogelijk een vergadering te beleggen, met o.a. als agendapunten het benoemen van een comité van wijze mannen en het bepalen wie mijn opvolger in het bestuur wordt, mocht ik mijn functie ter beschikking stellen. Ik hoop van harte, dat we in onderling overleg tot een goede oplossing komen."
- [eiser 2 achternaam] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser] bij e-mail van 3 oktober 2013 onder meer medegedeeld:
"(…) Mijn dead line is en blijft 1 december aanstaande. Kort na die datum zal er een vergadering moeten komen, waarbij wij spijkers met koppen moeten slaan. Als er geen concreet haalbaar en zinnig plan wordt gepresenteerd, blazen we alles af en heffen we het fonds op de best mogelijke en snelste manier op."
- [eiser] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser 2 achternaam] bij e-mail van 27 december 2013 onder meer medegedeeld:
"Als ik de recente mailwisseling zo eens nalees, dan bekruipt mij de gedachte: "Heb ik hier nog zin in?" Misschien is het wel beter om er mee te kappen! Al is het alleen maar om te voorkomen dat wij er onderling nog diepgaande verschillen van mening over zouden krijgen; dat is het immers niet waard! Beter ten halve gekeerd dan…
En met stoppen doen we ook niemand iets tekort.
Wat denken jullie daarvan?
Persoonlijk ben ik het eigenlijk zat. En ik heb veel waardering voor Piers werk en de vele tijd die hij in het project gestopt heeft. Maar ik denk niet dat het gaat werken. (…)"
- [eiser 2 achternaam] heeft [gedaagde achternaam] en [eiser] bij e-mail van 28 december 2013 medegedeeld:
"Alles overziende, heeft [XXX] het bij het juiste eind.
Volgens mij doen we er verstandig aan, om inderdaad met het project op tijd te stoppen."
2.4. [gedaagde achternaam] heeft zijn medebestuursleden bij brief van 3 januari 2014 opgeroepen voor een bestuursvergadering op 16 januari 2014.
Voorafgaand aan deze vergadering heeft [eiser] - bij e-mail van 15 januari 2014 - een nader agendapunt opgevoerd, namelijk
"het onder de loep nemen van de voorzitter van het steunfonds en eventueel te volgen consequenties."
2.5. Ter bestuursvergadering van 16 januari 2014 heeft [gedaagde achternaam] zich op het standpunt gesteld dat [eiser] en [eiser 2 achternaam] niet langer bestuurslid zijn, omdat zij geacht moeten worden hun functies reeds ter beschikking te hebben gesteld. [eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben dit standpunt ter vergadering betwist.
2.6. [gedaagde achternaam] heeft op 27 januari 2014 [eiser] en [eiser 2 achternaam] als bestuurders van Hulpfonds uitgeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: het Handelsregister). Tevens heeft [gedaagde achternaam] op deze dag de heren J.K. [ooo] en E.P.H. [qqq] als nieuwe bestuurders van Hulpfonds ingeschreven in het Handelsregister.
2.7. Bij brief van de advocaat van [eiser] en [eiser 2 achternaam] van 31 januari 2014 is [gedaagde achternaam] gesommeerd om de uitschrijving van [eiser] en [eiser 2 achternaam] als bestuurders van Hulpfonds in het Handelsregister ongedaan te maken. [gedaagde achternaam] heeft bij e-mail van 5 februari 2014 aangegeven niet aan deze sommatie te zullen voldoen.
2.8. [eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben [gedaagde achternaam] bij brief van 10 februari 2014 opgeroepen voor een bestuursvergadering op 21 februari 2014, met als agendapunt onder meer het (voorgenomen) royement van [gedaagde achternaam] als voorzitter van het bestuur. Op deze vergadering, waarbij [gedaagde achternaam] niet aanwezig was, is [gedaagde achternaam] als voorzitter geroyeerd en is de heer [zzzz] tot nieuw bestuurslid van Hulpfonds benoemd.
2.9. [eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben getracht om de sub 2.8. bedoelde bestuurswijziging te doen inschrijven in het Handelsregister. De Kamer van Koophandel heeft hen daarop te kennen gegeven dat aan dit verzoek niet kan worden voldaan, nu zij als gevolg van de door [gedaagde achternaam] in eerder stadium doorgegeven bestuurswijziging niet langer als bestuursleden van Hulpfonds staan ingeschreven in het Handelsregister.
2.10. De advocaat van Hulpfonds c.s. heeft ABN AMRO Bank verzocht om het banksaldo van Hulpfonds te bevriezen.

3.Het standpunt van Hulpfonds c.s.

3.1.
Hulpfonds c.s. leggen aan hun vorderingen - samengevat - het volgende ten grondslag.
3.2.
De uitlatingen van [eiser] en [eiser 2 achternaam] in hun (hiervoor geciteerde) e-mails moeten (louter) worden gezien in het kader van de bij hen groeiende twijfel over de samenwerking met [gedaagde achternaam] binnen het bestuur en de wijze waarop [gedaagde achternaam] functioneerde. [eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben evenwel nimmer een schriftelijke mededeling betreffende hun ontslag als bedoeld in artikel 8 aanhef en sub a van de statuten aan Hulpfonds gedaan. De citaten uit e-mails waarop [gedaagde achternaam] zich beroept, kunnen niet als schriftelijke ontslagneming in de zin van de statuten worden beschouwd. Het bestuurslidmaatschap van [eiser] en [eiser 2 achternaam] is dus niet geëindigd.
3.3.
[gedaagde achternaam] heeft onrechtmatig gehandeld jegens IJpkemeulen en [eiser 2 achternaam] door, terwijl er geen sprake was van een schriftelijke ontslagneming als hiervoor bedoeld, niettemin [eiser] en [eiser 2 achternaam] in het Handelsregister te doen uitschrijven als bestuursleden van Hulpfonds. Voorts heeft [gedaagde achternaam] onrechtmatig jegens Hulpfonds gehandeld, aangezien door zijn handelwijze de activiteiten van Hulpfonds zijn lamgelegd. Het banksaldo is op dit moment "bevroren". [gedaagde achternaam] dient de uitschrijving van [eiser] en [eiser 2 achternaam] dan ook ongedaan te maken, zoals in het petitum van de dagvaarding ter zake is omschreven. Daarnaast heeft de benoeming van [ooo] en [qqq] niet conform de statuten plaatsgevonden, zodat zij niet als bestuursleden van Hulpfonds kunnen worden aangemerkt. De betreffende inschrijving in het Handelsregister dient door [gedaagde achternaam] dan ook ongedaan te worden gemaakt. [gedaagde achternaam] is de enige die tot voorgaande acties kan overgaan, nu hij door de Kamer van Koophandel nog steeds als bestuurder wordt aangemerkt.
3.4.
Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening is erin gelegen, dat [eiser] en [eiser 2 achternaam] als huidig bestuursleden van Hulpfonds als zodanig in het Handelsregister ingeschreven willen staan en willen voorkomen dat [gedaagde achternaam] met zijn nieuwe bestuursleden de belangen van Hulpfonds schaadt.

4.Het standpunt van [gedaagde achternaam]

4.1.
betwist het gevorderde, waartoe hij - samengevat - het volgende aanvoert.
4.2.
Hulpfonds c.s. hebben geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen. Er is sprake van een sinds jaar en dag ten name van Hulpfonds gestelde bankrekening met een saldo van ongeveer € 13.500,-. Dit tegoed kan als "dood kapitaal" worden aangemerkt, waarmee niets gebeurt. Sinds de oprichting van Hulpfonds heeft zij geen enkele activiteit uitgevoerd en is het startkapitaal vrijwel onaangeroerd gebleven en slechts gebruikt ter delging van (minimale) onkosten.
4.3.
[eiser] en [eiser 2 achternaam] zijn geen bestuursleden van Hulpfonds meer, nu zij - op de wijze zoals in de statuten bepaald - schriftelijk ontslag hebben genomen. Gezien de in het bestuur ontstane impasse over de koers van Hulpfonds, het totale gebrek aan eigen initiatief bij [eiser] en [eiser 2 achternaam] en de voortdurende passieve en bij regelmaat negatieve houding van beide heren, kon en mocht [gedaagde achternaam] de van hen ontvangen e-mails van 5 september 2013, 11 september 2013, 3 oktober 2013, 27 december 2013 en 28 december 2013 opvatten als een ontslagname als hiervoor bedoeld.
4.4.
[eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben geen belang bij het gevorderde, nu niet is aangetoond dat [gedaagde achternaam] en de nieuwe bestuursleden de belangen van Hulpfonds dreigen te schaden, zoals [eiser] en [eiser 2 achternaam] stellen. Niet geconcretiseerd is waaruit een dergelijke dreiging zou bestaan. Voorts dient Hulpfonds niet-ontvankelijk te worden verklaard in het gevorderde, daar [eiser] en [eiser 2 achternaam] niet langer bevoegd zijn om Hulpfonds in rechte te vertegenwoordigen.
4.5.
Voor het geval de vorderingen van Hulpfonds toewijsbaar zouden worden geacht, voert [gedaagde achternaam] het volgende aan. Hij kan niet aan een veroordeling tot herinschrijving van [eiser] en [eiser 2 achternaam] in het Handelsregister voldoen zonder hun medewerking. Zij dienen de betreffende formulieren te ondertekenen onder bijvoeging van een kopie van een identiteitsbewijs. De termijn voor voldoening aan een veroordeling dient bovendien op (minimaal) drie weken te worden gesteld. Voorts is het voorwaardelijk karakter van de vorderingen van [eiser] en [eiser 2 achternaam] zinledig, nu niet valt in te zien waarom zij bij toewijzing van het gevorderde nog een civiele of administratiefrechtelijke procedure aanhangig zouden maken. Op zijn beurt verzoekt [gedaagde achternaam] de voorzieningenrechter om te bepalen dat een eventuele veroordeling pas werking krijgt indien hij niet binnen zes maanden na datum vonnis enige civiele of administratiefrechtelijke bodemprocedure heeft geëntameerd of een rechtsmiddel tegen het vonnis heeft ingesteld. Ten slotte verzoekt [gedaagde achternaam] om de proceskosten tussen partijen te compenseren, gelet op de aard van het geschil van partijen.

5.De beoordeling van het geschil

5.1.
Het spoedeisend belang wordt voldoende aanwezig geacht, nu de vorderingen van Hulpfonds c.s. strekken tot opheffing van een volgens hen onrechtmatige toestand, zijnde de uitschrijving van twee bestuursleden. Hulpfonds c.s. hebben er voldoende belang bij dat, zo er géén sprake is van een ontslagname als bestuurder(s), hun uitschrijving in het Handelsregister op korte termijn daaraan (weer) wordt aangepast.
5.2.
Voor een schriftelijke ontslagname als bestuurder als bedoeld in artikel 8 aanhef en sub a van de statuten van Hulpfonds is naar het oordeel van de voorzieningenrechter vereist dat er sprake is van een duidelijke en ondubbelzinnige - in enigerlei schriftelijke vorm uitgedrukte - verklaring van het betreffende bestuurslid, die erop gericht is om de beëindiging van het bestuurslidmaatschap te bewerkstelligen. Aan die maatstaf is naar voorlopig oordeel in het onderhavige geval niet voldaan. Uit de tussen de bestuursleden van Hulpfonds gevoerde e-mailcorrespondentie blijkt ongenoegen tussen [gedaagde achternaam] enerzijds en [eiser] en [eiser 2 achternaam] anderzijds over de gang van zaken binnen het bestuur. In deze e-mails, mede in hun onderling verband en samenhang bezien, hebben [eiser] en [eiser 2 achternaam] evenwel niet duidelijk en ondubbelzinnig verklaard dat zij hun bestuurslidmaatschap beëindigen. Uitlatingen in de trant van "
overwegen om de functie te beschikking te stellen" en "
misschien is het wel beter om ermee te kappen" zijn daartoe onvoldoende. Daaruit blijkt eerder dat (nog) geen ontslagname wordt beoogd. De door [gedaagde achternaam] kennelijk ervaren impasse in het bestuur maakt dit niet anders.
5.3.
Gelet op het vorenstaande dienen [eiser] en [eiser 2 achternaam] nog steeds als bestuursleden van Hulpfonds te worden aangemerkt. [gedaagde achternaam] heeft hen dan ook ten onrechte uitgeschreven als (mede)bestuursleden in het Handelsregister. In zoverre heeft [gedaagde achternaam] onrechtmatig jegens [eiser] en [eiser 2 achternaam] gehandeld en is hij gehouden om dit onrechtmatig handelen ongedaan te maken. De vordering tot het (laten) herinschrijven van [eiser] en [eiser 2 achternaam] als bestuursleden ligt dan ook voor toewijzing gereed, want [gedaagde achternaam] is feitelijk degene - als (nog) ingeschreven bestuurslid - die deze inschrijving ongedaan kan maken. Hieraan zal de voorwaarde worden verbonden dat laatstgenoemde onverwijld hun medewerking aan een dergelijke herinschrijving zullen verlenen.
5.4.
De vordering jegens [gedaagde achternaam] tot het (laten) uitschrijven van [ooo] en [qqq] als bestuursleden van Hulpfonds in het Handelsregister kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter eveneens worden toegewezen. In artikel 4 lid 3 van de statuten is de procedure gegeven voor het vervullen van vacatures in het bestuur. Indien er sprake is van een vacature, dan dienen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of het enig overgebleven bestuurslid) daarin te voorzien door de benoeming van een opvolger. Nu hiervoor geoordeeld is dat [eiser] en [eiser 2 achternaam] nog steeds als bestuurslid van Hulpfonds hebben te gelden, was hun (positieve) stem mede noodzakelijk voor het vervullen van een (of meer) vacature(s) in het bestuur. Zij zijn daartoe door [gedaagde achternaam] evenwel niet in de gelegenheid gesteld. [gedaagde achternaam] heeft zich - gelet op r.o. 5.2. - ten onrechte op het standpunt gesteld dat hij het enig overgebleven bestuurslid was en dat hij uit dien hoofde alleen bevoegd was om zelfstandig tot vervulling van vacatures in het bestuur te besluiten. In zoverre heeft hij onrechtmatig gehandeld jegens zowel Hulpfonds als zijn medebestuursleden [eiser] en [eiser 2 achternaam]. Hulpfonds, [eiser] en [eiser 2 achternaam] hebben er dan ook (voldoende) belang bij dat de inschrijving van de twee nieuwe bestuursleden in het Handelsregister eveneens ongedaan wordt gemaakt.
5.5.
De voorzieningenrechter acht een termijn van (uiterlijk) zeven werkdagen na betekening van het vonnis om aan vorenstaande veroordelingen te voldoen in de gegeven omstandigheden redelijk.
5.6.
Aan de jegens [gedaagde achternaam] uit te spreken veroordeling zullen dwangsommen worden verbonden voor het geval [gedaagde achternaam] hieraan niet voldoet. Het totaal der te verbeuren dwangsommen zal op na te melden wijze worden gemaximeerd.
5.7.
Er bestaat geen aanleiding om aan bovenstaande veroordelingen de voorwaarde te verbinden dat deze hun kracht verliezen indien niet binnen zes maanden na dagtekening van het vonnis door één van partijen een civiele dan wel administratiefrechtelijke bodemprocedure ter zake is geëntameerd (standpunt Hulpfonds c.s.) dan wel - spiegelbeeldig - aan deze veroordelingen de voorwaarde te verbinden dat deze pas werking hebben indien niet binnen zes maanden na dagtekening van het vonnis door Winsemus een civiele of administratiefrechtelijke bodemprocedure is geëntameerd dan wel hoger beroep is ingesteld. Hiertoe is redengevend dat een partij die een veroordeling in kort geding verkrijgt wordt geacht voldoende belang bij tenuitvoerlegging van die veroordeling op korte termijn te hebben. Onderhavig vonnis zal dan ook onvoorwaardelijk uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
5.8.
[gedaagde achternaam] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De aard van het geschil levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen grond op om tot compensatie van de proceskosten over te gaan. De proceskosten worden aan de zijde van Hulpfonds c.s. vastgesteld op:
- explootkosten € 95,77
- vast recht € 608,00
- salaris advocaat € 816,00
--------------
€ 1.519,77.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
I. veroordeelt [gedaagde achternaam] om (uiterlijk) binnen zeven werkdagen na betekening van dit vonnis door middel van het opmaken, ondertekenen en indienen van de daartoe voorgeschreven formulieren bij de Kamer van Koophandel:
1. de heren J.K. [ooo] en E.P.H. [qqq] met onmiddellijke ingang uit te (doen) schrijven als bestuurders van Hulpfonds;
2. [eiser] en [eiser 2 achternaam] met onmiddellijke ingang in te (doen) schrijven als bestuursleden van Hulpfonds, en gelast [eiser] en [eiser 2 achternaam], voor zover nodig, om hieraan op eerste verzoek van [gedaagde achternaam] onverwijld hun medewerking te verlenen;
II. bepaalt dat [gedaagde achternaam] voor ieder dag dat hij niet (geheel) aan de veroordeling sub I. voldoet een dwangsom van € 1.000,- zal verbeuren;
III. verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 20.000,-;
IV. veroordeelt [gedaagde achternaam] in de proceskosten, aan de zijde van Hulpfonds c.s. vastgesteld op € 1.519,77;
V. verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. S.B. van Baalen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 september 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
fn 343