ECLI:NL:RBNNE:2014:1436

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
20 maart 2014
Zaaknummer
C-17-128816- HA ZA 13-233
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van leverancier voor gebrekkige vloerplaat in paardentrailer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap Avéro Achmea Schadeverzekeringen N.V. (eiseres) en de besloten vennootschap Wolvega Panelen B.V. (gedaagde). Avéro, als aansprakelijkheidsverzekeraar van Atec Aanhangwagens B.V., vorderde schadevergoeding van Wolvega Panelen wegens gebrekkige vloerplaten in een paardentrailer die door Atec was geleverd aan een klant. De vloerplaten, geproduceerd door Wolvega Panelen, zouden niet voldoen aan de verwachtingen die Atec op basis van de overeenkomst mocht hebben, wat leidde tot schade aan een paard tijdens het transport.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Avéro niet voldoende heeft aangetoond dat de vloerplaten niet aan de overeenkomst beantwoordden. Wolvega Panelen voerde aan dat de schade mogelijk het gevolg was van andere factoren, zoals de constructie van de trailer of het gebruik ervan door de klant. De rechtbank oordeelde dat Avéro niet aan haar stelplicht had voldaan en dat de enkele omstandigheid dat het paard door de vloer was gezakt, onvoldoende was om aan te nemen dat de vloer niet voldeed aan de overeenkomst.

De rechtbank heeft de vordering van Avéro afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Wolvega Panelen, vastgesteld op EUR 3.624,00. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor eisers om specifieke en onderbouwde stellingen te doen over de gebreken van geleverde producten, vooral in het kader van aansprakelijkheid en schadevergoeding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/128816 / HA ZA 13-233
Vonnis van 19 maart 2014
in de zaak van
de naamloze vennootschap
AVÉRO ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe, kantoorhoudende te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WOLVEGA PANELEN B.V.,
gevestigd te Wolvega,
gedaagde,
advocaat mr. F. van Kersbergen, kantoorhoudende te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Avéro en Wolvega Panelen genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 november 2013
  • het proces-verbaal van comparitie van 4 februari 2014
- het faxbericht van 14 februari 2014 van mr. Van Kersbergen met het verzoek om aanpassing van het proces-verbaal van comparitie
- het faxbericht van 20 februari 2014 van mr. N. Dekker (de behandelend advocaat van Avéro) als reactie op het faxbericht van 14 februari 2014, alsmede het verzoek om aanpassing van het proces-verbaal van comparitie
- het faxbericht van 14 maart 2014 van mr. Van Kersbergen als reactie op het faxbericht van 20 februari 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Avéro is de aansprakelijkheidsverzekeraar van Atec Aanhangwagens B.V (hierna: Atec).
2.2.
Atec legt zich onder meer toe op de vervaardiging van aanhangwagens en opleggers.
2.3.
Wolvega Panelen produceert al meer dan 40 jaar op maat gesneden sandwichpanelen. Sinds het jaar 2008 levert Wolvega Panelen ook een lichtgewicht vloerpaneel van de zogenaamde MonoPan serie. Dat type bestaat uit polypropeenhoningraat met een door glasvezel versterkte polypropeen-toplaag. Wolvega Panelen koopt grote platen MonoPan in bij de fabrikant Wihag. Wolvega Panelen snijdt deze grote platen vervolgens op maat ten behoeve van diverse doeleinden, waaronder vloeren in paardentrailers. Deze vloerplaten worden aan diverse producenten van paardentrailers geleverd. In totaal heeft Wolvega Panelen ongeveer 300 MonoPan vloeren voor paardentrailers afgeleverd.
2.4.
Medio maart 2008 heeft Atec een nieuwe polyester paardentrailer (hierna: de paardentrailer) verkocht en geleverd aan mevrouw [partij] (hierna: [partij]), manager van [bedrijf], een in Rivieres (Frankrijk) gevestigde manege en hippische club. [partij] gebruikt paarden met een hoog temperament. De paardentrailer werd door haar intensief gebruikt.
2.5.
De paardentrailer, die geschikt was voor het vervoer van twee paarden, was ten tijde van de hiervoor bedoelde verkoop uitgerust met een kunststofvloer die door Atec was gekocht bij Verpol.
2.6.
Wolvega Panelen heeft per 1 oktober 2008 voor Honeycomp Monopan 25 mm core 120 kg/m3 2 x 0,7 TN vloerplaten zoals de onderhavige, een aparte garantieverklaring aan Atec afgegeven. Deze garantieverklaring luidt - voor zover van belang - als volgt:
GARANTIEVERKLARING
[…]
met betrekking tot:
HONEYCOMP MONOPAN 25 MM CORE 120 KG/M3 2 X 0.7 TN TBV PAARDENTRAILER VLOEREN VOORZIEN VAN DEUGDELIJKE RUBBEREN GIETVLOER VAN MINIMAAL 10MM - ORDERNUMMER ATEC: FACTUURNUMMERS WOLGEVA PANELEN & COMPOSITIES:
Ingaande
01/10/08
voor de duur van
120 maandengarantie te verlenen en wel onder de navolgende bepalingen.
Artikel 1 Duur en omschrijving garantie
1.1
Opdrachtnemer staat voor een periode van
120 maandenna (op)levering in voor de goede uitvoering van de hieronder omschreven prestatie.
1.2
Indien de opdracht bestaat uit de levering van een zaak dan staat de opdrachtnemer voor de periode van
120 maandenin voor de deugdelijkheid van de geleverde zaak.
1.3
Opdrachtnemer staat in voor de goede uitvoering (van een aangenomen werk ten opzichte) van constructie en materiaal voor zover opdrachtnemer vrij was in de keuze daarvan, met dien verstande dat door hem voor alle delen welke gedurende een termijn van
120 maandenna levering door onvoldoende constructie en/of ondeugdelijk materiaal defect raken, kostenloos nieuwe delen zullen worden geleverd. De te vervangen delen moeten daartoe aan opdrachtnemer worden gezonden. Opdrachtnemer wordt daarvan eigenaar. Demontage of montage van deze delen komt voor rekening van opdrachtgever. Transportkosten van de ondeugdelijke zaak zijn voor rekening van opdrachtnemer.
[…]
Artikel 4 Algemene uitsluitingen
4.1
Gebreken ontstaan door normale slijtage, onoordeelkundige behandeling of onoordeelkundig of onjuist onderhoud of die welke zich voordoen na wijziging of reparatie door of namens opdrachtgever zelf of door derden aangebracht, blijven buiten de garantie. […]
Artikel 6.1 (herstel schade)
- Indien de garantie regeling van toepassing is vergoeden wij het aantal arbeidsuren x EUR 50,00 met een maximum van EUR 500.00 per calamiteit (per geval)
(dit bedrag kan alleen tot uitkering komen in combinatie met een herlevering van een Monopan vloer onder artikel 6)
Artikel 7 Aansprakelijkheid
7.2
Niet voor vergoeding in aanmerking komt enige vorm van gevolgschade, onder andere bestaande uit bedrijfsschade en stagnatieschade. Tevens wordt opzichtschade van vergoeding uitgesloten. Dat wil zeggen schade die door of tijdens de uitvoering van het aangenomen werk wordt toegebracht aan zaken waaraan wordt gewerkt of aan zaken die zich bevinden in de nabijheid van de plaats waar gewerkt wordt. Tenslotte wordt ook schade veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van hulppersonen uitgesloten van vergoeding.
Datum: 01/01/2009
Naam WOLVEGA PANELEN & COMPOSITIES
Handtekening: Alex M. Travaillé
2.7.
Op 9 februari 2009 heeft Wolvega Panelen op verzoek van en in overleg met Atec de buigsterkte van de MonoPan paardentrailervloer laten testen door de firma Fenner Dunlop. Atec heeft ten behoeve van deze test de benodigde gegevens aangeleverd, zoals de omvang van de te testen overspanning, de grootte van de uit te oefenen krachten, de omvang van de drukvoet etc. Ook heeft Atec uitdrukkelijk aangegeven op welke manier zij de vloer getest wilde zien. De aangeleverde gegevens waren gebaseerd op de kenmerken van een trailer en van een (gemiddeld) paard. Met een testpaneel is een overspanning van 408 millimeter getest. Twee zijden van de testplaat werden daarbij door balken ondersteund. In de paardentrailers van Atec geldt een min of meer gelijke maximale overspanning van de plaat, maar de plaat wordt daar aan vier zijden ondersteund, waarbij de overspanning in het achterste gedeelte van de trailer maximaal 300 millimeter is. Uit deze test blijkt dat bij een kracht van 6000 Newton (hetgeen gelijk staat aan ongeveer 611 kilogram) blijvende vervorming optrad. Bij een kracht van 13000 Newton (hetgeen gelijk staat aan ongeveer 1.325 kilogram) trad sterke vervorming op, maar de plaat brak of scheurde nog niet. Wel liet de toplaag los.
2.8.
Op of omstreeks 14 februari 2009 is een paard van [partij] met zijn achterbenen door de kunststofvloer van de (op dat moment stilstaande) paardentrailer gezakt, althans is er schade aan de bodem van de paardentrailer opgetreden.
2.9.
Atec heeft de vloer van de paardentrailer in opdracht van [partij] in april 2009 vervangen door een vloerplaat uit de MonoPan serie die Atec heeft gekocht bij Wolvega Panelen. Het betrof een Honeycomp Monopan 25 mm core 120 kg/m3 2 x 0,7 TN Vloerplaat, waarover door Atec een rubberen laag van ongeveer 10 mm is gegoten. Losse vloerplaten werden destijds vaker door Atec afgenomen van Wolvega Panelen.
2.10.
Op de inkoopbestelling van Atec ten aanzien van de hiervoor bedoelde MonoPan vloerplaat, is onder meer het volgende vermeld:
Op al onze offerteaanvragen en [naam 5] zijn van toepassing onze algemene inkoop- en (onder)aannemingsvoorwaarden, gedeponeerd en opvraagbaar bij de Kamer van Koophandel in Den Bosch […]. Deze voorwaarden zijn u reeds ter hand gesteld. Andersluidende voorwaarden, waaronder die van opdrachtnemer, gelden niet en worden uitdrukkelijk van de hand gewezen.
2.11.
In de artikelen 12.1 en 12.2. van de algemene inkoop- en (onder) aannemingsvoorwaarden van Atec is bepaald:
Opdrachtnemer is aansprakelijk voor alle directe en indirecte schade, ontstaan door een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad van opdrachtnemer, diens ondergeschikte of diens hulppersonen. Hieronder is mede begrepen alle schade, die ontstaat door de aanwezigheid en het gebruik van zaken die opdrachtnemer bij de uitvoering van de overeenkomst heeft betrokken.
Opdrachtnemer zal opdrachtgever geheel vrijwaren tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade als in het eerste lid bedoeld.
In artikel 14 is voorts bepaald:
Opdrachtnemer garandeert voor een periode van 5 jaar na ingebruikname, tenzij anders is overeengekomen, dat de (op)geleverde zaken en het werk van goede kwaliteit zijn, vrij van constructie-/ materiaal- en fabricagefouten en dat zij aan de overeenkomst beantwoorden. […]
2.12.
Op 19 mei 2011 vervoerde [partij] één paard met de paardentrailer, te weten de merrie Tcheka de Menardiere (hierna: het paard). Tijdens dit transport is het paard met haar achterbenen door de (MonoPan) vloer van de paardentrailer gezakt. Hierdoor is het paard ernstig gewond geraakt. Het paard is vervolgens ruim twee maanden intensief verzorgd maar haar verwondingen en nadien opgetreden complicaties waren dermate ernstig dat men genoodzaakt was het paard op 8 augustus 2011 te laten inslapen.
2.13.
[partij] heeft Atec, als leverancier van de paardentrailer, bij brief van 20 mei 2011 aansprakelijk gesteld.
2.14.
Op 30 november 2011 heeft de heer [naam 1] van Atec, de heer [naam 2] van Wolvega, alsmede de door hun verzekeraars ingeschakelde experts de paardentrailer en de (MonoPan) vloerplaat geïnspecteerd. Wihag, de producent van de vloerplaten, heeft een week later eveneens een inspectie uitgevoerd.
2.15.
De aansprakelijkheid van Atec jegens [partij] is namens Atec door Avéro erkend.

3.De vordering

3.1.
De vordering van Avéro strekt ertoe, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primair:
Wolvega Panelen veroordeelt om op grond van artikel 6:74 BW jo. artikel 7:17 BW tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Avéro te vergoeden het bedrag van EUR 45.551,58, althans Avéro veroordeelt tot vergoeding van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de door Avéro geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf betaling, althans en subsidiair vanaf 9 september 2011 (eerste maal dat vergoeding werd gevorderd), dan wel vanaf de datum der dagvaarding;
subsidiair:
Wolvega Panelen veroordeelt om op grond van artikel 6:162 BW tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Avéro te vergoeden het bedrag van EUR 45.551,58, althans Wolvega Panelen veroordeelt tot vergoeding van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de door Avéro geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf betaling, althans en subsidiair vanaf 9 september 2011 (de eerste maal dat vergoeding van schade werd gevorderd), dan wel vanaf de datum der dagvaarding;
2. Wolvega Panelen veroordeelt tot betaling aan Avéro van de kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte en buitengerechtelijke bijstand van EUR 7.131,65, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van betaling althans en subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algemene voldoening;
3. Wolvega Panelen veroordeelt in de kosten van het geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede Wolvega Panelen veroordeelt in de nakosten met een bedrag van EUR 131,00 dan wel, indien betekening plaatsvindt, met een bedrag van EUR 199,00 en de eventuele verdere executiekosten.
3.2.
Wolvega Panelen voert verweer.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna - voor zover van belang - nader ingegaan.

4.Het geschil en de beoordeling daarvan

4.1.
Verzoeken tot aanpassing proces-verbaal van comparitie
4.1.1.
Bij faxbericht van 14 februari 2014 heeft mr. Van Kersbergen om aanpassing van het proces-verbaal van comparitie verzocht. Bij faxbericht van 20 februari 2014 heeft mr. N. Dekker (de behandelend advocaat van Avéro) hierop gereageerd en heeft hij eveneens om aanpassing van het proces-verbaal van comparitie verzocht. Mr. Van Kersbergen heeft hier vervolgens bij faxbericht van 14 maart 2014 op gereageerd.
4.1.2.
De rechtbank ziet in deze verzoeken en reacties aanleiding om het proces-verbaal aldus te wijzigen dat:
- wat betreft de verklaring van [naam 3], de zinsnede:
"Ik ben twee keer bij Atec geweest"
wordt vervangen door:
"Ik ben drie keer bij Atec geweest";
- wat betreft de verklaring van mr. Van Kersbergen, de zinsnede:
"Als gevolg van een ondeugdelijke vloer is het paard door de vloer gezakt. Er is daarom alleen recht op een nieuwe vloer en niet op de gevolgschade van de gebeurtenis dat het paard door de vloer is gezakt"
wordt vervangen door:
"Als de vloer ondeugdelijk was, is er alleen recht op een nieuwe vloer en niet op de gevolgschade van de gebeurtenis dat het paard door de vloer is gezakt."
- Wat betreft de verklaring van mr. N. Dekker, de zinsnede:
"Er is niet in geschil dat er sprake is van een constructiefout"
wordt vervangen door:
"Er is niet in geschil dat aan de twee constructievoorwaarden is voldaan".
4.1.3.
Voor het overige zal de rechtbank de verzoeken afwijzen, nu niet gebleken is dat het zou gaan om een kennelijke verschrijving of vergissing en de rechtbank ook overigens, aan de hand van de aantekeningen van de griffier, niet is gebleken dat het proces-verbaal ter zake niet juist is. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, zelfs als de voorgestelde wijzigingen alle zouden zijn overgenomen, zulks niet tot een ander dan onderstaand oordeel zou hebben geleid.
4.2.
Avéro heeft gesteld dat zij als aansprakelijkheidsverzekeraar van Atec een bedrag van EUR 33.000,00 aan [partij] heeft voldaan, alsmede een bedrag van EUR 12.551,58 ter zake van buitengerechtelijke kosten. Hierdoor zijn overeenkomstig artikel 7:962 BW de vorderingsrechten tot vergoeding van schade die Atec jegens Wolvega Panelen had bij wijze van subrogatie overgegaan van Atec op Avéro, aldus Avéro. Op die grond vordert Avéro het totale, door haar aan [partij] uitgekeerde bedrag van EUR 45.551,58 van Wolvega Panelen, vermeerderd met rente en kosten (waaronder buitengerechtelijke incassokosten). Als leverancier van de vloerplaat is Wolvega Panelen volgens Avéro aansprakelijk voor de onderhavige schade, die is ontstaan door het doorbreken van de vloerplaat op 19 mei 2011. De vloerplaten, zoals de onderhavige, zijn door Wolvega Panelen op de markt gezet als paardentrailervloer en Wolvega Panelen wist ook dat de vloerplaat door Atec werd geplaatst in een paardentrailer. De vloerplaat diende dan ook zodanige eigenschappen te bezitten dat deze bestand moest zijn tegen het gebruik als paardentrailervloer. Door het afgeven van een garantieverklaring mocht Atec er bovendien op vertrouwen dat de vloer zeker tien jaar lang de noodzakelijke eigenschappen zou bezitten die Atec op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De geleverde vloerplaat beantwoordde niet aan de overeenkomst zoals in artikel 7:17 BW bedoeld, zodat Wolvega Panelen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met Atec en op grond van artikel 6:74 BW gehouden is de schade te vergoeden. Het paard is immers tijdens normaal gebruik met haar achterbenen door de vloer gezakt, waarmee vaststaat dat de vloer kennelijk niet beantwoordde aan hetgeen Atec op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Avéro merkt daarbij op dat de stelling van Wolvega Panelen dat er ook reeds op 14 februari 2009 een paard van [partij] met zijn achterbenen door de - niet door Wolvega Panelen geleverde - kunststofvloer van de paardentrailer was gezakt, niet juist is. Er is toen slechts schade aan de bodem van de paardentrailer opgetreden. In het licht van de garantiebepaling is het niet aan Avéro om uitgebreid te stellen en te bewijzen wat de oorzaak is van het feit dat het paard door de vloer is gezakt. Het testrapport was kennelijk niet goed. Uit de inspectie die op 30 november 2011 heeft plaatsgevonden en uit de inspectie door Wihag is gebleken dat de vloerplaat niet bestand was tegen het gewicht van het paard. Met het voorgaande heeft Wolvega Panelen tevens een zelfstandige zorgplicht geschonden die kwalificeert als een onrechtmatige daad, aldus Avéro. Avéro doet voorts een beroep op de artikelen 12.1, 12.2 en 14 van de door Atec gehanteerde algemene inkoop- en (onder)aannemingsvoorwaarden.
4.3.
De algemene inkoop- en (onder)aannemingsvoorwaarden van Atec
4.3.1.
Wolvega Panelen heeft allereerst de vernietiging ingeroepen van de door Atec gehanteerde algemene inkoop- en (onder)aannemingsvoorwaarden. Wolvega Panelen heeft daartoe aangevoerd dat deze voorwaarden nimmer aan haar ter hand zijn gesteld.
4.3.2.
Het beroep van Avéro op de algemene inkoop- en (onder)aannemingsvoorwaarden van Atec - en de daarin neergelegde garanties - zal worden verworpen. Wolvega Panelen heeft naar het oordeel van de rechtbank op juiste gronden een beroep kunnen doen op de vernietigbaarheid van deze algemene voorwaarden, zoals in de artikelen 6:233 aanhef en onder b en artikel 6:234 lid 1 BW bedoeld omdat Atec Wolvega Panelen geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Weliswaar heeft Avéro bij dagvaarding gesteld dat Atec deze algemene voorwaarden aan Wolvega Panelen ter hand heeft gesteld maar Wolvega Panelen heeft dit gemotiveerd betwist. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft A. [naam 1], voorheen eigenaar van Atec, aangegeven dat [naam 4] destijds de verkoopgesprekken met Wolvega Panelen heeft gevoerd omtrent de onderhavige vloerplaat en dat hij niet weet of Pop de algemene voorwaarden ook daadwerkelijk aan Wolvega Panelen ter hand heeft gesteld. De rechtbank gaat er op grond van het voorgaande dan ook vanuit dat deze algemene voorwaarden niet daadwerkelijk vóór of bij het sluiten van de onderhavige overeenkomst aan Wolvega Panelen ter hand zijn gesteld.
4.4.
Exoneratie voor gevolgschade
4.4.1.
Wolvega Panelen heeft voorts een beroep gedaan op een in de garantieverklaring opgenomen exoneratie voor gevolgschade. Volgens Wolvega Panelen heeft zij in deze garantieverklaring slechts toegezegd kosteloos een nieuwe vloer te zullen leveren, waarbij aansprakelijkheid voor meer of anders (zoals gevolgschade) uitdrukkelijk is uitgesloten. Het door Avéro gevorderde schadebedrag ziet enkel op gevolgschade. Reeds op deze grond is de vordering van Avéro niet toewijsbaar, aldus Wolvega Panelen.
4.4.2.
Evenals Wolvega Panelen heeft betoogd - en anders dan Avéro heeft gesteld - is de schade waarvan thans vergoeding wordt gevorderd naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als gevolgschade. Weliswaar is in de garantieverklaring in artikel 7.2. bepaald dat gevolgschade niet voor vergoeding in aanmerking komt, maar Avéro heeft naar het oordeel van de rechtbank ter gelegenheid van de comparitie van partijen terecht gesteld dat de (garantie)verplichting die Wolvega Panelen op zich heeft genomen tot (enkel) het vervangen van de vloer, los staat van de kwaliteit die is overeengekomen en dat deze garantie de wettelijke aansprakelijkheid van Wolvega Panelen derhalve niet wegneemt. Indien een garantiebepaling tevens dient om de wettelijke (los van een gegeven garantie) aansprakelijkheid uit te sluiten, behoort zulks naar het oordeel van de rechtbank duidelijk tot uitdrukking te komen in de bewoordingen van de garantiebepaling, hetgeen in het onderhavige geval naar het oordeel van de rechtbank niet is geschied. De garantie is opgenomen in een door Wolvega Panelen aan Atec afgegeven, uitsluitend door Atec ondertekende "garantieverklaring" en maakt dus geen deel uit van algemene voorwaarden waarin diverse rechten en verplichtingen van beide partijen worden geregeld. In deze garantieverklaring wordt beschreven onder welke bepalingen de garantie wordt verleend en wat deze garantie vervolgens inhoudt, te weten (kort samengevat) vervanging van de vloer zonder dat gevolgschade wordt vergoed. Uit deze garantieverklaring blijkt niet - laat staan uitdrukkelijk - dat daarmee ook een exoneratie (geen aansprakelijkheid voor gevolgschade) ten aanzien van de (los van de garantie staande) wettelijke aansprakelijkheid is bedoeld te maken. De op artikel 7:17 BW gebaseerde (primaire) vordering van Avéro stuit dan ook niet af op deze in de garantieverklaring neergelegde exoneratie voor gevolgschade.
4.5.
Artikel 7:17 BW: non-conformiteit
4.5.1.
Wolvega Panelen heeft voorts betwist dat de onderhavige vloer niet aan de overeenkomst beantwoordde. De enkele omstandigheid dat het paard met zijn achterbenen door de vloer is gezakt, is onvoldoende om aan te nemen dat de vloer niet aan de overeenkomst beantwoordde, aldus Wolvega Panelen. Een specifieke oorzaak, anders dan dat de vloer kennelijk het gewicht van het paard niet aankon, is niet aannemelijk gemaakt. Het had volgens Wolvega Panelen op de weg van Avéro gelegen om concreet aan te geven in welk opzicht de vloer bij aflevering gebrekkig was. Nu Avéro dit heeft nagelaten, heeft zij niet aan haar stelplicht voldaan. Wolvega Panelen wijst er op dat zij al ongeveer 300 MonoPan vloeren heeft geleverd, waarbij geen problemen zijn opgetreden. Uit het testrapport - waartoe Atec de gegevens heeft aangeleverd - blijkt voorts dat een MonoPan vloer geschikt is voor toepassing in een paardentrailer. Een paard weegt namelijk vaak minder dan 611 kilogram, terwijl het gewicht is verdeeld over vier drukpunten (de hoeven) in plaats van één (kleiner) drukpunt, zoals in de test. Op basis van de testresultaten kan worden uitgesloten dat een paard uitsluitend door zijn eigen gewicht/kracht door de vloer zakt waarvan de overspanning maximaal 300 mm betreft. Wanneer een paard op een overspanning van 408 mm recht boven één hoef de kracht van zijn volledige gewicht zou uitoefenen (hetgeen in een paardentrailer onmogelijk is), is het breken van het paneel niet eens mogelijk, laat staan bij een kleinere overspanning (die beter ondersteund is) waarop minder kracht wordt uitgeoefend. Volgens Wolvega Panelen is het goed mogelijk dat de montage van de vloer die ná de levering heeft plaatsgevonden door Atec en het gebruik van de paardentrailer door [partij] een rol hebben gespeeld in het breken van de vloer. Zo is reeds eerder, op 14 februari 2009 een paard van [partij] op identieke wijze door de (niet door Wolvega Panelen geleverde) vloer gezakt. Dit maakt aannemelijk dat de oorzaak niet is gelegen in de (twee verschillende) vloeren zelf, maar bijvoorbeeld in de constructie van de trailer, in de bevestiging van de vloer of in het gebruik van de paardentrailer door [partij]. Niet vast staat dat [partij] een normaal gebruik heeft gemaakt van de vloer.
4.5.2. Naar het oordeel van de rechtbank staat het, gelet op de gemotiveerde betwisting van de zijde van Wolvega Panelen, niet vast dat de vloer ten tijde van de levering niet de eigenschappen bezat die Atec daarvan op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De enkele omstandigheid dat het paard door de vloer is gezakt, is daartoe onvoldoende. Wolvega Panelen heeft immers diverse andere, niet voor rekening van Wolvega Panelen komende mogelijke oorzaken genoemd van het breken van de vloer. Het had naar het oordeel van de rechtbank op de weg van Avéro gelegen om een specifieke, voor rekening van Wolvega Panelen komende oorzaak van het breken van de vloer te stellen. Het betoog van Avéro dat het niet aan haar is om uitgebreid te stellen en te bewijzen wat de oorzaak is van het feit dat het paard door de vloer is gezakt gelet op de garantiebepaling, zal worden verworpen. De vordering van Avéro is immers gebaseerd op artikel 7:17 BW (en subsidiair op artikel 6:162 BW) en niet op deze garantiebepaling. Voor zover Avéro heeft beoogd deze vordering ook op grond van de door Wolvega Panelen afgegeven garantieverklaring in te stellen, wordt verwezen naar hetgeen hiervoor is geoordeeld omtrent de garantieverklaring en de daarin opgenomen exoneratie voor gevolgschade. Het beroep van Wolvega Panelen op deze exoneratie gaat in dat geval wél op, zodat een vordering gebaseerd op deze garantieverklaring voor afwijzing gereed ligt.
4.5.3.
Avéro heeft ten aanzien van de oorzaak van het breken van de vloer slechts (meer specifiek) gesteld dat uit de inspectie die op 30 november 2011 heeft plaatsgevonden en uit de inspectie door Wihag is gebleken dat de vloerplaat niet bestand was tegen het gewicht van het paard. Tevens heeft A. [naam 1], voorheen eigenaar van Atec, ter gelegenheid van de comparitie van partijen opgemerkt dat het testrapport "blijkbaar niet goed is". De rechtbank constateert dat Wolvega Panelen onweersproken heeft gesteld dat Atec destijds de benodigde gegevens voor de onderhavige test heeft aangeleverd, te weten de omvang van de te testen overspanning, de grootte van de uit te oefenen krachten, de omvang van de drukvoet en dergelijke en dat Atec ook uitdrukkelijk heeft aangegeven op welke manier zij de vloer getest wilde zien. Indien de oorzaak van het doorbreken van de vloer al gelegen zou zijn in de omstandigheid dat het testrapport niet goed was - en de vloer minder sterk was dan uit dit testrapport bleek - dient dit naar het oordeel van de rechtbank op grond van het voorgaande voor rekening en risico van Atec - en daarmee van Avéro - te blijven. Gesteld noch gebleken is dat de test niet is uitgevoerd conform de wensen van Atec.
4.5.4.
Omdat een andere specifieke oorzaak niet door Avéro is gesteld, zal de vordering worden afgewezen. Gelet op de omstandigheid dat Avéro ter zake niet aan haar stelplicht heeft voldaan, wordt niet toegekomen aan het verstrekken van een bewijsopdracht terzake.
4.6.
Proceskosten
4.6.1.
Avéro zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Wolvega Panelen worden vastgesteld op:
- griffierecht EUR 1.836,00
- salaris voor de advocaat EUR
1.788,00(2 punten x tarief EUR 894,00)
Totaal EUR 3.624,00.
Ook de door Wolvega Panelen gevorderde wettelijke rente over de proceskosten - waarbij de rechtbank een redelijke termijn van 14 dagen zal vaststellen waarbinnen de proceskosten dienen te worden betaald - en de nakosten zullen worden toegewezen zoals in het dictum te melden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Avéro in de kosten van het geding, aan de zijde van Wolvega Panelen vastgesteld op EUR 3.624,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis,
5.3.
veroordeelt Avéro in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op EUR 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Avéro niet binnen 14 dagen na aanschrijving van dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak
heeft plaatsgevonden, met een bedrag van EUR 68,00 aan salaris advocaat,
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2014. [1]

Voetnoten

1.82.