ECLI:NL:RBNNE:2014:233
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Eigenbijdrage AWBZ en buitengerechtelijke kosten in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 januari 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een publiekrechtelijke rechtspersoon, hierna aangeduid als [eiseres], en een gedaagde, hierna aangeduid als [gedaagde]. De eiseres vorderde betaling van een eigen bijdrage in het kader van de AWBZ, alsook vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De eiseres stelde dat [gedaagde] bijdraagt in de kosten van zorg, omdat hij in een instelling verblijft. De vordering betrof een hoofdsom van € 2.601,02, vermeerderd met wettelijke rente en een bedrag voor buitengerechtelijke kosten van € 458,27. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de dagvaarding niet correct was betekend, wat zou leiden tot nietigheid van de procedure. De kantonrechter oordeelde echter dat de dagvaarding op het juiste adres was betekend en dat [gedaagde] in de gelegenheid was geweest om zijn verweer te voeren.
De rechtbank overwoog dat de eigen bijdrage op grond van de AWBZ is vastgesteld en dat [gedaagde] geen bezwaar of beroep had ingesteld tegen de vastgestelde eigen bijdrage. Dit betekende dat de hoogte van de eigen bijdrage vaststond. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van [eiseres] terecht was en dat de gedaagde de verschuldigde bedragen moest betalen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze niet voortvloeide uit een overeenkomst maar uit de wet, en de werkzaamheden van eiseres als herhaalde aanmaningen werden beschouwd.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.