1.De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
1.1Eiser, geboren op [geboortedag] 1954, woont te [woonplaats] en is in het jaar 2008 in dienstbetrekking bij [X] B.V. ([X]). Deze B.V. is onderdeel van het [X] concern, dat zich bezig houdt met gespecialiseerde olieboringen ten behoeve van grote oliemaatschappijen.
1.2In 2008 heeft eiser 175 dagen voor [Y] GmbH, de Duitse vestiging van het concern, gewerkt. Eiser ontving voor deze werkzaamheden, naast zijn gewone salaris, een offshore allowance van € 317 per gewerkte dag.
1.3[X] heeft voor de werkzaamheden van eiser een bedrag van $ 1.200 per gewerkte dag aan [Y] GmbH gefactureerd.
1.4Volgens de jaaropgave van [X] heeft eiser in 2008 een loon genoten van in totaal € 97.559 waarop een bedrag van € 40.374 aan loonheffingen is ingehouden.
1.5Eiser is sinds 2001 gedeeltelijk arbeidsongeschikt.
1.6Eiser geniet in 2008 naast zijn looninkomsten van [X] een WAO-uitkering van het UWV. Deze uitkering wordt door het UWV maandelijks overgemaakt op een rekening van [X] en vervolgens door [X] doorbetaald aan eiser. De WAO-uitkering over 2008 bedraagt € 12.613. De doorbetaling van de WAO-uitkering is in de jaaropgave over het jaar 2008 (1.4) begrepen.
1.7In verband met de arbeidsongeschiktheid van eiser zijn door [verzekeringsmaatschappij] in 2008 uitkeringen van in totaal € 11.867 betaald aan [X]. Eiser is de gerechtigde van deze [verzekeringsmaatschappij]-uitkeringen. Het bedrag van € 11.867 is door [X] niet doorbetaald aan eiser.
1.8Eiser beschikte in 2008 over een zogenaamde E101-verklaring van de Sociale Verzekeringsbank. [X] heeft in 2008 op eisers salaris premies volksverzekeringen ingehouden en afgedragen. Door of namens eiser zijn in 2008 in Duitsland geen premies volksverzekeringen betaald of afgedragen.
1.9Eiser heeft aangifte IB/PVV 2008 gedaan van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 96.757. Dit inkomen is als volgt opgebouwd:
Looninkomsten [X] € 97.559
Inkomsten uit eigen woning
€ 802-/-
Belastbaar inkomen uit werk en woning € 96.757
Eiser heeft in zijn aangifte vermindering ter voorkoming van dubbele belasting (aftrek elders belast) gevraagd voor het volledige loon ten bedrage van € 97.559. Bij het vaststellen van de aanslag heeft verweerder het aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning overeenkomstig de aangifte vastgesteld, maar geen aftrek elders belast verleend.
1.1Eiser heeft bij brief met dagtekening 1 november 2011, door verweerder ontvangen op 28 oktober 2011, een bezwaarschrift ingediend tegen de aanslag IB/PVV 2008. Hij verzoekt in dit bezwaarschrift de aanslag te verminderen tot nihil in verband met het recht op aftrek elders belast voor de bij 1.2 bedoelde werkzaamheden. Bij uitspraak op bezwaar heeft verweerder de aanslag gehandhaafd.
1.11In opdracht van de rechtbank heeft verweerder na de mondelinge behandeling op 11 juli 2013 een derdenonderzoek ingesteld bij [X]. Doel van dit onderzoek was om meer duidelijkheid te krijgen over de financiële gang van zaken rond de WAO-uitkering en de [verzekeringsmaatschappij]-uitkeringen. De controlerend ambtenaar heeft zijn bevindingen vastgelegd in het verslag van 8 augustus 2013. In dit verslag staat de volgende specificatie van eisers jaarloon vermeld:
“Soort Vergoeding
Bedrag
Reguliere maandelijkse loon
€
16.596,16
+
Salaris ziekte
€
2.190,66
+
Bijdrage ziektekostenverzekering
€
1.664,40
+
Auto vergoeding
€
3.900,--
+
Offshore allowance (daily charge) gewerkte dagen
€
54.365,50
+
Offshore allowance tijdens ziekte dagen
€
1.244,14
+
Bruto kilometer vergoeding
€
2.032,28
+
Niet verhaalde corr. WW premie
€
3,39
+
Vakantiegeld
€
2.512,85
+
WAO uitkering (UWV)
€
13.362,03
+
Pensioen premie *)
€
1.497,18
-/-
WW premie *)
€
1.063,35
-/-
Vergoeding ZVW
€
2.248,66
+
__________
Totaal = Loon Loonheffing = Loon jaaropgave
€
97.559,44
”.
1.12De WAO-uitkering in de bij 1.11 vermelde specificatie verschilt van het bedrag van de bij 1.6 vermelde WAO-uitkering, omdat [X] de van het UWV ontvangen bedragen abusievelijk inclusief vergoeding van sociale verzekeringspremies en premies Zorgverzekeringswet heeft uitbetaald.
1.13In het bij 1.11 vermelde controleverslag wordt door de controlerend ambtenaar onder andere het volgende vermeld:
“
Van dagen besteed aan vergaderingen, cursussen, thuiswerken etc. is op basis van de ingediende, goedgekeurde en verwerkte formulieren en bij inhoudingsplichtige ingewonnen informatie niets gebleken. Aan de hand van de door [eiser] ingediende declaratieformulieren zijn geen reizen naar bijvoorbeeld het kantoor in [vestigingsplaats] of andere locaties binnen Nederland aangetroffen.”.
1.14Tijdens het bij 1.11 bedoelde vermelde derdenonderzoek was [Z] namens [X] de contactpersoon voor de controlerend ambtenaar. Blijkens het controleverslag heeft zij ten aanzien van de bij 1.7 vermelde [verzekeringsmaatschappij]-uitkeringen het volgende verklaard:
“Volgens [Z] zou [eiser] normaliter, vanwege het afgekeurd zijn, geen recht (meer) hebben op de offshore allowance en de zogenaamde regeling “garantiedagen”. De gemaakte afspraak houdt volgens [Z] in dat hij recht blijft houden op de offshore allowance en de “garantiedagen” maar dat ter compensatie de [verzekeringsmaatschappij] uitkeringen conform in het resultaat van [X] BV vloeien en dus in tegenstelling tot de WAO uitkeringnietaan hem worden doorbetaald.
Gevolg, [eiser] mag de offshore allowancevoor iedere gewerkte
dag claimen. De locatie waar de arbeid verricht wordt (i.c. Nederland of Duitsland) speelt geen rol.”.
1.15[A] van de Sociale Verzekeringsbank heeft verweerder bij mail van 20 augustus 2013 onder andere het volgende meegedeeld:
“Uit ons systeem blijkt dat de Sociale Verzekeringsbank voor [eiser] verklaringen van toepasselijke wetgeving (E 101 verklaringen) heeft afgegeven t/m 31-12-2013. Betrokkene blijft met deze verklaringen sociaal verzekerd in Nederland wanneer hij in het buitenland werkt.
Deze verklaringen werden aangevraagd door zijn werkgever [X] B.V. die bij het indienen van de aanvragen o.a. heeft verklaard dat [eiser] 1 dag per maand in Nederland blijft werken.
Hierdoor zijn deze verklaringen afgegeven voor de situatie ‘wisselend werken’ aangezien er naast het buitenland ook nog deels in het woonland gewerkt wordt.”.