Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[B],
[C],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 december 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 20 februari 2014, welke comparitie gelijktijdig met de comparitie in de zaak onder zaak-/rolnummer C/17/129307 / HA ZA 13-261 is gehouden
- de akte wijziging van eis in reconventie van de zijde van [B] en[C]
- de antwoordakte van de zijde van [A].
2.De feiten
3.De vorderingen
in conventie
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie en in reconventie
hoofdelijkeveroordeling van [B] en[C]. [A] heeft echter nagelaten om te stellen op welke grond deze hoofdelijkheid is gebaseerd. Gelet hierop, alsmede gelet op artikel 6:6 BW zal de gevorderde hoofdelijkheid worden afgewezen.
868,50(1,5 punt x tarief EUR 579,00)