ECLI:NL:RBNNE:2014:4564

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 augustus 2014
Publicatiedatum
18 september 2014
Zaaknummer
C18/150312/PR RK 14-281
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek in afgedane strafzaak niet ontvankelijk verklaard

Op 15 augustus 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beslissing genomen op een verzoek tot wraking van mr. J.V. Nolta, rechter in de afdeling strafrecht. Het verzoek werd ingediend door de verzoeker, die betrokken was in een strafzaak met parketnummer 18/125890-13. Het verzoekschrift werd op 5 augustus 2014 ingediend en op 6 augustus 2014 ontvangen door de griffie van de rechtbank. De verzoeker stelde dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek niet ontvankelijk was. Dit was gebaseerd op het feit dat de strafzaak waarin het verzoek tot wraking was gedaan, inmiddels was geëindigd met een uitspraak op 30 september 2013. Hierdoor was er geen rechter meer die de zaak behandelde in de zin van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank concludeerde dat niet aan het formele vereiste voor wraking was voldaan, en dat er derhalve geen mondelinge behandeling nodig was. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking en beval de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan zowel de verzoeker als aan mr. J.V. Nolta. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de meervoudige kamer, in aanwezigheid van de griffier K. Bootsman.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Locatie Groningen
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer / rolnummer: C18/150312/PR RK 14-281
Beslissing van 15 augustus 2014
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker.

1.Procesverloop

Bij brief van 5 augustus 2014, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 6 augustus 2014, heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van
mr. J.V. Nolta, rechter in de afdeling strafrecht van deze rechtbank, in de strafzaak met parketnummer 18/125890-13, waarbij verzoeker als verdachte was betrokken.

2.De beoordeling

Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoeker wraakt in de procedure met parketnummer 18/125890-13.
Artikel 512 Sv luidt: Op verzoek van de verdachte of het openbaar ministerie kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
De zaak, waarin het verzoek tot wraking is gedaan, is inmiddels geëindigd met een uitspraak op 30 september 2013. Dat betekent dat er niet langer sprake is van “ een rechter die de zaak behandelt “ in de zin van bovengenoemde bepaling. Nu niet aan dit formele vereiste voor wraking is voldaan zal klager in zijn verzoek niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verklaart klager niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
3.2.
beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker en aan
mr. J.V. Nolta.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J.AM. Dijkers, voorzitter en
mrs. L.H.A.M. Voncken en M.W. de Jonge, leden, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2014.