In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslagen watersysteemheffing die aan eiseres zijn opgelegd voor de jaren 2011 en 2012. Eiseres, eigenaar van verschillende percelen die als 'Botanisch Hooiland' zijn aangemerkt, betwistte de aanslagen en stelde dat de percelen volledig als natuurterreinen moeten worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inrichting en het beheer van de percelen voor minder dan 10% zijn afgestemd op andere doelstellingen dan het behoud en de ontwikkeling van de natuur. Dit oordeel is gebaseerd op de feiten dat de percelen niet meer agrarisch worden gebruikt, maar jaarlijks worden gemaaid om verschraling te bewerkstelligen, en dat een ecoloog is ingeschakeld om de ontwikkeling van de percelen te ondersteunen. De rechtbank oordeelde dat de aanslagen voor de percelen [X], [Y] en [Z] moesten worden verminderd, en verklaarde de beroepen van eiseres gegrond. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.217. De uitspraak is openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.