2subsidiair, 4 en 5 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling
Evenals de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een snorfiets, zoals onder 2 primair is ten laste gelegd. Verdachte wordt daarom van dit feit vrijgesproken.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen, telkens zakelijk weergegeven.
(ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde)
De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd:
Ik was van plan om de kroepoek te stelen.
Een proces-verbaal d.d. 11 oktober 2013, opgenomen op pagina 24 t/m 26 van dossier nr. PL01KN 2013106871 d.d. 11 oktober 2013, inhoudende de verklaring van aangever
[aangever 2]:
Ik ben werkzaam als bedrijfsleider bij de supermarkt Albert Heijn, gevestigd aan de Siersteenlaan te Groningen. Op 10 oktober 2013 omstreeks 17:30 uur belde [aangever 1] mij en vertelde dat die man weer in de winkel liep. Samen volgden [aangever 1] en ik de door [aangever 1] aangewezen man door de winkel. Ik zag dat de man een zak kroepoek uit het schap pakte en die in zijn binnenzak stopte. De man liep naar de kassa's maar betaalde daar niets.
Ik sprak de man voorbij de kassa's aan. De man reageerde onmiddellijk verbaal zeer agressief. Ik hoorde dat de man schreeuwde: "Pas maar op. Ik herken jou wel." De man was ook zeer intimiderend met zijn houding. Hij nam ook een houding aan alsof hij mij wilde slaan. Ik zag dat de man een zak kroepoek uit zijn kleding haalde. De man gooide een blik bier voor mijn voeten op de grond. Dit blik bier spatte open.
Een proces-verbaal d.d. 11 oktober 2013, opgenomen op pagina 27 en 28 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 1]:
Gisteren, 10 oktober 2013, omstreeks 16.30 uur was ik aan het werk in de supermarkt Albert Heijn, gevestigd aan de Siersteenlaan te Groningen. Er liep een man langs mij. Gisteren omstreeks 17.30 uur zag ik dat de man weer in de Albert Heijn kwam. Ik belde onmiddellijk mijn bedrijfsleider, [aangever 2]. Samen volgden we de man door de winkel. Ik zag dat de man een zak kroepoek chips uit het schap pakte en dit in de jas onder zijn oksel stopte.
De man liep in de richting van de kassa's en betaalde daar niets. Ik zag dat [aangever 2] de man voorbij de kassa aansprak over de diefstal. Ik zag dat de man een zak kroepoek uit zijn kleding haalde en op de informatiebalie gooide.
Het volgende moment ontplofte de man verbaal. Hij liep naar [aangever 2] en stond bijna met zijn neus tegen de neus van [aangever 2]. Hij blies zich op als een haan. Hij schreeuwde tegen [aangever 2]: "Ik verbouw je hersens." De man deed zijn gebalde vuist naar achter en dreigde [aangever 2] te slaan. De man gooide een blik bier op de grond voor de voeten van [aangever 2].
De agressieve man kwam ook naar mij en ik hoorde dat hij tegen mij zei: "En wat wil jij dan?". Omdat de man verbaal zeer agressief was en met zijn houding intimiderend naar ons, besloten we de man niet aan te houden maar de politie te bellen.
Een proces-verbaal PL01KF 2013106605-14 d.d. 15 oktober 2013, als los document gevoegd bij voormeld dossier, inhoudende de relatering van verbalisant [verbalisant 1]:
Op de beelden zag ik dat de mij bekende [verdachte] zich op donderdag 10 oktober 2013 omstreeks 17.30 uur in de supermarkt Albert Heijn aan de Siersteenlaan te Groningen bevond. Ik zag dat [verdachte] langs de kassa's liep zonder dat hij iets ter betaling aanbood. Hij liep richting de uitgang en werd aangesproken door bedrijfsleider [aangever 2] in aanwezigheid van twee Albert Heijn medewerkers.
Ik zag dat [verdachte] de medewerkers van Albert Heijn intimideerde. Hij pakte blikjes uit zijn kleding en gooide die in de richting van de medewerkers van Albert Heijn. Hij pakte ook de zak kroepoek uit zijn kleding en gooide daarmee.
(ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde)
Een proces-verbaal d.d. 6 oktober 2013, opgenomen op pagina 18 t/m 20 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 3]:
Op 2 oktober 2013 te 20:00 uur had ik mijn snorfiets (merk/type Tomos A35-Hda, kleur groen, kenteken [kenteken]) geplaatst ter hoogte van Stationsplein te Groningen, ter hoogte van de fietsenstalling. Toen ik op 2 oktober 2013 te 23:00 uur mijn snorfiets wilde gebruiken, zag ik dat mijn snorfiets was weggenomen.
Een proces-verbaal d.d. 11 oktober 2013, opgenomen op pagina 5 t/m 8 van voormeld dossier, inhoudende de relatering van verbalisant [verbalisant 2]:
Op 2 oktober 2013 omstreeks 20.15 uur gaf de dienstdoende centralist van de meldkamer een melding uit dat er een crossmotor zonder verlichting in de Borgwal te Groningen heen en weer zou scheuren en voor overlast zou zorgen. Ter plaatse zag verbalisant [verbalisant 3] een snorfiets al slingerend over de weg rijden. De bestuurder bleef hierop bij een groepje jongens stilstaan. [verbalisant 3] is vervolgens uit zijn dienstvoertuig gestapt ten einde de bestuurder van de snorfiets te controleren. De bestuurder bleek de verdachte [verdachte].
Uit een door verbalisant [verbalisant 3] ingesteld onderzoek bleek dat de verdachte [verdachte] bij een groepje jongens was gestopt en tegen hen had gezegd: "Brommer kopen, paar tientjes". Door verbalisant [verbalisant 3] werd de betreffende, door [verdachte] bestuurde snorfiets, merk Tomos, voorzien van het kenteken [kenteken], voor nader onderzoek, inbeslaggenomen.
De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd:
Ik had de brommer van een kennis geleend. Ik ken zijn echte naam niet. Ik heb niet gevraagd of de brommer eerlijk was.
(ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde)
De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd:
Ik ben op 10 oktober 2013 bij de Supercoop geweest en ik heb twee blikjes uit het schap gepakt.
Een proces-verbaal PL01KF 2013107847-1 d.d. 14 oktober 2013, als los document gevoegd bij voormeld dossier, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 7]:
Ik ben bedrijfsleider bij de supermarkt Supercoop, gevestigd aan de Siersteenlaan te Groningen. Ik zag op de camerabeelden van 10 oktober 2013 dat om 17.20.29 uur een man twee blikjes uit het schap pakte en daarmee wegliep.
Ik zag vervolgens dat hij de drank in zijn binnenzak stopte en naar de kassa's liep. De man liep langs een onbemande kassa en liep de winkel uit. Hij had niets ter betaling aangeboden.
Een proces-verbaal PL01KF 2013107847-3 d.d. 15 oktober 2013, als los document gevoegd bij voormeld dossier, inhoudende de relatering van verbalisant [verbalisant 1]:
Ik zag dat de blikjes Sonnema Sinas en de blikjes Sonnema Cola, die in het schap lagen bij de Supercoop, soortgelijk waren aan de 2 blikjes Sonnema Sinas en de 2 blikjes Sonnema Cola, die bij [verdachte] werden aangetroffen op het moment dat hij werd aangehouden.
(ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde)
Een proces-verbaal d.d. 4 september 2013, opgenomen op pagina 65 t/m 67 van dossier nr. PL01PD 2013101293 d.d. 24 oktober 2013, inhoudende de verklaring van aangever
[aangever 4]:
Ik ben werkzaam bij de Jumbo aan de Kerkstraat te Veendam. Vandaag, 4 september 2013, zag ik dat de manspersoon naar de uitgang van de winkel liep. Hierop heb ik hem samen met mijn collega [aangever 5] aangesproken. Op het moment dat wij hem aanspraken, zag ik dat hij zijn tas naar voren haalde en er vervolgens een bijl uithaalde. Ik heb direct een aantal stappen terug gedaan. Op het moment dat ik de manspersoon aansprak, zat er ongeveer een meter tussen hem en mij. Nadat de man de bijl had gepakt, hoorde ik dat hij zei: "Ik zal jullie wel raken met de bijl". Ik voelde mij op dat moment erg bedreigd door de man omdat bij mij de overtuiging bestond dat hij deze bedreiging daadwerkelijk ten uitvoer zou brengen. Op het moment dat de manspersoon mij bedreigde hield hij de bijl voor zijn lichaam.
Een proces-verbaal d.d. 5 september 2013, opgenomen op pagina 69 t/m 71 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 5]:
Op 4 september was ik aan het werk bij de Jumbo. Ik liep samen met [aangever 4] op de man af en vroeg hem rustig of wij even in zijn zwarte schoudertas moeten kijken. Uit het niets zag ik dat deze man met zijn rechterhand zijn tas optilde en met zijn linkerhand een bijl tevoorschijn haalde. Ik hoorde hem hierbij zeggen: "Kom maar", "nou durf je niet meer", "de volgende keer controleer je mij niet weer". Ik ben ervan overtuigd, gezien de houding en de blik in de ogen van de man, dat hij mij met de bijl zwaar lichamelijk letsel dan wel dood wilde maken. Ik zag namelijk dat hij erg boos uit zijn ogen keek. Ik durfde hem om deze reden ook niet meer te benaderen.
Een proces-verbaal d.d. 6 september 2013, opgenomen op pagina 29 t/m 31 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van[getuige 1]:
De man had een bijl in zijn handen. Ik zag dat de man de bijl omhoog geheven in zijn rechterhand had. Uit zijn houding begreep ik wel dat niemand dichterbij moest komen anders zou de man uithalen met de bijl. Ik zag dat de collega's zich terugtrokken en dat de man weg liep van de supermarkt.
Een proces-verbaal d.d. 4 september 2013, opgenomen op pagina 32 t/m 34 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 2]:
Ik zag dat er een manspersoon voor de ingang van de Jumbo stond. Hij droeg een zwarte rugtas op zijn rug. Ineens zag ik dat hij deze tas afdeed en dat hij een bijl uit deze tas haalde. Ik zag dat hij deze bijl in zijn rechterhand vasthield. Hij stond dreigend voor de ingang. Hij stond op ongeveer een meter van de medewerker van de Jumbo. Ik denk dat hij ongeveer een paar minuten met die bijl in zijn hand voor de deur heeft gestaan.
Een proces-verbaal d.d. 5 september 2013, opgenomen op pagina 37 t/m 42 van voormeld dossier, als relatering van verbalisant [verbalisant 4]:
Hierbij een samengevatte weergave van een opgenomen gesprek tussen verbalisanten en de verdachte [verdachte] (K).
(K) Toen liep ik de winkel uit en toen wilden zij in mijn tas kijken. Ik heb die bijl uit mijn tas gepakt en ik zeg: "Wat wil je nou dan." Ik had die dikke vette gozer ook gewoon in zijn kop moeten hakken.
(ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde)
Een proces-verbaal d.d. 3 september 2013, opgenomen op pagina 90 en 91 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 6]:
Mijn elektrische fiets werd gestolen. Hij stond op 30 augustus 2013 tussen 22.25 uur en 23.00 uur nabij de fietsenstalling bij de achterdeur van [woonvoorziening], waar ik woon.
Een proces-verbaal d.d. 6 september 2013, opgenomen op pagina 100 en 101 van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van verdachte:
Die fiets hebben [medeverdachte] en ik gewoon weggenomen. Deze fiets stond achter bij [woonvoorziening] en is van [aangever 6], die oudere bewoner bij [woonvoorziening].
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat op grond van bovengemelde bewijs-middelen wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van twee blikjes mixdrank, zoals onder 3 is ten laste gelegd. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij twee blikjes uit het schap heeft gepakt. Op de camerabeelden is te zien dat hij deze blikjes in zijn jas stopt. Op dat moment geraken de blikjes in de feitelijke heerschappij van verdachte en kan uit de gedraging van verdachte het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening worden afgeleid. Daar komt bij dat bij de aanhouding van verdachte dergelijke blikjes zijn aangetroffen.
Ter terechtzitting heeft verdachte het onder 5 ten laste gelegde, medeplegen van diefstal van een elektrische fiets, ontkend maar de rechtbank houdt verdachte met betrekking tot dit feit aan de bekennende verklaring zoals hij die bij de politie heeft afgelegd.
Bewezenverklaring
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 10 oktober 2013 te Groningen, rond 17.30 uur, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in een winkel van Albert Heijn aan de Siersteenlaan) heeft weggenomen een zak kroepoekchips, toebehorende aan het (winkel)bedrijf Albert Heijn, welke diefstal (rond 17.30 uur) werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen [aangever 1] en [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte (na door die [aangever 2] te zijn aangesproken) agressief en intimiderend voor die [aangever 2] en [aangever 1] is gaan staan en die [aangever 2] en/of
[aangever 1] agressief en intimiderend heeft benaderd en/of daarbij dreigend heeft gezegd: "Pas maar op. Ik herken jou wel", "Ik verbouw je hersens" en/of "En wat wil jij
dan" en vervolgens een (bier)blikje voor de voeten van die [aangever 2] op de grond kapot heeft gegooid, en dreigend zijn gebalde vuist heeft geheven en aldus een voor die [aangever 2] en [aangever 1] dreigende situatie heeft geschapen;
hij op 2 oktober 2013 te Groningen een (groene) snorfiets (merk/type Tomos A35) heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die snorfiets redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op 10 oktober 2013 te Groningen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen blikjes Sonnema Sinas en Sonnema Cola, toebehorende aan het winkelbedrijf Supercoop, vestiging Siersteenlaan;
hij op 4 september 2013 te Veendam [aangever 4] en [aangever 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [aangever 4] en
[aangever 5] een bijl getoond en voorgehouden en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd : "Ik zal jullie wel raken met de bijl" en "Kom maar, nou durf je niet meer. De volgende keer controleer je mij niet weer";
hij op 30 augustus 2013 te Veendam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (elektrische) fiets, toebehorende aan [aangever 6].
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op: