2.De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL02R1 2013076180, gesloten op 4 november 2013, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
- een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2013069954-8, d.d. 31 juli 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 3], geboren [geboortedatum 4] 2006:
[slachtoffer 4] en ik waren aan het fietsen en we wouden naar onze pony’s. En durfden niet langs de hond en toen zagen we een meneer en die fietste er gewoon langs.
En toen gingen we er heen en hij zette zijn fiets neer. Toen zei [slachtoffer 4] zie daar onze hut en toen ging die meneer in de hut.
Toen zei meneer ik moet plassen en hij had zijn hand in zijn broek. En hij haalde zijn piemel er uit. En hij zei hij wordt steeds groter en dikker.
V: Wie heeft die meneer aangeraakt?
A: [slachtoffer 4]. Die meneer die stond zo. ([slachtoffer 3] gaat staan) [slachtoffer 4] stond bij de tak. En die meneer kietelde [slachtoffer 4] hier en trok een beetje aan de broek. (ter hoogte van linkerheup)
A: En ook, wij wouden weggaan. Toen hadden we al, toen had meneer zijn piemel uit de broek. En toen fluisterde [slachtoffer 4] in mijn oor het lijkt net een kinderlokker. En die meneer zei, willen jullie nog even blijven? Dan krijgen jullie €5 van mij.
V: Dan krijgen jullie €5 van mij. En wat hebben jullie toen gedaan, toen hij dat zei?
A: Toen bleven wij.
V: Wat voor broek had die meneer aan?
A: Een grijze jogging.
V: Hoe zit het met zijn haar?
A: Hij had bruine stekeltjes.
V: Wat zag je aan zijn gezicht?
A: Hij had een blauwe bril op.
A: Op zijn oog zat een bruine vlek.
- een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2013069954-5, d.d. 16 juli 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [moeder slachtoffer 3]:
Op 30 juni 2013 heb ik een informatief gesprek gehad waarbij ik heb verteld dat bekend is geworden dat mijn dochter [slachtoffer 3], 7 jaar oud, en haar vriendinnetje[slachtoffer 4] in hun hut zijn lastiggevallen door een man. Die zaterdagavond zei [slachtoffer 3] dat ze met een man in een hut was geweest en dat die man moest plassen, maar dat dat plassen niet lukte. En toen bemoeide de oudste zich er ook mee. Zij zei ”Ja, het is echt wel gebeurd mem, want ik heb die man ook gezien. Hij trok zijn broek heel snel omhoog en fietste heel snel weg."
[slachtoffer 3] vertelde dat [slachtoffer 4] een balkje uit de sloot wilde trekken, maar dat lukte niet goed. De man trok haar omhoog bij de hand. Toen hij [slachtoffer 4] omhoog had getrokken, kriebelde hij aan haar buikje en zei daarbij: ”Oeoeoeoeh”. Hij trok daarna aan de broek van [slachtoffer 4], maar die zat goed vast. [slachtoffer 3] vertelde dat de man zei dat hij moest plassen. Nou, die man moest dus plassen en dat lukte niet. [slachtoffer 3] zei dat hij zei: "Moet je kijken, hij wordt steeds dikker en groter." Later vertelde [slachtoffer 3] wat hij deed. Ze maakte met haar handen een rondje voor haar kruis en zij maakte daarmee op en neer gaande bewegingen.
V: Weet je nog welke vragen je haar hebt gesteld?
A: Nou eigenlijk alleen hoe hij eruit zag. Dat heb ik verteld. Daar is later bijgekomen dat de man een vlekje op zijn voorhoofd en ze heeft ook nog zijn mond getekend.
V: Hoe antwoordde zij daarop?
A: Net zo groot als heit, net zo oud als heit, niet zo oud als pake. Bruin stekelig haar, een grijze broek. Later hebben de meisjes vastgesteld dat het om dezelfde broek als die van [slachtoffer 4] ging. [slachtoffer 4] droeg een joggingbroek. Bruine schoenen en een blauwe bril. En een bruine jas.
V: En wat vertelden ze over een plekje op het voorhoofd?
A: Die was boven de bril bij de wenkbrauwen.
- een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2013069954-7, d.d. 29 juli 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 4], geboren [geboortedatum 5] 2005:
En toen ging hij daar heen en toen zei ik van hier is onze hut. En toen ging hij erin. En toen zei hij tegen ons ik moet plassen. En toen zei die van jullie mogen wel kijken. En toen zei hij, hij wordt steeds dikker en groter.
V: En je weet nog wat de kleuren van de fiets zijn?
A: Bruin, zilver en blauw. En hij had een grijze joggingbroek aan met hier zo'n vinkje, zo’n wit vinkje.
Toen kietelde hij mij hier. ([slachtoffer 4] maakt kietelende beweging bij haar linkerheup.) En hij wilde ook proberen mijn broek naar beneden te trekken.
V: Hij zei iets tijdens het plassen. Wat was dat?
A: Nou, toen zei die van jullie krijgen 5 euro als jullie nog even blijven, maar toen wij wouden nog even weg, want ik dacht het was vast een kinderlokker. Toen ging ik weg. Toen ging hij voor ons staan. Toen gingen we de andere kant op. En toen ging hij weer voor ons staan.
V: Maar heb je ook gezien dat hij probeerde te plassen?
A: Nee. Ja, even, Ik durfde bijna niet te zien. En toe schudde hij met zijn piemel.
V: Dus hij probeerde eerst te plassen. En heb je dat gezien dat hij probeerde te plassen of heb je dat van die man gehoord? Dat hij probeerde te plassen.
A: Ik heb gezien. Even.
W: Wat zag je toen de eerste keer?
A: Dat hij wel groot was.
V: Wat was groot?
A: Zijn piemel en dat hij zo schudde.
V: En hoe hield het op? Hoe hield het op dat hij schudde met zijn piemel?
A: Dat deed hij volgens mij de hele tijd.
V: Kun jij de fiets van de man tekenen?
A: Ik probeer wel wat.
A: En dat was de stang, en daar stond Gazelle op.
V: Op de stang. En wat voor kleur letters waren dat?
A: Zwart.
V: Zwarte letters. En wat voor kleur had de fiets?
A: Dit was zwart. Van die letters. Dat was zilver. (de stang)
V: Zilver.
V: En de kleur van het zadel?
A: Het zadel was zwart. En daar achter stond volgens mij ook Gazelle. ([slachtoffer 4] tekent zadel vanaf de achterkant en schrijft op de achterkant van het zadel 'Gazele')
A: Ja, hier waren nog elastieken zo. (op het rekje van de fiets tekent ze elastieken)
A: Hij had een blauwe bril. Dus hij was hier blauw (de pootjes van de bril) En hij had hier niks om. (de glazen) En dit had hij ook blauw. (tussenstukje tussen de glazen)
- een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2013069954-6, d.d. 18 juli 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [benadeelde partij 4]:
Op zaterdagmiddag 29 juni 2013 vertelde mijn dochter [slachtoffer 4], geboren [geboortedatum 5] 2005, mij dat er een man in een hutje in Ureterp was geweest en dat hij moest plassen. Hij kon niet plassen. De man had gezegd dat ze ook wel zijn plasser mochten zien. Dat wilden ze niet. Ze hebben hem wel gezien, de plasser. Hij werd groot en dik zeiden ze.
Hij ging ook met zijn handen op en neer. (Moeder doet een beweging voor, met een hand schuin horizontaal van onder naar boven, van en naar het lichaam toe) Die man die stond voor hen omdat hij zijn geslachtsdeel liet zien. Ze wilden weg, maar dat kon niet. Toen heeft de man gezegd dat als ze nog even bleven, ze vijf euro van het zouden krijgen. Ze zei dat die man haar had gekieteld, aan haar zijde. Hij probeerde haar broek uit te doen. Dat lukte niet.
Onze dochter en haar vriendin [slachtoffer 3] waren erbij betrokken. De man was op een fiets. Ze heeft het er ook steeds over dat de man kort stekelig haar had. Het was donker bovenop en onder is het grijs. Een blauwe bril. Hij had een bruine jas met rits. Bruine schoenen. Hij had een grijze joggingbroek, volgens haar had hij er een V-tje op. Anderhalve week later vertelde ze me dat ze nog een tip had. De man heeft namelijk boven zijn linker wenkbrauw een plek.