3.een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 25 augustus 2010 (p. 757 e.v.), opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
In mei 2005 heb ik [slachtoffer 2] naar Nederland gebracht.
De rechtbank overweegt dat op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
De rechtbank acht de aangifte van [slachtoffer 1] voldoende betrouwbaar om tot bewijs te dienen. Deze verklaring wordt ook op voldoende punten ondersteund en bevestigd door de overige hierboven opgesomde bewijsmiddelen. De verklaring van aangeefster is dan ook voldoende ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, zodat van die verklaring kan worden uitgegaan. Dit leidt tot het bewijs voor de hieronder bewezen verklaarde onderdelen van de tenlastelegging.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt door verdachte zelf bevestigd, waar het gaat om haar vervoer naar Nederland. Verdachte wist ook dat zij als prostituee in Groningen zou gaan werken.
De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 maart 2005 tot 1 juni 2005, in de gemeente Groningen en/of in Tsjechië,
A
[slachtoffer 1], door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft aangeworven, vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1];
B
[slachtoffer 1], heeft aangeworven en medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;
C
[slachtoffer 1], door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten;
D
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1];
E
[slachtoffer 1], door dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengsten van haar seksuele handelingen met of voor een derde;
bestaande die dreiging met geweld en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of dat misbruik van een kwetsbare positie en/of dat getrokken voordeel en/of de overige hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte
- die [slachtoffer 1] heeft verteld dat ze in Nederland in de prostitutie meer geld
kon verdienen en
- een paspoort voor die [slachtoffer 1] heeft geregeld en
- die [slachtoffer 1] vanuit het buitenland (Tsjechië) naar Nederland (Groningen) heeft gebracht en
- de reis van die [slachtoffer 1] (vanuit Tsjechië) naar Nederland heeft betaald en geregeld en
- die [slachtoffer 1] heeft verteld dat bij grenscontroles zij moest zeggen dat zij op vakantie naar vrienden gingen in Nederland en
- die [slachtoffer 1] in een kwetsbare positie heeft gebracht en gehouden doordat zij, [slachtoffer 1], de Nederlandse taal niet machtig was en niet over inkomsten beschikte en
- die [slachtoffer 1] in een vitrine heeft geplaatst of laten plaatsen en
- die [slachtoffer 1] als prostituee heeft laten werken en haar werktijden heeft bepaald en instructies heeft gegeven en
- die [slachtoffer 1] (onder meer telefonisch) onder controle heeft gehouden, door haar verdiensten door te laten geven en door die [slachtoffer 1] dreigend een SMS-bericht te sturen met de tekst "Waarom neem je de telefoon niet op, wacht maar dat ik kom dan zal ik je in elkaar slaan"
en door die [slachtoffer 1] te bellen dat ze niet mocht slapen en
- die [slachtoffer 1] heeft gedwongen door te werken als ze ongesteld was en
- die [slachtoffer 1] een groot deel van de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte heeft laten afdragen en
- die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezegd dat zij niet met de politie mocht praten, anders zou hij, verdachte, haar vermoorden en dat hij, verdachte, haar altijd zou weten te vinden;
hij in mei 2005, in Tsjechië,
B
[slachtoffer 2], heeft medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.