In deze zaak vorderde eiser, een voormalig werknemer van Sportlandgoed Swartemeer B.V., betaling van achterstallig salaris, vakantietoeslag en uitbetaling van overuren. Eiser was in dienst van Sportlandgoed van 1 april 2008 tot 1 april 2013 als zelfstandig werkende kok. De arbeidsovereenkomst was onderworpen aan de CAO Recreatie, die een minimum-CAO is. Eiser stelde dat Sportlandgoed de loonsverhogingen volgens de CAO niet had doorgevoerd en dat er onterecht minuren waren verrekend. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet correct had gehandeld bij de administratie van minuren en dat de verrekening van deze minuren niet kon plaatsvinden. De kantonrechter wees de vorderingen van eiser toe, inclusief het achterstallig salaris over de jaren 2008 tot en met 2013, het salaris over maart 2013 en vakantiegeld over de periode juni 2012 tot en met maart 2013. De kantonrechter benadrukte dat de werkgever verplicht is om een goede administratie bij te houden en dat minuren tijdig gecompenseerd moeten worden. De vordering van eiser met betrekking tot de overuren werd afgewezen, omdat eiser niet voldoende bewijs had geleverd van de gemaakte overuren. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij, Sportlandgoed.