ECLI:NL:RBNNE:2014:4735

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 september 2014
Publicatiedatum
30 september 2014
Zaaknummer
19 930397-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige bedreiging en oplichting door verdachte tegen moeder en anderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging, oplichting en vernieling. De verdachte heeft zijn moeder herhaaldelijk bedreigd via sms-berichten, waarin hij haar met de dood bedreigde en haar uitschold. Deze bedreigingen hebben geleid tot ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van de moeder en haar huisgenoten, die langdurig angst en onveiligheid hebben ervaren. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het vernielen van een tuinhekje van zijn moeder en aan oplichting, waarbij hij anderen onder druk zette om geldbedragen aan hem over te maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn psychische problemen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 110 uren en een gevangenisstraf van 130 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
Parketnummers: 18.930397-13, 18.930134-14, 19.029308-13, 18.019217-14
19.830181-11 (vordering na voorwaardelijke veroordeling)
vonnis van de Meervoudige strafkamer d.d. 26 september 2014 in de gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres 2],
uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Veenhuizen, [adres 2].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 12 september 2014.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.M. Bierens, advocaat te Assen.

Tenlasteleggingen

De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gevoegde zaken bij dagvaardingen tenlastegelegd, dat

t.a.v. parketnummer 18.930397-13:

1.
verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijstip, in of omstreeks de periode van 21 oktober 2013 tot en met 24 oktober 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe, zijn moeder [aangeefster 1] (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met brandstichting, in elk geval met zware mishandeling, immers heeft verdachte (middels (een) sms-bericht(en) (telkens) opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] dreigend de woorden toegevoegd:
- "Kankerhoer. Door jou zit ik elke keer vast. Wij zijn nu met een groepje onderweg. Alles affikken daar en jullie vermoorden" en/of
- "Kankerhoer ben nu onderweg om je te vermoorden" en/of
- "was er net al. Kom straks terug ga je dood en/of
- "kom straaks zo terug met pistool. Die brengen ze zo",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
verdachte in of omstreeks de periode van 23 oktober 2013 tot en met 25 oktober 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe, opzettelijk en wederrechtelijk (de (achter)ruit van een) (personen)auto, merk: Opel, [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2013 tot en met 14 oktober 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe, zijn moeder, [aangeefster 1], meermalen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte in voornoemde periode (telkens) opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] (middels sms-berichten) dreigend de woorden toegevoegd:
- "Kankerwijf, schiet je dood vannacht. we zijn al onderweg! Ben er zo, kun je weer bang bij de buurman gaan zitten" en/of
- "Ga je straks vermoorden. Heb net een pistool opgehaald. Ik ga eerst langs opa en oma die gaan eerst en dan jullie" en/of "Ik kom er aan nu gaan jullie dood" en/of
- "Kankerhoer ga je vermoorden",
althans (telkens) woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij in of omstreeks de periode van 7 oktober 2013 tot en met 8 oktober 2013, te Beilen, akthans in de gemeente Midden-Drenthe, zijn moeder, [aangeefster 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] (middels (een) sms-bericht(en)) dreigend de woorden toegevoegd :"Ik zal maar niet naar bed kom samen met drie anderen straks en roei jullie allemaal uit. Deze doen het wel! Wees daarop verdacht!" en/of "Straks zijn jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2013 tot en met 17 augustus 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe, althans in Nederland, (zijn moeder) [aangeefster 1] meerdere malen, althans eenmaal, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte in genoemnde periode opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] (meerdere malen) via sms-berichten dreigend de woorden toegevoegd: "Kankerhoer, ik vermoord je" en/of "Kankerhoer, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
6.
hij op of omstreeks 25 augustus 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe, (zijn moeder) [aangeefster 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] (middels een sms-bericht) dreigend de woorden toegevoegd :"kankerhoer, ik ga je vermoorden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
7.
hij op verschillende tijstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 27 september 2013 tot en met 5 oktober 2013, te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe en/of elders in Nederland, zijn moeder [aangeefster 1], (telkens) heeft bedreigd met brandstichting en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Kankerhoer, ga je vanavond vermoorden" en/of "Pistool ligt voor je klaar" en/of "Vermoord jullie en steek huis in de brand" en/of "Vermoord je" en/of "Ik vermoord je vanavond" en/of "Ik vermoord je vannacht" en/of "Ik ben er helemaal klaar mee. Ik kom er nu aan en steek jullie allemaal dood" en/of "Intresant zon caravan voor thuis...In de brand!!!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

t.a.v. parketnummer 18.930134-14:

1.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 20 november 2013 tot en met 24 november 2013 in de gemeente(n) Midden-Drenthe en/of Assen, althans in Nederland, (telkens) (zijn moeder) [aangeefster 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk dreigend die [aangeefster 1] een SMS gestuurd, waarin hij de hierna vermelde dreigende tekst, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, heeft geschreven:
- ' Kankerhoer, ik ben weggelopen, fiets nu bij hooghalen ga je vermoorden ben er klaar mee! Kankerhoer' en/of
- ' Ik vermoord je tering teef' en/of
- ' Schiet je dood' en/of
- ' Ik vermoord jullie allemaal en/of
- ' Vermoord je' en/of
- ' Ik ga je vermoorden' en/of
- ' Dood' en/of
- ' Dood, vermoord je' en/of
- ' Kankerhoer ik maak je dood' en/of
- ' Schiet jullie allemaal dood. Ik heb een pistool bij me' en/of
- ' Ben nu in Hoogeveen. Kom je nu vermoorden kankerhoer';
2.
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Sleen, gemeente Coevorden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 2] en/of zorgaanbieder [aangever 3] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van eur 20.000,--), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 2] en/of die[aangever 3] of aan een derde, die [aangever 2] een aantal WhatsApp-berichten heeft gestuurd met daarin de hierna te noemen dreigende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking:
- ' Ik krijg nog 20.000 euro van u' en/of
- ' Graag nu overboeken' en/of
- ' Anders heeft u vanavond een kogel' en/of
- ' Welke bank heeft u' en/of
- ' Waar kiest u voor' en/of
- ' [adres 3] sleen' en/of
- ' Waar kies je voor',
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 23 november 2013 te Sleen, gemeente Coevorden, althans in Nederland, [aangever 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [aangever 2] een aantal WhatsApp-berichten gestuurd met daarin de hierna te noemen dreigende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking:
- ' Ik krijg nog 20.000 euro van u' en/of
- ' Graag nu overboeken' en/of
- ' Anders heeft u vanavond een kogel' en/of
- ' Welke bank heeft u' en/of
- ' Lafaard, ga reageren nu. Anders zijn we er binnen 2 minuten' en/of
- ' Waar kies je voor',
3.
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2014 tot en met 21 juli 2014 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (brandstofpompstationmedewerker) [aangever 4] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van eur 10.000,--), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 4] of aan een derde, die [aangever 4] een aantal WhatsApp-berichten heeft gestuurd met daarin de hierna te noemen dreigende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking:
- ' He kankerlijer'en/of
- ' Morgen je pomp......bam' en/of
- '... bam....bam' en/of
- ' of je betaald 10.000' en/of
- ' Euro' en/of
- ' Tis kiezen of delen' en/of
- ' Ga je betalen?',
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2014 tot en met 21 juli 2014 te Assen (brandstofpompstationmedewerker) [aangever 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [aangever 4] een aantal WhatsApp-berichten gestuurd met daarin de hierna te noemen dreigende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking:
- ' He kankerlijer'en/of
- ' Morgen je pomp......bam' en/of
- '... bam....bam' en/of
- ' of je betaald 10.000' en/of
- ' Euro' en/of
- ' Tis kiezen of delen' en/of
- ' Ga je betalen?'.

t.a.v. parketnummer 19.029308-13:

hij op of omstreeks 22 november 2011 te Beilen, althans in de gemeente Midden-Drenthe opzettelijk en wederrechtelijk een tuinhek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;

t.a.v. parketnummer 18.019217-14:

1.
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 01 mei 2013 te Hoogeveen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 5] heeft bewogen tot de afgifte van een bedrijfsauto, te weten een Volkswagen Transporter [kenteken]), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op 27 april 2013 voorgedaan als zijnde een persoon die een bedrijf had in inkoop en verkoop van onderdelen van auto's, althans bonafide -zakelijke- klant en/of een proefrit in voornoemde auto heeft gemaakt en/of de koop rond gemaakt en/of
- op 1 mei 2013 (bij het ophalen van voornoemde auto) een schermafdruk van een betalingsopdracht (via de ING) voor een bedrag van 22.990,- getoond (ten bewijze van betaling), waardoor die [aangever 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 01 mei 2013 te Hoogeveen opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad een vals(e) of vervalst(e) schermafdruk van een betalingsopdracht op 1 mei 2013 a 22.990,- - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers was er op 1 mei 2013 in het geheel geen betalingsopdracht a 22.990,- gegeven;
2.
hij op een of meer tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 07 april 2013 tot en met 08 april 2013, te Hoogeveen, een persoon, te weten [aangeefster 2], opzettelijk in het openbaar door geschrift en/of afbeelding en/of door feitelijkheden beledigd, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar op het internet,
- te weten een facebookpagina, een (gelaats)foto van die [aangeefster 2] geplaatst met als aanhef 'anti margreet', waarop de woorden/tekst : "Hier zit ze vast te denken wat ze met het gestolen geld gaat doen ... voor de mensen die haar nog niet kennen... dit is ze!!" was vermeld/te lezen en/of
- te weten een facebookpagina, in een chatbericht, althans een tekstbericht de woorden/tekst: "Hallo mijn naam is [aangeefster 2], ben 41 jaar oud en kom uit Assen. Ik vind het leuk om puppys te jatten van mensen om ze daarna te verkopen en leuke dingen te doen met de kinderen. tevens heb ik ook een stacaravan gekocht in duistland. ooo w ja niet te vergeten ik heb ook een eigen bedrijf... (in mijn ogen.. niet bij de kvk...).. terwijl ik een soos uitekring heb... bekijk mijn site wat ik allemaal doe (+ vermelding van www.drentsemexicaantjes.nl" heeft vermeld/geplaatst en/of
- te weten een website 'www.drentsemexicaantjes.nl', een cartoon, waarop een inbreker/rover is afgebeeld heeft geplaatst met de naam van die [aangeefster 2] en/of de woorden/tekst : "ja u leest het goed. Iemand die een kennel wil oprichten steelt pups van een ander. Mensen ga nooit in zee met die [aangeefster 2]", was vermeld/te lezen, althans (een) woord(en) en/of (een) da(a)d(en) van gelijke beledigende aard of strekking.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlasteleggingen worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Souër acht hetgeen aan de verdachte in de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13 onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7, in de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 onder 1, onder 2 primair en onder 3 primair, in de dagvaarding met parketnummer 19.029308-12 en in de dagvaarding met parketnummer 18.019217-14 onder 1 primair en onder 2 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.
De officier van justitie vordert voor deze feiten een werkstraf voor de duur van 220 uren, subsidiair 110 dagen hechtenis.
Hij vordert voorts een gevangenisstraf voor de duur van 250 dagen met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan een gedeelte groot 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met de bijzondere voorwaarden toezicht van de reclassering hetgeen mede zal inhouden een meldplicht, een ambulante behandeling bij de A.F.P.N. of soortgelijke ambulante behandeling, begeleiding in de financiële situatie en het aanvaarden van een aangepaste woonvorm, indien en voor zover dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht.
De officier van justitie vordert dat de rechtbank zal bepalen dat de te stellen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
De officier van justitie vordert dat hij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van feit 2 vermeld op de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13 nu de vervolging slecht plaats had kunnen vinden op een tegen de verdachte gerichte klacht.
De officier van justitie vordert voorts dat de benadeelde partij[aangeefster 2] te Beilen niet ontvankelijk zal worden verklaard in zijn vordering nu het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging van feit 2 van de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13.
Tenslotte vordert de officier van justitie de toewijzing van zijn vordering tot tenuitvoerlegging van de opgelegde voorwaardelijke werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 30 november 2011

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie

De officier van justitie zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van feit 2 vermeld op de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13. Benadeelde c.q. aangever in dat feit is de broer van verdachte. De vervolging had slechts plaats kunnen vinden op een tegen de verdachte gerichte klacht tot vervolging, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 316 en 353 van het Wetboek van Strafrecht. Een dergelijke klacht ontbreekt. Ook is de aangifte niet zodanig geformuleerd dat hierin een klacht tot vervolging valt te lezen.

Vrijspraak

De verdachte dient van het hem in de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 zowel onder 3 primair als onder 3 subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken omdat de rechtbank dit, evenals de raadsman van verdachte en anders dan de officier van justitie, niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank constateert dat de verdachte ten stelligste ontkent het feit te hebben gepleegd. Behoudens de aangifte en de ontkennende verklaring van verdachte blijkt uit het strafdossier niet van enig nader onderzoek naar het telefoonverkeer tussen verdachte en aangever in de periode van 20 juli 2014 tot en met 21 juli 2014. Niet onomstotelijk bewezen kan worden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd.

Bewijsmiddelen

t.a.v. parketnummer 18.930397-13:

Nu verdachte, hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank ten aanzien van de feiten 1, 3, 4, 5, 6 en 7 volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
De rechtbank hanteert voor het bewijs de navolgende bewijsmiddelen:
1.
de bekennende verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 september
2014.
2.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District
Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer PL033V
2013076686 d.d. 27 oktober 2013, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013077304-1 d.d. 22 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 54 en 55);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013077304-1 d.d. 22 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van[aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 59 t/m 61).
3.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District
Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer PL033V
2013085263 d.d. 2 december 2013, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013075130-1 d.d. 14 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 163 t/m 165);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013075363-1 d.d. 15 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van[aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 169 t/m 171);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013073470-1 d.d. 8 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 41 t/m 43).
4.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District
Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer PL033V
2013072993 d.d. 6 oktober 2013, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013059976-1 d.d. 19 augustus 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 12 t/m 15);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013062099-1 d.d. 26 augustus 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 25 t/m 27).
5.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, CT
Midden-Drenthe/Hoogeveen, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer
PL033V 2013076531 d.d. 19 oktober 2013, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013070996-1 d.d. 30 september 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 8 t/m 11);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013073199-1 d.d. 7 oktober 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van[aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 18 t/m 20).

t.a.v. parketnummer 18.930134-13:

Nu verdachte, hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank ten aanzien van de feiten 1 en 2 volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
De rechtbank hanteert voor het bewijs de navolgende bewijsmiddelen:
1.
de bekennende verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 september
2014.
2.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Eenheid Noord-
Nederland, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer
PL033V-2014059178 Z d.d. 29 juli 2014, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013087101-1 d.d. 26 november 2013, houdende de aangifte van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 49 en 50);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, proces-verbaalnummer PL032V 2013087135-1 d.d. 26 november 2013, houdende de aangifte van [aangever 2], wonende te Sleen, (pagina’s 54 t/m 56);
-

t.a.v. parketnummer 19.029308-12:

Nu verdachte, hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank ten aanzien van dit feit volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
De rechtbank hanteert voor het bewijs de navolgende bewijsmiddelen:
1.
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 september
2014.
2.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District
Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, registratienummer PL033V
2011082773 d.d. 23 november 2011, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen/Midden-Drenthe, proces-verbaalnummer PL033V 2013087101-1 d.d. 22 november 2011, houdende de aangifte van [aangeefster 1], wonende te Beilen, (pagina’s 7 en 8);

t.a.v. parketnummer 18.019217-14:

Nu verdachte, hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank ten aanzien van de feiten 1 en 2 volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
De rechtbank hanteert voor het bewijs de navolgende bewijsmiddelen:
1.
de bekennende verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 september
2014.
2.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District
Zuidwest, Midden-Drenthe/Hoogeveen Oost, registratienummer PL033V-2013058657 d.d.
13 augustus 2013, met bijlagen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidwest, Basiseenheid Hoogeveen West/De Wolden, proces-verbaalnummer PL033V 2013036785-1 d.d. 29 mei 2013, houdende de aangifte van [aangever 5], wonende te Hoogeveen, (pagina’s 60 t/m 66);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Noord, Basiseenheid Assen, proces-verbaalnummer PL031V 2013023890-1 d.d. 8 april 2013, houdende de aangifte en de bijbehorende klacht tot vervolging van [aangeefster 2], wonende te Assen, (pagina’s 36 t/m 39).

Bewezenverklaring

t.a.v. parketnummer 19.930397-13:

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
verdachte op verschillende tijdstippen in de periode van 21 oktober 2013 tot en met 24 oktober 2013, te Beilen, zijn moeder [aangeefster 1] telkens heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte middels sms-berichten opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] dreigend de woorden toegevoegd:
- "Kankerhoer. Door jou zit ik elke keer vast. Wij zijn nu met een groepje onderweg. Alles affikken daar en jullie vermoorden" en/of
- "Kankerhoer ben nu onderweg om je te vermoorden" en/of
- "was er net al. Kom straks terug ga je dood en/of
- "kom straaks zo terug met pistool. Die brengen ze zo";
3.
hij in de periode van 13 oktober 2013 tot en met 14 oktober 2013, te Beilen, zijn moeder, [aangeefster 1], meermalen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte in voornoemde periode telkens opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] middels sms-berichten dreigend de woorden toegevoegd:
- "Kankerwijf, schiet je dood vannacht. we zijn al onderweg! Ben er zo, kun je weer bang bij de buurman gaan zitten" en/of
- "Ga je straks vermoorden. Heb net een pistool opgehaald. Ik ga eerst langs opa en oma die gaan eerst en dan jullie" en/of "Ik kom er aan nu gaan jullie dood" en/of
- "Kankerhoer ga je vermoorden";
4.
hij in de periode van 7 oktober 2013 tot en met 8 oktober 2013, te Beilen, zijn moeder, [aangeefster 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] middels een sms-berichten dreigend de woorden toegevoegd :"Ik zal maar niet naar bed kom samen met drie anderen straks en roei jullie allemaal uit. Deze doen het wel! Wees daarop verdacht!" en/of "Straks zijn jullie dood";
5.
hij in de periode van 16 augustus 2013 tot en met 17 augustus 2013, te Beilen, zijn moeder [aangeefster 1] meerdere malen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte in genoemde periode opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] via sms-berichten dreigend de woorden toegevoegd: "Kankerhoer, ik vermoord je" en/of "Kankerhoer, ik maak je dood";
6.
hij op 25 augustus 2013, te Beilen, zijn moeder [aangeefster 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] middels een sms-bericht dreigend de woorden toegevoegd :"kankerhoer, ik ga je vermoorden";
7.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 27 september 2013 tot en met 5 oktober 2013, te Beilen, zijn moeder [aangeefster 1], telkens heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk voornoemde [aangeefster 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Kankerhoer, ga je vanavond vermoorden" en/of "Pistool ligt voor je klaar" en/of "Vermoord jullie en steek huis in de brand" en/of "Vermoord je" en/of "Ik vermoord je vanavond" en/of "Ik vermoord je vannacht" en/of "Ik ben er helemaal klaar mee. Ik kom er nu aan en steek jullie allemaal dood" en/of "Intresant zon caravan voor thuis...In de brand!!!".
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

t.a.v. parketnummer 18.930134-14:

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem onder 1 en onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 20 november 2013 tot en met 24 november 2013 in Nederland, telkens zijn moeder [aangeefster 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk dreigend die [aangeefster 1] een SMS gestuurd, waarin hij de hierna vermelde dreigende tekst heeft geschreven:
- ' Kankerhoer, ik ben weggelopen, fiets nu bij hooghalen ga je vermoorden ben er klaar mee! Kankerhoer' en/of
- ' Ik vermoord je tering teef' en/of
- ' Schiet je dood' en/of
- ' Ik vermoord jullie allemaal en/of
- ' Vermoord je' en/of
- ' Ik ga je vermoorden' en/of
- ' Dood' en/of
- ' Dood, vermoord je' en/of
- ' Kankerhoer ik maak je dood' en/of
- ' Schiet jullie allemaal dood. Ik heb een pistool bij me' en/of
- ' Ben nu in Hoogeveen. Kom je nu vermoorden kankerhoer';
2.
hij op 23 november 2013 te Sleen, gemeente Coevorden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever 2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (van eur 20.000,--), toebehorende aan die [aangever 2] en/of 'Ondersteund Wonen',
die [aangever 2] een aantal WhatsApp-berichten heeft gestuurd met daarin de hierna te noemen dreigende woorden:
- ' Ik krijg nog 20.000 euro van u' en
- ' Graag nu overboeken' en
- ' Anders heeft u vanavond een kogel' en
- ' Welke bank heeft u' en
- ' Waar kiest u voor' en
- ' Carspelstraat 14 sleen' en
- ' Waar kies je voor',
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 en onder 2 primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

t.a.v. parketnummer 19.029308-13:

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 november 2011 te Beilen opzettelijk en wederrechtelijk een tuinhek, toebehorende aan [aangeefster 1], heeft vernield.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

t.a.v. parketnummer 18.019217-14:

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 27 april 2013 tot en met 01 mei 2013 te Hoogeveen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen [aangever 5] heeft bewogen tot de afgifte van een bedrijfsauto, te weten een Volkswagen Transporter ([kenteken]), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- op 27 april 2013 voorgedaan als bonafide -zakelijke- klant en een proefrit in voornoemde auto heeft gemaakt en de koop rond gemaakt en
- op 1 mei 2013 bij het ophalen van voornoemde auto een schermafdruk van een betalingsopdracht via de ING voor een bedrag van 22.990,- getoond ten bewijze van betaling, waardoor die [aangever 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 07 april 2013 tot en met 08 april 2013, te Hoogeveen, een persoon, te weten [aangeefster 2], opzettelijk in het openbaar door geschrift en afbeelding en door feitelijkheden beledigd, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar op het internet,
- te weten een facebookpagina, een gelaatsfoto van die [aangeefster 2] geplaatst met als aanhef 'anti margreet', waarop de woorden/tekst : "Hier zit ze vast te denken wat ze met het gestolen geld gaat doen ... voor de mensen die haar nog niet kennen... dit is ze!!" was vermeld/te lezen en
- te weten een facebookpagina, in een chatbericht, de woorden/tekst: "Hallo mijn naam is [aangeefster 2], ben 41 jaar oud en kom uit Assen. Ik vind het leuk om puppys te jatten van mensen om ze daarna te verkopen en leuke dingen te doen met de kinderen. tevens heb ik ook een stacaravan gekocht in duistland. ooo w ja niet te vergeten ik heb ook een eigen bedrijf... (in mijn ogen.. niet bij de kvk...).. terwijl ik een soos uitekring heb... bekijk mijn site wat ik allemaal doe (+ vermelding van www.drentsemexicaantjes.nl" heeft vermeld/geplaatst en
- te weten een website 'www.drentsemexicaantjes.nl', een cartoon, waarop een inbreker/rover is afgebeeld heeft geplaatst met de naam van die [aangeefster 2] en de woorden/tekst : "ja u leest het goed. Iemand die een kennel wil oprichten steelt pups van een ander. Mensen ga nooit in zee met die [aangeefster 2]", was vermeld.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair en onder 2 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificaties

t.a.v. parketnummer 18.930397-13:

Het onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7 bewezen geachte levert respectievelijk op:
1.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
3.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
4.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
5.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
6.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
7.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.

t.a.v. parketnummer 18.930134-14:

Het onder 1 en onder 2 bewezen geachte levert respectievelijk op:
1.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
2.
Poging tot afpersing,
strafbaar gesteld bij artikel 317, juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht.

t.a.v. parketnummer 19.029308-13:

Het bewezen geachte levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, strafbaar gesteld bij artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht.
t.a.v. parketnummer 18.019217-14:
Het onder 1 en onder 2 bewezen geachte levert respectievelijk op:
1.
Oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
2.
Eenvoudige belediging, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht.

Strafbaarheid

De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 1 mei 2014, opgemaakt door mevr. drs. A.G.M. Busstra, psychiater te Groningen, onder supervisie van mevr. drs. A.P. van der Woerdt, psychiater te Groningen, ingeschreven in het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie:
Bij verdachte is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Een stoornis in misbruik van cannabis is in remissie. Een recidiverende depressieve stoornis of een dysthyme stoornis zijn niet geheel uit te sluiten, maar konden nog niet worden vastgesteld.
Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde en beïnvloedden de verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde zodanig dat die mede daaruit verklaard kunnen worden.
Verdachte is vanuit zijn borderline en antisociale persoonlijkheidsproblematiek verminderd In staat zijn eigen emoties te herkennen en reguleren, met name ook zijn agressie. Ook is hij niet goed In staat zich te verplaatsen in anderen. Verdachte heeft een lacunaire gewetensfunctie. Deze factoren voortkomend uit zijn stoornis hebben alle een rol gespeeld in de ten laste gelegde feiten. In de maand oktober stond verdachte zichtbaar onder hoge spanning, hij was "in de war” en emotioneel ontregeld volgens zijn vriendin en ook oma geeft aan dat het zeer slecht met verdachte ging. Verdachte had een hoog spanningsniveau, was niet goed in staat helder na te denken en verantwoordelijkheid te nemen voor eigen handelen. Hij voelde zich onder druk staan door de vele aangiftes van moeder. Mogelijk heeft hij zijn agressie geuit via het sturen van zeer bedreigende sms-jes, hetgeen hij ontkent. Indien bewezen, dan zou het passen bij de reeds bekende agressieregulatie problemen van verdachte, en zijn gebrek aan het zich inleven in anderen, dat hij dergelijke zeer bedreigende berichten verstuurt zonder over de gevolgen na te denken. Juist omdat verdachte met dit gedrag door ging terwijl hij al had gemerkt dat er aangiftes werden gedaan, laat zien hoe weinig hij in staat is zijn gedrag, dat hem in de problemen brengt, bij te sturen.
Verdachte is verminderd in staat tot het reguleren van zijn emoties en bepalen van zijn gedrag, kan zich niet goed inleven in anderen, is instabiel. De stoornissen beïnvloedden zijn gedrag ten tijde van het ten laste gelegde duidelijk wel, maar niet algeheel.
Het advies is om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van een psychologisch rapport d.d. 2 mei 2014, opgemaakt door mevr. drs. C. Sipma, GZ-psycholoog te Groningen en ingeschreven in het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie:
Bij verdachte is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een borderline
persoonlijkheidsstoornis. De persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door een stoornis in de impulscontrole en agressieregulatie, een beperkte frustratietolerantie, een gebrekkige
gewetensvorming, het ontbreken van spijtgevoelens over ongeoorloofd gedrag en een beperkt empathisch vermogen. Daarnaast is er bij verdachte sprake van instabiliteit in relaties en affectlabiliteit. Hiervan was ook sprake ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde, indien bewezen.
Bovenbeschreven persoonlijkheidsstoornis beïnvloedde de gedragskeuzes c.q. de gedragingen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde, indien bewezen, zodanig dat dit deels daaruit verklaard kan worden.
Verdachte wist ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten, indien bewezen, wel dat zijn gedrag maatschappelijk onaanvaardbaar was, maar was op dat moment niet in staat om zijn wil en handelen dienovereenkomstig te bepalen. Bovendien kan men stellen dat de waarneming van verdachte, met name waar het zijn familie betreft, in grote mate gekleurd wordt door zijn persoonlijkheidsproblematiek en dat dit leidt tot de enorme boosheid en agressie. Derhalve moet verdachte ook naar het oordeel van de psychologe verminderd toerekeningsvatbaar worden geacht voor het tenlastegelegde, indien bewezen.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusies van de psychiaters en de psychologe en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking: de aard en de ernst van de gepleegde feiten; de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan; hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; de eis van de officier van justitie; de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 3 september 2014.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 220 uren, subsidiair 110 dagen hechtenis, en voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van 250 dagen met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan een gedeelte groot 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met de bijzondere voorwaarden toezicht van de reclassering hetgeen mede zal inhouden een meldplicht, een ambulante behandeling bij de A.F.P.N. of soortgelijke ambulante behandeling, begeleiding in de financiële situatie, aanvaarden van aangepaste woonvorm, indien en voor zover dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht.
De raadsman heeft onder meer gepleit tot een lagere straf dan door de officier van justitie gevorderd.
De rechtbank overweegt het volgende. Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn moeder door zeer veelvuldig telefonisch contact te zoeken met en of sms-berichten te verzenden aan zijn moeder, waarbij hij haar uitschold en haar bedreigde met de dood. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan het vernielen van een tuinhekje van zijn moeder.
De veelvuldige bedreigingen hebben een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn moeder en huisgenoten en hebben zijn moeder langdurig gevoelens van angst, boosheid, onzekerheid en onmacht bezorgd, welke gevoelens nog werden versterkt door het feit dat hij regelmatig bij de woning van zijn moeder langs reed.
Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting en aan een poging tot afpersing.
Ook heeft verdachte zich nog schuldig gemaakt aan een belediging via internet.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 3 september 2014.
Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheden en achtergronden van de verdachte zoals omschreven in de reclasseringsadviezen van Reclassering Nederland te Groningen van 11 februari 2014 en 9 september 2014, het voormelde psychiatrisch rapport van 1 mei 2014 en het voormelde psychologisch rapport van 2 mei 2014.
De rechtbank vindt het positief dat verdachte al bezig is met het ondergaan van therapie en dat er systeemtherapie op gang is gekomen, waarin wordt gewerkt aan de verstandhouding tussen verdachte en zijn moeder.
De rechtbank houdt verder nog rekening met het op de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 ad informandum gevoegde feit met het nummer 1.930134-14 (oplichting, gepleegd in de periode 8 tot 25 november 2013 te Molenbeersel in België). Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dit feit te hebben begaan. Dit feit is hiermee afgedaan.
De rechtbank acht in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden passend en geboden dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 110 uren, subsidiair 55 dagen hechtenis, en voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van 130 dagen met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan een gedeelte groot 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met de bijzondere voorwaarden toezicht van de reclassering, hetgeen mede zal inhouden een meldplicht, een ambulante behandeling bij de A.F.P.N. of soortgelijke ambulante behandeling, begeleiding in de financiële situatie, aanvaarden van een aangepaste woonvorm, indien en voor zover dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht.

Dadelijke uitvoerbaarheid

De officier van justitie heeft gelet op artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht gevorderd, dat de rechtbank zal bepalen dat de hierna te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van feiten als bedoeld in artikel 14e Sr gelet op de omstandigheden waaronder en de wijze waarop de bedreigingen plaatsvonden.

Benadeelde partij [aangever 1]

De benadeelde partij heeft met betrekking tot het tenlastegelegde feit 2 vermeld op de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13 een vordering tot vergoeding van geleden (materiële) schade ingediend ten bedrage van € 1.350,00.
De rechtbank acht de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van dat tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij c.q. aangever in het onderhavige feit is de broer van verdachte. De vervolging had slechts plaats kunnen vinden op een tegen de verdachte gerichte klacht tot vervolging, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 316 en 353 van het Wetboek van Strafrecht.
De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.830181-11
De rechtbank acht de vordering van de officier van justitie toewijsbaar nu de verdachte, eerder veroordeeld tot een deels voorwaardelijke werkstraf bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen d.d. 30 november 2011, zich tijdens de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
De rechtbank zal gelasten dat de niet tenuitvoergelegde werkstraf van 20 uren alsnog zal worden tenuitvoergelegd.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14f, 14g, 14h, 22b, 22c, 22d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van feit 2 vermeld op de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 zowel onder 3 primair als onder 3 subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem mitsdien daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde in de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13 onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7, in de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 onder 1 en onder 2 primair, in de dagvaarding met parketnummer 19.029308-12 en in de dagvaarding met parketnummer 18.019217-14 onder 1 primair en onder 2, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de dagvaarding met parketnummer 18.930397-13 onder 1, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7, in de dagvaarding met parketnummer 18.930134-14 onder 1 en onder 2 primair, in de dagvaarding met parketnummer 19.029308-12 en in de dagvaarding met parketnummer 18.019217-14 onder 1 primair en onder 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte voorts tot een
taakstrafbestaande uit
110 urenwerkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 55 dagen zal worden toegepast.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van
130 dagen, waarvan een gedeelte groot
120 dagenvoorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt,
of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot toezicht op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden overeenkomstig artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid van het wetboek van strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij Reclassering Nederland, Nijlandstraat 147 te 9401 AL Assen, 050-3188188 (indien nog gedetineerd telefonisch voor het maken van nadere afspraken), en zich hierna blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit tijdens de proeftijd noodzakelijk acht;
  • zich houdt aan de aanwijzingen die hem door de reclassering worden gegeven;
  • verplicht meewerkt aan een ambulante behandeling bij de A.F.P.N. of soortgelijke ambulante instelling, indien en voor zover dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht;
- zich laat opnemen in een beschermde woonvorm van Enter te Assen of een soortgelijke instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van de reclassering;
- meewerkt aan eventuele extra geboden begeleiding in verband met zijn financiële –problematiek, voor zover dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank heft op het geschorste bevel tot bewaring.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij
[aangever 1]te Beilen niet ontvankelijk is in haar vordering.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.830181-11
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van 20 uren werkstraf, subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 30 november 2011.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mr. J.J. Schoemaker en mr. P.J. van Steen, rechters, in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 26 september 2014, zijnde mr. B.I. Klaassens en mr. P.J. van Steen buiten staat dit vonnis binnen de daartoe door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.