ECLI:NL:RBNNE:2014:1696
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een buschauffeur
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 4 april 2014, staat de vraag centraal of het ontslag van [eiser] door Taxi NOF kennelijk onredelijk was. [eiser], die sinds 15 maart 2007 als buschauffeur bij Taxi NOF werkte, werd ontslagen in het kader van de beëindiging van de inhuurovereenkomst met Connexxion, die op 8 december 2012 eindigde. Taxi NOF had geen andere mogelijkheden dan de arbeidsovereenkomsten met de buschauffeurs, waaronder [eiser], te beëindigen. De kantonrechter oordeelt dat Taxi NOF voldoende heeft aangetoond dat er geen andere passende functies voor [eiser] beschikbaar waren binnen het bedrijf en dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst noodzakelijk was in het licht van de gewijzigde omstandigheden na de gunning van de nieuwe concessie aan Arriva.
De kantonrechter overweegt dat de gevolgen van het ontslag voor [eiser] ernstig zijn, gezien zijn leeftijd en de huidige arbeidsmarktsituatie. Echter, de rechter concludeert dat Taxi NOF niet heeft gehandeld in strijd met hetgeen van een goed werkgever verwacht mag worden. De kantonrechter wijst erop dat de bewijslast voor de kennelijke onredelijkheid van het ontslag bij [eiser] ligt, en dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat Taxi NOF tekort is geschoten in haar zorgplicht. De vorderingen van [eiser] worden dan ook afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagprocedures, vooral in situaties waarin de werknemer een kwetsbare positie heeft. De rechter bevestigt dat de omstandigheden van het ontslag in hun geheel moeten worden beoordeeld, waarbij zowel de belangen van de werkgever als de werknemer in overweging worden genomen.