In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, stond de onrechtmatige daad centraal die [B] heeft gepleegd door een filmpje van [A] zonder haar toestemming op YouTube te plaatsen en blootfoto's via MSN te delen. De rechtbank heeft op 21 mei 2014 vonnis gewezen in de zaak tussen [A], eiseres, en [B], gedaagde. De procedure volgde op een tussenvonnis van 18 december 2013, waarin de rechtbank al had geoordeeld dat [B] onrechtmatig had gehandeld. In de vervolgprocedure diende [A] de omvang van de schade en het causaal verband met het onrechtmatig handelen van [B] nader te onderbouwen.
[A] stelde dat de totale schade als gevolg van het handelen van [B] EUR 359.450,00 bedroeg, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank oordeelde echter dat [A] onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde schade. De rechtbank merkte op dat de schade niet voldoende was onderbouwd en dat er geen causaal verband was aangetoond tussen de geleden schade en het onrechtmatig handelen van [B].
Uiteindelijk heeft de rechtbank [B] veroordeeld tot betaling van EUR 3.000,00 aan [A] voor immateriële schade, maar wees het merendeel van de vorderingen af. De rechtbank oordeelde dat de inbreuk op het persoonlijkheidsrecht van [A] een schadevergoeding rechtvaardigde, maar dat de omvang van de schade niet voldoende was aangetoond. De kosten van de procedure werden toegewezen aan [A], waarbij de totale kosten werden vastgesteld op EUR 1.143,05. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 21 mei 2014.