Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2014 in de zaak tussen
[naam eiseres], te Winschoten, eiseres
Procesverloop
Verweerder heeft een verweerschrift (met producties) ingediend.
Overwegingen
Meerjarenperspectief 2012-2015is op pagina 8 het navolgende vermeld:
Bestuursformatieplan 2012-2013is op pagina 6 en pagina 20 het volgende vermeld:
Uit de meerjarenbegroting (…) blijkt dat de personele lasten (…) dienen te verminderen.
(…)
Gelet op het voorgaande en rekening houdend met de voorziene daling van het aantal leerlingen, wordt voor schooljaar 2012-2013 12 fte in het risico dragend deel (RDDF) van de formatie geplaatst. Dit geldt voor de basisscholen en de SBO school (Wim Monnereauschool).’
Daar waar het noodzakelijk is om de formatie (tijdelijk) uit te breiden, zal gebruik gemaakt gaan worden van de Pay-roll constructie. Zo wordt voorkomen dat ongewenste verplichtingen ontstaan. Door op deze wijze een flexibele schil in de formatie te laten ontstaan, kan in de toekomst het aantal RDDF plaatsingen worden verminderd.’
Bij besluit van 27 september 2012 heeft verweerder het door eiseres tegen het besluit van
11 mei 2012 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit is geen beroep ingesteld.
- de O.B.S. de Musselhorst te Musselkanaal voor 0,4586 fte
- de Wim Monneareauschool sbo te Veendam voor 0,4637 fte (totaal 0,9223 fte).
1 augustus 2013 eervol ontslag verleend op grond van artikel 4.7, aanhef en onder d, van de CAO PO 2013 in verband met opheffing van haar functie.
27 september 2012 is vast komen te staan en eiseres tegen dit besluit geen beroep heeft ingesteld, kan zij middels onderhavige procedure niet alsnog opkomen tegen de plaatsing. Dit brengt met zich dat de rechtbank de gronden die hierop zien onbesproken laat.
De rechtbank merkt daarbij wel op dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het hanteren van de door haar voorgestelde afvloeiingslijsten ertoe zouden hebben geleid dat zij in 2012 niet in het rddf zou zijn geplaatst.
1 januari 2013 in werking getreden CAO PO 2013.
Ontslag in verband met opheffing van de betrekking kan niet eerder worden verleend dan nadat de functie een geheel schooljaar is geplaatst in het rddf. Aangezien een plaatsing in het rddf geen terugwerkende kracht kan hebben, betekent dit dat een schriftelijke kennisgeving (aangetekend schrijven) ter zake zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór de aanvang van de zomervakantie van enig schooljaar dient plaats te vinden.’
Uit de toelichting bij artikel 10.4., zesde lid, van de CAO PO 2013 volgt dat een functie een geheel schooljaar dient te worden geplaatst in het rddf.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder opnieuw op het bezwaar moet beslissen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,- (zegge: honderdzestig euro),
mr. E.A. Ruiter, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2014.