Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter van 16 september 2014
[gedaagde],
Procesverloop
Motivering
De feiten
5. Blijkens artikel 7: 661, eerste lid, BW is de werknemer die bij de uitvoering van de (arbeids)overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever jegens die werkgever niet aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald. Afwijking van het eerste lid is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de werknemer te dier zake is verzekerd, zo blijkt uit het tweede lid van artikel 7: 661 BW, hetgeen impliceert dat aan beide uitgangspunten (een schriftelijke overeenkomst en verzekerd zijn) tegelijkertijd voldaan moet zijn. Nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] betreffende de onderhavige schade is verzekerd, is niet aan de beide uitgangspunten voldaan en kan in het midden blijven of het bepaalde in artikel 73 van de cao als een schriftelijke overeenkomst waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 7: 661, eerste lid BW beschouwd kan worden.