De vordering van [A] c.s. strekt ertoe dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. voor recht verklaart dat ABN AMRO niet bevoegd is de opslag op de euribor ter zake van de Lening te verhogen;
II. ABN AMRO gebiedt de inmiddels toegepaste verhogingen op de opslag met terugwerkende kracht ongedaan te maken;
III. ABN AMRO veroordeelt tot terugbetaling van de door [A] c.s. als gevolg van de ten onrechte doorgevoerde verhoging betaalde opslag voor zover deze uitging boven het oorspronkelijk afgesproken percentage, zulks te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de respectieve data van betaling tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen datum;
IV. ABN AMRO verbiedt de opslag opnieuw te verhogen;
Subsidiair:
V. de overeenkomst op grond van artikel 6:230 lid 2 BW aan te passen, in dier voege dat de verschuldigde rente wordt berekend op basis van het 1-maands euribortarief te vermeerderen met een vaste opslag van 1% en een extra opslag van 0,3%;
VI. ABN AMRO veroordeelt tot terugbetaling van de extra rentelasten als gevolg van de verhoging van 1% van de opslag, zulks te vermeerderen met rente vanaf de datum van (elke) betaling tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen datum;
Meer subsidiair:
VII. voor recht verklaart dat ABN AMRO onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar tekort is geschoten jegens [A] c.s. door de opslag met 1% te verhogen, zonder daartoe (onder meer vanwege artikel 2 ABV en artikel 6:248 lid 1 en lid 2 BW) bevoegd te zijn, nu niet gebleken is dat de verhoging noodzakelijk was, althans voor recht te verklaren dat ABN AMRO de opslag slechts had mogen verhogen voor zover haar eigen fundingskosten waren gestegen, waarbij de herfinancieringsrente van de ECB als bovengrens had te gelden voor de maximale leenkosten;
VIII. ABN AMRO veroordeelt tot terugbetaling van de door [A] c.s. teveel betaalde opslag, althans van de te veel in rekening gebrachte verhoging, zulks steeds te vermeerderen met rente vanaf de respectieve data van betaling tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen datum;
Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:
IX. alles hiervoor, voor zover het niet de betaling van een geldsom betreft, op straffe van een dwangsom van EUR 250,00 per dag voor elke dag dat ABN AMRO nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
X. ABN AMRO veroordeelt in de kosten van deze procedure, alsmede tot betaling van nakosten van EUR 131,00 zonder betekening of EUR 199,00 indien sprake is van betekening, te voldoen binnen tien dagen na de dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis en - zou zij die proceskosten niet binnen die termijn voldoen - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten, gerekend vanaf de laatste dag van de voldoeningstermijn.