Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de kinderrechter d.d. 8 augustus 2014
verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
vader: [vader], gezag
Procesverloop
De feiten
Beslissing
fn: 552)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 augustus 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] in de gemeente [geboorteplaats], was sinds 5 maart 2008 uit huis geplaatst en verbleef in een pleeggezin. De Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland had verzocht om verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, welke eerder was verleend tot 15 augustus 2014. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder op 15 januari 2014 ontheven was van het gezag over de minderjarige, en dat de vader, die op 10 december 2013 de minderjarige had erkend, gezamenlijk gezag had verkregen door zijn huwelijk met de moeder op 15 juli 2013. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat het in haar belang was om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 15 augustus 2015. De kinderrechter oordeelde dat het niet in het belang van de minderjarige was dat de vader met zijn gezag de huidige plaatsing ter discussie zou stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.