Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[D],
[E],
1.De procedure
2.De vaststaande feiten
de door [B] c.s. verstrekte prognose niet realistisch was;
er ten tijde van het opstellen van de prognose voor [B] c.s. informatie voorhanden was (met name de cijfers van de vestiging[plaats]) die bij deugdelijk onderzoek had geleid tot een andere prognose.
3.Het standpunt van [A]
€130.365,59;
4.Het standpunt van [B] c.s.
grondslag gelegde rapport van Solid Valuation is ondeugdelijk, aldus [B] c.s. Uit het door [B] c.s. in dit kort geding overgelegde deskundigenrapport van De Valck blijkt namelijk dat er géén sprake is geweest van een onjuiste prognose zijdens [B]’s IJsbedrijf als franchisegever. De tegenvallende resultaten van de onderneming van [A] hadden ook niets te maken met een onjuiste prognose. Dé
5.De beoordeling van het geschil
2014 de zaak voor wat betreft het vaststellen de schadevergoeding verwezen naar een schadestaatprocedure. Het betreft in dit kort geding (slechts) een vordering tot betaling van een voorschot, vooruitlopend op een (mogelijke) schadestaatprocedure, alsmede een voorschot in verband met de vernietiging van de franchiseovereenkomst door de rechtbank (ongedaanmaking).
welke door [B]’s IJsbedrijf (en haar hoofdelijk aansprakelijke vennoten) ongedaan dienen te worden gemaakt.