Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
STICHTING KWADRANTGROEP,
1.Procesverloop
2.De vaststaande feiten
Geen indexering in 2013
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vorderde eiser [A] betaling van verschillende vergoedingen van gedaagde Stichting Kwadrantgroep na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst van [A] werd op 1 augustus 2013 ontbonden door de kantonrechter, waarbij een ontbindingsvergoeding van € 35.800,00 was toegekend. Eiser vorderde daarnaast betaling van kosten van rechtsbijstand, een bedrag van € 16.186,51 wegens te late betaling van de ontbindingsvergoeding, en vergoedingen voor niet opgenomen vakantiedagen en indexeringen. De kantonrechter oordeelde dat de vergoeding voor vakantiedagen van € 14.511,40 toewijsbaar was, maar wees de overige vorderingen af. De kantonrechter stelde vast dat de vergoeding voor vakantiedagen losstond van de ontbindingsvergoeding en dat de gedaagde niet in verzuim was met de betaling van de ontbindingsvergoeding, waardoor de vordering tot wettelijke rente werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter M. Jansen op 11 juli 2014.