In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van meerdere ontuchtige handelingen met minderjarige slachtoffers. De tenlastelegging omvat verschillende incidenten die zich hebben voorgedaan in Assen, Amen en Echten, waarbij de verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan ontuchtige handelingen met meisjes die de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft tijdens de zitting op 14 maart 2014 de verdachte en zijn advocaat, mr. W. de Kleine, gehoord. De officier van justitie, mr. G. Souër, heeft gevorderd dat de verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden wordt veroordeeld, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling.
De rechtbank heeft echter geconstateerd dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft besloten om het onderzoek te heropenen. De rechtbank verzoekt om nader onderzoek door gedragsdeskundigen naar de vraag of er bij de verdachte sprake kan zijn van pedofilie en naar de geheugenproblematiek die door de verdachte is gerapporteerd. Tevens is er behoefte aan een forensisch milieuonderzoek, omdat de verdachte bij eerdere onderzoeken niet volledig heeft meegewerkt. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de officier van justitie en zal de zaak opnieuw behandelen op een nog nader te bepalen datum.
De beslissing van de rechtbank om het onderzoek te heropenen is genomen in het belang van een zorgvuldige en volledige behandeling van de zaak, waarbij de rechten van de verdachte en de belangen van de slachtoffers in acht worden genomen. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte voor de volgende zitting bevolen, met tijdige kennisgeving aan de raadsman en de benadeelde partijen.