ECLI:NL:RBNNE:2014:2128
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- H. de Wit
- C. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in poging tot plofkraak van pinautomaat in Nieuwlande
Op 25 april 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van een poging tot plofkraak op een pinautomaat in Nieuwlande op 26 september 2012. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.J. van Riel. Tijdens de zitting op 11 april 2014 ontkende de verdachte ten stelligste betrokken te zijn geweest bij de poging tot plofkraak. De rechtbank heeft in het dossier geen bewijs kunnen vinden dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij het misdrijf. De enige getuige die de poging tot plofkraak heeft bekend, verklaarde ook dat de verdachte niet betrokken was.
De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: de poging tot het veroorzaken van een explosie in de pinautomaat en de poging tot diefstal van geld uit de pinautomaat. De officier van justitie, mr. P. de Jong, vorderde vrijspraak voor het eerste punt, maar achtte het tweede punt wettig en overtuigend bewezen, met een eis van 12 maanden gevangenisstraf. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet betrokken was bij de plofkraak en dat er onvoldoende bewijs was om hem te veroordelen.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de poging tot plofkraak te bevestigen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet overtuigend kon worden gelinkt aan de misdrijven en sprak hem vrij van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank benadrukte de noodzaak van de presumptie van onschuld en dat de verdachte tot aan een onherroepelijke bewezenverklaring als onschuldig moet worden beschouwd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.