Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[A],
[B],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 oktober 2013;
- de akte na tussenvonnis zijdens ladingbelanghebbenden;
- de akte zijdens de rederij.
2.De verdere beoordeling
consulting marine surveyor, (hierna: [F]). In zijn verklaring verwijst [F] naar zijn - in een eerder stadium door ladingbelanghebbenden in het geding gebracht - (voorlopig) rapport van 12 april 2010 en vermeldt hij dat dit rapport door hem niet verder kan worden afgerond omdat de rederij geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om nadere informatie.
"inadequately surveyed". Die mededeling ontbreekt op kaart 1266. Deze mededeling is naar het oordeel van de rechtbank van zodanige importantie dat daar bij het plannen van een route in het betreffende gebied kennis van dient te (kunnen) worden genomen. Dit volgt ook uit het feit dat kaart 1266 bij de doorgang door Silver Bank Passage op een tweetal plaatsen
"See Chart 3908"vermeldt, hetgeen betekent dat voor nadere informatie de meer gedetailleerde kaart 3908 dient te worden geraadpleegd. De rechtbank is van oordeel dat het niet aanwezig zijn aan boord van ms 'Harns' van de voor de te plannen en te varen route essentiële zeekaart 3908, mee brengt dat de rederij onvoldoende zorg heeft betracht aangaande de zeewaardigheid van ms 'Harns'. Het verweer van de rederij dat kaart 3908 niet nodig was omdat kaart 1266 in elektronische vorm aanwezig was en daarmee naar believen vergroot kon worden weergegeven wordt verworpen nu het vergroten van kaart 1266 niet maakt dat daarmee de voor de planning van de reis essentiële details naar voren komen die op kaart 3908 staan aangegeven. De vraag of de aanwezige elektronische kaart 1266 up to date was, in de zin dat deze met de meest recente versie was bijgewerkt op het moment van plannen van de reis doet daarmee niet meer ter zake. Het gebrek aan zorg voor de zeewaardigheid van ms 'Harns' wegens het ontbreken van zeekaart 3908 maakt reeds dat de rederij niet is geslaagd in het door haar te leveren tegenbewijs.
"de betreffende passage over Silverbank voorlas"aan de kapitein en de eerste stuurman volgt dat Pilot nummer 70 door [C] aan boord is aangetroffen op het moment dat hij daar eind augustus/begin september 2009 aan boord kwam, is daarmee nog niets gezegd over de vraag of Pilot 71 eveneens aan boord was, laat staan over de vraag of (up to date versies van) Pilots 70 én 71 aan boord waren, en dan ook bij het begin van de reis. Dit klemt te meer nu uit de verklaring van [D] volgt dat ms 'Harns' niet standaard alle Pilots aan boord heeft. [D] heeft terzake immers verklaard:
gebeurt dat met grote regelmaat."
"de betreffende Pilot"met de kapitein raadpleegde - aan boord zijn gekomen, terwijl [C] pas in de loshaven in Altamira aan boord is gekomen, zodat zijn constatering niet op een eerder tijdstip betrekking kan hebben. Voorts is gebleken dat er tussen het moment van vertrek uit Jorf Lasfar, Marokko en het moment van aankomst in Altamira, Mexico, ook nog anderen aan boord zijn gekomen die mogelijkerwijs bepaalde documentatie mee zouden kunnen hebben genomen. Zo heeft [D] verklaard dat kapitein [G] is ingevlogen vanuit Nederland naar de Dominicaanse Republiek en met een sleepboot naar het schip is gebracht, waarna hij als Super Intendant is meegevaren naar Altamira. Uit het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de rederij niet heeft ontzenuwd dat ms 'Harns' op het vereiste moment, te weten bij het begin van de reis, niet over de juiste nautische publicaties aan boord beschikte, hetgeen maakt dat de rederij er ook op dit punt niet in is geslaagd om het benodigde tegenbewijs te leveren.
average bonden de
average guaranteezijn ladingbelanghebbenden bovendien gehouden om hun aandeel in de avarij-grosse zoals bepaald door de dispacheur te betalen, zelfs als deze te wijten te zouden aan de schuld van de rederij, aldus nog steeds de rederij.
"null and void and of no effect". Ladingbelanghebbenden hebben het recht om tegen een vordering tot een bijdrage in de avarij-grosse verweer te voeren. De dispache - voor zover die op enig moment beschikbaar zal zijn - is daarin niet bepalend en bindt partijen niet. De Hoge Raad heeft in voormeld arrest geoordeeld dat tot uitgangspunt dient te worden genomen dat, indien verschuldigd geworden hulploon avarij-grosse wordt verklaard door een reder die niet een redelijke zorg heeft aangewend voor het zeewaardig maken van het schip en aan wiens fout daardoor te wijten is dat de desbetreffende hulp moest worden verleend, dit hulploon ten laste van de reder dient te komen. Voor het geval een ladingbelanghebbende krachtens de toepasselijke avarij-grosse regeling zijn aandeel in dit hulploon heeft betaald aan de eigenaren van het hulpverlenende schip, heeft de ladingbelanghebbende verhaal op de reder van het onzeewaardige schip. Dit is volgens de Hoge Raad in overeenstemming met het stelsel van de York-Antwerp Rules. Waar in dit arrest gesproken wordt van een aandeel in het hulploon geldt dit naar het oordeel van de rechtbank in gelijke mate voor andere kosten en schadeposten waarvan omslag in de avarij-grosse is verzocht.
EUR 2.486,00(5,5 punt x EUR 452,00)