ECLI:NL:RBNNE:2014:1450
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heling van gestolen goederen na woninginbraken in Joure en Apeldoorn
Op 21 maart 2014 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van heling van gestolen goederen. De verdachte was op 30 november 2013 samen met een medeverdachte aangehouden op verdenking van woninginbraak. De politie had de verdachte en zijn medeverdachte kunnen traceren via een track & trace systeem dat op een gestolen iPad was geïnstalleerd. Tijdens de aanhouding werden in de kofferbak van de auto van de verdachte twee iPads en twee laptops aangetroffen, die afkomstig waren van inbraken in woningen in Joure.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstallen, omdat het tijdsverloop tussen de diefstal en de aanhouding te groot was. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan heling, omdat hij wist dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank legde een gevangenisstraf van twee maanden op, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen direct verband was tussen de heling en de gevorderde schade.
De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 47, 55 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, en concludeerde dat de verdachte strafbaar was voor het medeplegen van opzetheling. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rechten van de verdachte te waarborgen, zelfs in gevallen van ernstige beschuldigingen.