De vordering van de curator strekt ertoe, dat de rechtbank, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [A], [B] en Jurisol als feitelijk bestuurder, middellijk bestuurder respectievelijk statutair bestuurder van Groustins hebben gehandeld in strijd met artikel 2:248 lid 1 BW (kennelijk onbehoorlijk bestuur) dat in belangrijke mate de oorzaak van het faillissement van Groustins is geweest;
II. voor recht verklaart dat Zwamborn toerekenbaar tekort geschoten is jegens Groustins, althans dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gezamelijke crediteuren van Groustins, door te handelen als omschreven in de dagvaarding, alsmede dat zij gehouden is de daardoor geleden schade aan de curator in zijn betreffende hoedanigheid te voldoen;
III. voor recht verklaart dat Comfort Beheer toerekenbaar tekortgeschoten is jegens Groustins, althans dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gezamenlijke crediteuren van Groustins, door te handelen als omschreven in de dagvaarding, alsmede dat zij gehouden is de daardoor geleden schade aan de curator in zijn betreffende hoedanigheid te voldoen;
IV. [B], Jurisol en [A] hoofdelijk maar ook ieder voor zich te veroordelen tot betaling aan de curator van het bedrag van de schulden van Groustins, voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, welk bedrag nader dient te worden opgemaakt bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 april 2010, althans vanaf de datum van de dagvaarding;
V. Zwamborn te veroordelen tot het vergoeden van de door Groustins respectievelijk de gezamenlijke crediteuren van Groustins als gevolg van Zwamborns toerekenbaar tekortschieten en/of haar onrechtmatig handelen, als omschreven in de dagvaarding, geleden schade, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 april 2010, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. Comfort Beheer veroordeelt tot het vergoeden van de door Groustins respectievelijk de gezamenlijke crediteuren van Groustins als gevolg van Comfort Beheers toerekenbaar tekortschieten en/of haar onrechtmatig handelen, als omschreven in de dagvaarding, geleden schade, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 april 2010, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. [A], [B], Jurisol, Comfort Beheer en Zwamborn hoofdelijk, althans ieder voor zich te veroordelen tot betaling van een voorschot op hetgeen zij uit hoofde van deze procedure aan de curator verschuldigd zijn, ten bedrage van EUR 600.000,00, althans een bedrag, in goede justitie door de rechtbank te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
VIII. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure.