Psychiater Den Boer stelt in voornoemd psychiatrisch rapport van 16 oktober 2013, onder meer, dat er bij verdachte sprake is van een nog aanwezig en motiverend waansysteem, terwijl dit systeem gevoed blijft door akoestische en visuele hallucinaties. Het middelengebruik, waaronder cannabis en amfetamines, kunnen een toename van de ernst van de psychotische symptomen veroorzaken. Deze factoren zijn ingebed in structurele beperkingen in denken en handelen van verdachte. Beperkt zicht op consequenties, niet planmatig kunnen werken, impulsiteit en moeite met sturing, leiden ertoe dat verdachte niet te begeleiden is in de huidige ambulante setting, waardoor hij nu reeds opnieuw met justitie in aanraking is gekomen. Deze hernieuwde contacten met justitie worden door de psychiater
gezien als een gevolg van de stoornis en een onderstreping van het hierdoor gevormde
risico op recidive. De context waarin verdachte zich bevindt en zijn eigen wensen hierin, maken dat hij zich nauwelijks begeleidbaar kan opstellen. Zijn wensen en ideeën staan zo ver af van dat wat als realistisch te beschouwen valt, dat (noodzakelijke) hulpverlening altijd te kort zal schieten in zijn ogen. Motivatie om adviezen op te volgen, mogelijk medicatie in te nemen, en genoegen te nemen met een minder grootse toekomst, is beperkt. Hierdoor zal hulpverlening op vrijwillige basis nauwelijks ingang kunnen vinden, terwijl dit noodzakelijk is om herhaling van contact met justitie te vermijden.
De psychiater adviseert verdachte op te nemen in een psychiatrisch ziekenhuis ter
behandeling van het psychotisch toestandsbeeld en ter inventarisatie van de noodzakelijke
ondersteuning bij wonen en werken, waarbij het gedrag van verdachte begrepen dient te
worden vanuit zijn beperkingen en niet geduid dient te worden als manipulatief. Een
dergelijke behandeling zou plaats kunnen vinden in een kliniek als de FPK Assen, waarbij
art. 37 Wetboek van Strafrecht als juridisch kader zou kunnen gelden. Onderzoeker gaat uit
van een lange behandelduur, met een noodzaak voor blijvende structurerende en
ondersteunende begeleiding. Deze begeleiding zou op termijn vrijwillig of binnen het kader
van de wet verplichte behandeling verder voortgezet kunnen worden.