Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 2 juli 2014
[de vrouw],
[de man],
Procesverloop
Motivering
Beslissing
fn: 631)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de omgang met hun minderjarige kind. De rechtbank heeft de man het recht op omgang met de minderjarige ontzegd, omdat dit in strijd zou zijn met de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van het kind. De zaak volgde op een eerdere beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die de eerdere beslissing van de rechtbank om de minderjarige onder toezicht te stellen had vernietigd. De man, die geen gezag heeft over het kind, gaf aan verrast te zijn door de uitspraak van het hof, maar realiseerde zich dat de juridische procedures en hulpverlening in het verleden geen positieve resultaten hadden opgeleverd. De vrouw daarentegen steunde de uitspraak van het hof en vond het noodzakelijk om de minderjarige rust en ruimte te bieden, aangezien de omgang met de man veel spanning veroorzaakte.
De rechtbank overwoog dat, hoewel zowel de man als de minderjarige recht hebben op omgang, er zwaarwegende belangen van het kind kunnen zijn die deze omgang verhinderen. De rechtbank concludeerde dat de huidige omstandigheden, waaronder de langdurige strijd tussen de ouders en het gebrek aan gezinsvoogdij, een negatieve impact hadden op de ontwikkeling van de minderjarige. De rechtbank achtte het van groot belang dat het kind nu de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen zonder de onrust die de omgang met de man met zich meebracht. Daarom werd het verzoek van de vrouw toegewezen en werd de man het recht op omgang ontzegd.
Deze beschikking is uitgesproken in het belang van de minderjarige, waarbij de rechtbank de nadruk legde op de noodzaak van rust en veiligheid voor de ontwikkeling van het kind.