ECLI:NL:RBNNE:2014:1361

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
19 maart 2014
Zaaknummer
C/17/132095 / KG ZA 14-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding en gunning van de opdracht voor de vernieuwbouw van de schaatsaccommodatie Thialf

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Noord BV en Thialf OG B.V. over de gunning van een aanbesteding voor de vernieuwbouw van de schaatsaccommodatie Thialf in Heerenveen. VolkerWessels vorderde dat Thialf zou worden geboden om de gunningsbeslissing van 20 december 2013 deugdelijk te motiveren en deze motivering aan de inschrijvers bekend te maken. Daarnaast vorderde VolkerWessels dat Thialf de opdracht niet aan Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling B.V. zou gunnen zolang de gunningsbeslissing niet deugdelijk was gemotiveerd.

De rechtbank oordeelde dat Thialf in haar motivering van de gunningsbeslissing de grenzen van een voldoende motivering had opgezocht, maar dat deze motivering niet zo summier was dat VolkerWessels recht had op een nadere toelichting. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gunningsbeslissing van Thialf voldoende was gemotiveerd, ondanks dat de motivering summier was. De vorderingen van VolkerWessels tot herbeoordeling van de inschrijving of heraanbesteding werden afgewezen.

De rechtbank oordeelde verder dat de inschrijving van Ballast Nedam terecht als winnende inschrijving was aangemerkt. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van VolkerWessels af en gebiedde Thialf om de opdracht aan Ballast Nedam te gunnen, voor zover Thialf op basis van de aanbestedingsprocedure nog steeds tot gunning van de opdracht wenste over te gaan. VolkerWessels werd veroordeeld in de proceskosten van zowel Thialf als Ballast Nedam.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/132095 / KG ZA 14-24
Vonnis in kort geding van 19 maart 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOLKERWESSELS BOUW & VASTGOEDONTWIKKELING NOORD BV,
gevestigd te Groningen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. A.E. Broesterhuizen te Deventer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THIALF OG B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaten: mr. M.J.J.M. Essers en mr. W.M.A. Pronk te Amsterdam,
en als tussenkomende partij:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM BOUW & ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
eiseres in het incident tot tussenkomst,
advocaat: mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam.
Partijen zullen hierna VolkerWessels, Thialf en Ballast Nedam genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Volker Wessels heeft Thialf in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare terechtzitting van 6 maart 2014.
1.2.
Ballast Nedam heeft op 29 januari 2014 een incidentele conclusie tot (primair) tussenkomst althans (subsidiair) voeging genomen.
1.3.
Op 13 februari 2014 heeft vooruitlopend op het op 6 maart 2014 te houden kort geding een regiezitting plaatsgevonden, ter gelegenheid waarvan partijen hun standpunten met betrekking tot het door Ballast Nedam te nemen incidentele verzoek tot tussenkomst/voeging en de afgifte van stukken nader hebben toegelicht.
1.4.
Bij beschikking van 21 februari 2014 – waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden beschouwd - heeft de voorzieningenrechter partijen in kennis gesteld van zijn voornemen om na het uitroepen van het kort geding tussen VolkerWessels en Thialf op 6 maart 2014 de door Ballast Nedam verzochte tussenkomst te zullen toewijzen, alsmede verstaan dat partijen in dit kort geding de dagvaarding en alle overige in het geding te brengen stukken op voorhand aan alle wederpartijen zullen verstrekken.
1.5.
Thialf heeft ter terechtzitting van 6 maart 2014 akte gevraagd, die zij eerder aan de voorzieningenrechter en partijen heeft toegezonden en waarin zij haar standpunt heeft toegelicht.
1.6.
VolkerWessels heeft producties genummerd 1-7 en 7-12 in het geding gebracht. Thialf heeft de producties A, B, G-K en een aanvullende productie E2 in het geding gebracht.
1.7.
Ter terechtzitting van 6 maart 2013 heeft de voorzieningenrechter de door Ballast Nedam verzochte tussenkomst toegestaan. Partijen hebben hun standpunten in de hoofdzaak vervolgens nader toegelicht, waarbij hun advocaten gebruik hebben gemaakt van pleitnotities. De behandeling van onderhavig kort geding heeft plaatsgevonden tegelijkertijd met de behandeling van de kort gedingen in de zaken Friso c.s/Thialf/Ballast Nedam (132103 / KG ZA 14-25) en Jorritsma c.s./Thialf/Ballast Nedam (132031 / KG ZA 14-16).
1.8.
Het vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

In dit kort geding zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
Thialf exploiteert een schaatsaccommodatie te Heerenveen, waar onder meer (inter)nationale schaatskampioenschappen plaatsvinden. De huidige accommodatie van Thialf is ruim 25 jaar oud en is verouderd. Thialf beschikt over een A-status van de Internationale Schaatsunie. Om aan de eisen voor behoud van die A-status te kunnen (blijven) voldoen, dient Thialf haar schaatsaccommodatie te vernieuwen. Zonder deze vernieuwing dreigt Thialf genoemde A-status in het schaatsseizoen 2016-2017 te verliezen.
2.2.
Thialf heeft daarom gekozen voor vernieuwbouw van de huidige schaatsaccommodatie, inhoudende een grondige renovatie van het huidige stadion en het toevoegen van topsportfaciliteiten, met de mogelijkheid tot realisatie van een tweede trainingshal.
2.3.
Thialf heeft ten behoeve van de vernieuwbouw van haar schaatsaccommodatie een niet-openbare aanbestedingsprocedure volgens de Aanbestedingswet 2012 (hierna te noemen: AW 2012) georganiseerd. De opdracht omvat de vaste onderdelen ontwerp Vernieuwbouw Thialf, voorbereidingswerkzaamheden ijsvloer en ontwerp ESCo-dienstverlening en de variabele onderdelen vernieuwbouw topwedstrijdhal (met aanvullende maatregelen ten behoeve van topsporttrainingsfaciliteiten of met realisatie van een topsporttrainingshal) en uitvoering van de ontwerp ESCo-dienstverlening.
2.4.
Aan het einde van de aanbestedingsprocedure wordt de opdracht gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. Hierna begint de zogenoemde bouwteamfase, waarbij de winnende inschrijver deel uitmaakt van het bouwteam. In deze fase dient de winnende inschrijver het schetsontwerp en de bouwvoorwaarden ten behoeve van de variabele onderdelen nader uit te werken en dient hij met de uitvoering van de vaste onderdelen te beginnen. Na afloop van de bouwteamfase wordt de opdracht tot Vernieuwbouw voor wat betreft de variabele onderdelen in beginsel aan de winnende inschrijver verleend.
2.5.
Op 10 juli 2013 is de selectiefase voor de aanbesteding van start gegaan met het plaatsen van de Aankondiging en de verzending van de Selectieleidraad. Na afloop van de selectiefase heeft de directie van Thialf vijf (combinaties van) gegadigden geselecteerd, die verder mogen deelnemen aan de aanbestedingsfase: Ballast Nedam, Jorritsma c.s., Friso c.s., VolkerWessels en BAM. Op 11 september 2013 is de Aanbestedingsleidraad aan deze partijen verstrekt.
2.6.
In de Aanbestedingsleidraad is bepaald dat gunning van de opdracht zal plaatsvinden aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving. De economisch meest voordelige inschrijving wordt bepaald op basis van de beoordelingscriteria Prijs en Kwaliteit. Voor de bepaling van de uiteindelijke beoordeling van de inschrijvingen wordt de score van het criterium Prijs opgeteld bij de eindscore van het criterium Kwaliteit. De inschrijver met uiteindelijk het hoogste aantal punten heeft de economisch meest voordelige inschrijving (paragraaf 6.1.3. van de Aanbestedingsleidraad, onder Stap 3).
2.7.
In het kader van het criterium
Prijsdienen de inschrijvers een totaalprijs op te geven voor alle werkzaamheden ten behoeve van de Vernieuwbouw die nodig zijn om een compleet en werkend geheel op te leveren conform het Programma van Eisen (PvE) en bijhorende annexen afgezien van de annexen Duurzaamheid Plus en Topsporttrainingshal en - na de Nota van Inlichtingen van 1 november 2013 - de annex Energie. De maximale score die te behalen is - na wijziging ten opzichte van de aanbestedingsleidraad (zie pagina 26 en 27 van de Nota van Inlichtingen (NvI) van 29 oktober 2013) - voor het onderdeel Prijs is 15 punten. De minimale score is 3 punten. De inschrijver met de laagste prijs ontvangt 15 punten, de inschrijver met de een na laagste prijs ontvangt 12 punten, de inschrijver met de twee na laagste prijs ontvangt 9 punten, de inschrijver met de op een na hoogste prijs ontvangt 6 punten en ten slotte ontvangt de inschrijver met de hoogste prijs 3 punten. Bovenop dit puntenaantal kunnen punten worden verkregen door middel van de formule:
€ 39.000.000,- -/- ingediende prijs
----------------------------------------- x 10 punten.
20% van € 39.000.000,-
2.8.
Het criterium
Kwaliteitis uitgewerkt in vier subcriteria:
Subcriterium
Wegingsfactor
1
Visie op de opgave
4,0
2
Schetsontwerp
1,5
3
Bouwplanning
1,0
4
ProjectKwaliteitsPlan
1,0
Op de onderdelen 1 tot en met 4 wordt iedere inschrijver beoordeeld met een cijfer tussen 1 en 10.
2.9.
Het hiervoor genoemde subcriterium Visie op de opgave is uitgewerkt in 8 onderwerpen:
1. Social Return
2. Risico’s en beheersmaatregelen
3. Beschikbare budget
4. Topsport en Innovatie
5. Energiegebruik en Duurzaamheid
6. Versterking van de beleving
7. Versterking van multifunctioneel gebruik
8. Aanpasbaarheid, flexibiliteit en onderhoudsarm.
2.10.
In de Visie op de opgave dient de inschrijver aan te geven op welke wijze hij invulling geeft aan deze onderwerpen en aan de eisen van Thialf, zoals die in het PvE en de bijlagen daarbij zijn gesteld. Bij de beoordeling van de Visie op de opgave wordt gelet op volledigheid, concreetheid en invulling en realiteitsgehalte.
2.11.
Ook voor de andere drie sub 2.8. genoemde subcriteria geldt dat bij de beoordeling wordt gelet op volledigheid, concreetheid en invulling en realiteitsgehalte.
2.12.
De beoordeling van de inschrijvingen vindt plaats door een Beoordelings-commissie. In paragraaf 6.1. van de Aanbestedingsleidraad zijn de stappen in de beoordeling beschreven en is de samenstelling van de Beoordelingscommissie kenbaar gemaakt. De Beoordelingscommissie bestaat uit de volgende leden:
Naam
Organisatie
Functie
Dhr. E. Derks
Thialf OG B.V.
Directeur
Dhr. W.J. van Elsacker
Thialf OG B.V.
Projectdirecteur
Dhr. K. Stevens
Stevens Advies
Procesmanager
Dhr. C. van Ginneke
The Stadium Consultancy
Projectmanager Programma van Eisen
Dhr. B. Boomsma
Thialf OG B.V.
IJsmeester
2.13.
De Beoordelingscommissie is - hoewel dit niet in de Aanstedingsleidraad is aangekondigd - bijgestaan door de Werkgroep IJstechniek, bestaande uit experts op het gebied van klimaat- en installatietechniek, koude opwekking, constructie en planning.
2.14.
Gedurende de aanbestedingsprocedure heeft Thialf verschillende inlichtingenrondes gehouden. Op 17 en 18 oktober 2013 hebben er individuele inlichtingenrondes plaatsgevonden. Tevens zijn er door Thialf in totaal vier Nota’s van Inlichtingen gepubliceerd (8 oktober 2013, 29 oktober 2013, 1 november 2013 en 4 november 2013). Tijdens de bijeenkomsten op 17 en 18 oktober 2013 heeft Thialf een presentatie gehouden.
2.15.
Op 21 november 2013 heeft Thialf de inschrijvingen van de vijf geselecteerde (combinaties van) gegadigden ontvangen. Op 26 november 2013 hebben de inschrijvers de gelegenheid gehad om hun inschrijvingen aan de Beoordelingscommissie toe te lichten/te presenteren. Vervolgens heeft de Beoordelingscommissie op basis van de inschrijvingen en de presentaties scores gegeven voor de vier subcriteria van het criterium Kwaliteit, variërend tussen 1 en 10.
2.16.
In hoofdstuk 7 van de aanbestedingsleidraad is aangegeven dat de voorlopige gunning op 3 december 2013 zou plaatsvinden. Bij brief van 3 december 2013 heeft Thialf evenwel aan VolkerWessels medegedeeld:
“Thialf OG B.V. heeft meer tijd nodig dan verwacht voor het zorgvuldig beoordelen van de ingediende inschrijvingen. De gunningsbeslissing is daardoor uitgesteld tot 17 december a.s. Hierdoor zal de definitieve gunning verschuiven naar 24 januari 2014.”
2.17.
Op 12 december 2013 heeft Thialf op voorstel van de Beoordelingscommissie de definitieve beoordeling vastgesteld. Bij brief van 17 december 2013 heeft Thialf aan Friso c.s. laten weten dat de beslissing omtrent de voorlopige gunning nogmaals wordt uitgesteld, in dit geval tot 20 december 2013. Op 18 december 2013 heeft de Europese Commissie bij besluit vastgesteld dat de toegezegde subsidie van € 50 miljoen van de provincie Fryslân aan Thialf is toegestaan.
2.18.
Op 20 december 2013 heeft Thialf de voorlopige gunningsbeslissing bekendgemaakt, inhoudende dat de opdracht (voorlopig) wordt gegund aan Ballast Nedam. Aan de andere inschrijvers heeft Thialf afwijzingsbrieven doen toekomen.
2.19.
In de afwijzingsbrief aan VolkerWessels van 20 december 2013 heeft Thialf onder meer medegedeeld:
“Naar aanleiding van uw inschrijving inzake de aanbestedingsprocedure ‘Vernieuwbouw Thialf’ moeten wij u helaas mededelen dat Volker Wessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Noord B.V. niet in aanmerking komt voor gunning van de opdracht.
Afgelopen periode heeft de beoordeling plaatsgevonden van de inschrijvingen. Deze beoordeling is uitgevoerd in overeenstemming met hetgeen hieromtrent in de aanbestedingsleidraad en nota’s van inlichtingen is vermeld.
Na beoordeling van uw inschrijving hebben wij u een score toegekend van 65,32 punten. U eindigt hiermee op de derde plaats. Deze score is in overeenstemming met de gunningscriteria en de daarbij behorende wegingsfactoren:
Score
Wegingsfactor
Gewogen score
Prijs
17,82
Kwaliteit
1 Visie op de opgave
6
4,0
24
2 Schetsontwerp
7
1,5
10,5
3 Bouwplanning
5
1,0
5
4 Projectkwaliteitsplan
8
1,0
8
Totaal
65,32
De score van de economisch meest voordelige aanbieding is 72,77 punten, deze inschrijving is ingediend door Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling B.V. In de bijlage van deze brief is uw score per criterium met de bijbehorende toelichting op de beoordeling opgenomen.
2.20.
Bij de afwijzingsbrief aan VolkerWessels is een beoordelingsformulier gevoegd, waarin de beoordeling van de inschrijving van VolkerWessels nader is toegelicht. Hierin is
– voor zover van belang en verkort weergegeven – vermeld:
Criterium prijs
Eindscore criterium Prijs: 17,82 punten.
Criterium Kwaliteit

1.Visie op de opgave

Alle aspecten in de aanbestedingsleidraad zijn opgenomen in de visie.

Topsport en innovatie is helder uitgewerkt. Daarentegen beschrijft opdrachtnemer verschillende alternatieven (‘kansen voor innovaties’) welke niet voldoende zijn uitgewerkt om te kunnen beoordelen of deze daadwerkelijk meerwaarde creëren en bieden opdrachtgever dan ook geen comfort.
Energie en duurzaamheid; Het energievraagstuk is slecht onderbouwd. 50% energiereductie wordt zonder Esco niet gehaald. Geen specifieke invulling voor duurzaamheid weergegeven.
De inschrijver maakt onvoldoende duidelijk hoe de visie en de uitwerking ervan zich verhoudt tot de GPR score.
Ook worden er een aantal belevingsvoorstellen gedaan, waarvan onduidelijk is hoe deze aansluiten bij de open begroting (bijvoorbeeld: in het vervangen van de stoelen is niet voorzien in de open begroting).
Multifunctionaliteit en aanpasbaarheid is goed te noemen.
De uitgangspunten voor de materiaal keuze voor Nieuw Thialf is benoemd, het wordt echter niet duidelijk hoe de inschrijver dit concreet denkt in te vullen.
De duurzaamheid van de dakconstructie is onduidelijk, problematiek met het huidige dak wordt in de nieuwe situatie wellicht niet (geheel) opgelost. Daarnaast heeft Thialf zorgen over wateraccumulatie.
Social return is niet concreet uitgewerkt, wanneer en hoe wordt de 5% daadwerkelijk ingevuld. Bijvoorbeeld onduidelijk of er bij herintreders WW en langdurige werklozen een dienstbetrekking aangeboden wordt en om welke stages het gaat.
Naast risico’s en beheersmaatregelen worden er ook kansen meegenomen.

2.Schetsontwerp

Er is sprake van een compact ontwerp, alle ruimtes zijn ingetekend. Inzichtelijk is gemaakt hoe zones en ruimtes ingevuld zijn.

De routing en logistiek is in het schetsontwerp goed vormgegeven. Belangrijk aandachtspunt is echter de entree vanuit de publiekszone naar de tribune. Opdrachtgever had dit in het schetsontwerp specifieker uitgewerkt willen zien om daarmee het realiteitsgehalte van functies en de positionering beter te kunnen beoordelen.
Techniek verdient meer uitwerking op de begaande grond, dit is onvoldoende onderbouwd.
De plek die topsport inneemt in het schetsontwerp is verbeterd ten opzichte van het huidige Thialf, maar de opzet is nog niet ideaal te noemen.
Wat betreft materiaalkeuze worden uitgangspunten genoemd in de visie op de opgave maar dit is niet concreet uitgewerkt in het schetsontwerp.
Totaal concept is dusdanig van opzet dat wanneer het Programma van Eisen ten tijde van het bouwteam wijzigt geen grote concessies gedaan hoeven te worden. Het is echter onduidelijk of toekomstige aanpassingen in het gebouw zoveel mogelijk binnen het gebouw opgelost kunnen worden.

3.Bouwplanning

De aspecten in de aanbestedingsleidraad (paragraaf 5.3.) zijn meegenomen in de bouwplanning.

De technische installaties zijn geen onderdeel van de planning. Dit is niet de wens van Thialf, het belang van de installaties voor Thialf zijn leidend en zeker niet volgend.
Het lijkt een krappe planning waardoor onnodige risico’s worden gecreëerd.
Onder andere bij de ijsvloer en bij de afbouw van de omloop wordt geconstateerd dat de interval onvoldoende is en daarmee ongeloofwaardig.
Er is sprake van deelopleveringen voordat de installaties in bedrijf zijn gesteld. Thialf voorziet problemen in het aansluiten van de nieuwe ijsvloer op de oude installatie, niet voldoende onderbouwd om deze zorg weg te nemen.
Oplevering oktober 2015 lijkt niet realistisch gezien de huidige informatie.

4.ProjectKwaliteitsPlan

Het projectkwaliteitsplan is volledig en gedetailleerd uitgewerkt.

De uitgangspunten zijn helder. Risicobeheersing en procesbeschrijving is goed.
Verder blijft het PKP op hoofdlijnen voor wat betreft de praktische uitwerking.
(…)
Eindscore criterium Kwaliteit: 47,5
2.21.
Bij brief van 14 januari 2014 heeft Thialf VolkerWessels onder meer een korte toelichting gegeven met betrekking tot de kenmerken van de winnende inschrijving van Ballast Nedam. In deze brief meldt Thialf:
“(…)
Wij hebben uw e-mail d.d. 12 januari 2014 in goede orde ontvangen.
In uw e-mail doet u een drietal verzoeken.
Ten eerste vraagt u om een nadere toelichting met betrekking tot uw inschrijving. Waarschijnlijk bedoelt u hiermee de genoemde mogelijkheid tot het opvragen van nadere toelichting van de inschrijving van de winnende partij, welke mogelijkheid wij bieden in de brief d.d. 20 december 2013. Hieronder geven wij deze beknopte toelichting weer:

Het energieconcept van de winnende inschrijving is nauwgezet uitgewerkt en behaalt de energiereductie van 50% zonder het gebruik van een Esco.

Topsport heeft een centrale plek ingenomen, dit versterkt de beleving.

Multifunctionaliteit en flexibiliteit is dermate uitgewerkt dat het de gebruikswaarde van het gebouw vergroot.

De logistieke stromen zijn helder weergegeven, huidige knelpunten zijn opgelost.

De planning is volledig en concreet uitgewerkt waarbij rekening is gehouden met het gebruik van de ijsbaan.

De procesdetaillering is in het projectkwaliteitsplan goed uitgewerkt.
Daarnaast vraagt u in uw e-mail om de deelscores ten opzichte van het onderdeel kwaliteit. Deze zijn reeds meegegeven in de brief d.d. 20 december jl. In deze brief is weergegeven hoe u heeft gescoord ten opzichte van de aspecten visie op de opgave, schetsontwerp, bouwplanning en projectkwaliteitsplan. Deze aspecten vormen tezamen, zoals beschreven in de aanbestedingsleidraad, het criterium Kwaliteit.
Als laatste vraagt u in uw e-mail om de eindscores van de overige deelnemers. In onze visie beschikt u thans over voldoende informatie om u een oordeel te kunnen vormen over de juistheid van de gunningsbeslissing. Wij achten het om die reden niet nodig en niet relevant de eindscores van de overige partijen te delen. (...)”
2.22.
Nadien heeft nog nadere correspondentie tussen VolkerWessels en Thialf plaatsgevonden over de door VolkerWessels gewenste nadere toelichting op de gunningsbeslissing. Thialf is daartoe echter niet overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
VolkerWessels vordert - na wijziging van eis - dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. Thialf OG BV gebiedt om (i) de gunningsbeslissing van 20 december 2013 deugdelijk te motiveren, (ii) deze motivering aan inschrijvers bekend te maken, èn (iii) de inschrijvers opnieuw een termijn te bieden bedoeld in artikel 2:127 AW,
en
2. Thialf OG BV verbiedt om de Opdracht te gunnen aan Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling BV zolang (i) de gunningsbeslissing niet deugdelijk is gemotiveerd, (ii) inschrijvers geen termijn is geboden bedoeld in artikel 2:127 Aw, èn (iii) deze termijn niet is verstreken zonder dat een kort geding aanhangig is gemaakt, althans (iv) indien binnen deze termijn een kort geding aanhangig is gemaakt, bij vonnis in kort geding geen verbod tot gunning van de Opdracht aan Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling BV is toegewezen, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 250.000,--,;
subsidiair:
1. Thialf verbiedt om de Opdracht te gunnen aan Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling BV op basis van de gunningsbeslissing van 20 december 2013, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 250.000,--;
en
2. Thialf gebiedt om (i) de gunningsbeslissing van 20 december 2013 in te trekken, (ii) de inschrijving van VolkerWessels Bouw- & Vastgoedontwikkeling BV (opnieuw) met inachtneming van het bepaalde in het door de voorzieningenrechter te wijzen het vonnis in kort geding te doen beoordelen door een door de voorzieningenrechter aan te wijzen c.q. te benoemen commissie van derden/externen, (iii) een nieuwe gunningsbeslissing bekend te maken, èn (iv) inschrijvers een termijn te bieden bedoeld in artikel 2:127 AW,
meer subsidiair:
1. Thialf verbiedt om de Opdracht te gunnen aan Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling BV op basis van de gunningsbeslissing van 20 december 2013, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 250.000,--;
en
2. Thialf gebiedt om de Opdracht opnieuw aan te besteden met inachtneming van het bepaalde in het door de voorzieningenrechter te wijzen het vonnis in kort geding indien Thialf voornemens is om de Opdracht te gunnen aan een derde,
meer subsidiair:
1. Thialf gelast de maatregelen te treffen die U EA noodzakelijk c.q. geschikt acht,
zowel primair als (meer) subsidiair:
1. Thialf veroordeelt in de kosten van deze procedure, een vergoeding van
proceskosten aan de zijde van VolkerWessels Bouw- & Vastgoedontwikkeling BV daaronder begrepen.
3.2.
Thialf concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Jorritsma c.s., met veroordeling van VolkerWessels in de kosten van het geding, met bepaling dat als deze kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis de wettelijke rente verschuldigd is en met veroordeling van VolkerWessels in de nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv, zijnde een bedrag van € 131,00 zonder betekening, verhoogd met een bedrag van € 68,00 in geval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente verschuldigd is.
3.3.
Ballast Nedam heeft bij incidentele conclusie tot tussenkomst gevorderd dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primair:
Ballast Nedam toestaat tussen te komen in het rechtsgeding tussen VolkerWessels en Thialf, met compensatie van kosten;
subsidiair:
Ballast Nedam toestaat zich te voegen aan de zijde van Thialf in het rechtsgeding tussen VolkerWessels en Thialf;
2.
VolkerWessels niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans deze vorderingen afwijst;
3.
Thialf verbiedt de opdracht aan een ander te gunnen dan aan Ballast Nedam, voor zover Thialf de opdracht nog wenst te vergeven en VolkerWessels gebiedt te gehengen en te gedogen dat de opdracht aan Ballast Nedam wordt gegund;
4.
VolkerWessels in de kosten van het geding veroordeelt, alsmede de nakosten van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, met de aantekening dat als niet binnen twee weken na het wijzen van het vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan daarover de wettelijke rente verschuldigd is.

4.Het standpunt van VolkerWessels

4.1.
VolkerWessels legt aan haar vorderingen – samengevat – het volgende ten grondslag.
4.2.
De gunningsbeslissing is onvoldoende gemotiveerd, zodat VolkerWessels niet in
staat is voldoende te beoordelen of er tegen de gunningsbeslissing moet worden opgekomen.
Dat geldt nog temeer waar Thialf abstracte en weinig uitgewerkte gunningscriteria heeft
gehanteerd. Ook na een verzoek daartoe is Thialf niet bereid gebleken om de
gunningsbeslissing nader te motiveren.
4.3.
De inschrijving van VolkerWessels is op onjuiste wijze beoordeeld, in elk geval op de gunningscriteria Visie op de opgave, Schetsontwerp en Bouwplanning. De beoordeling bevat fouten en heeft geleid tot een onvoldoende c.q. te lage waardering van de inschrijving van VolkerWessels. Zou Thialf de inschrijving van VolkerWessels wel juist hebben beoordeeld, dan ligt het in de rede dat de inschrijving van VolkerWessels als beste uit de bus zou zijn gekomen, in welk geval de opdracht aan VolkerWessels zou moeten worden gegund.
- Schetsontwerp en visie op de opgave -
4.3.1.
Thialf heeft een schetsontwerp (SO) gevraagd. Een SO is altijd globaal, bijvoorbeeld qua ruimtegebruik niet meer dan een vlekkenplan, en is bedoeld om een indruk te geven. Bij de beoordeling wordt dermate gedetailleerd op een en ander ingegaan, dat kennelijk tóch een voorlopig ontwerp (VO) wordt gehanteerd. Daarmee heeft Thialf haar beoordelingskader verlaten en een strengere norm gehanteerd dan zij heeft bekendgemaakt te zullen hanteren. Voorts stelt VolkerWessels dat haar SO compleet is en op veel onderdelen veel verder gaat dan een VO of zelfs een definitief ontwerp (DO).
4.3.2.
Gelet op het vereiste van een SO kan Thialf redelijkerwijs niet stellen dat de techniek onvoldoende is uitgewerkt. Hetzelfde geldt voor de entree ten behoeve van het publiek: VolkerWessels heeft specifiek aangegeven hoe de publieksstromen liggen. De alternatieven in het kader van topsport en innovatie, de belevingsvoorstellen, de materiaalkeuze en social return zijn eveneens voldoende uitgewerkt en geconcretiseerd.
Onjuist is voorts de vaststelling dat zonder Esco geen 50% reductie wordt gerealiseerd. VolkerWessels kan, zo blijkt uit een rapport van Halmos, een energiereductie van ongeveer 65% en een CO2-emissie-reductie van ongeveer 50% realiseren.
Onjuist is ook de veronderstelling dat de problematiek met het dak niet wordt opgelost.
VolkerWessels heeft bovendien onverplicht mogelijk innovaties gepresenteerd en nader toegelicht. Deze onverplichte innovaties dienen geen negatief effect te hebben op de beoordeling. Voorts stelt VolkerWessels dat het weinig transparant is om onbekende toekomstige aanpassingen tegen te werpen.
- Bouwplanning -
4.3.3.
De beoordeling bevat de cruciale fout dat geen rekening zou zijn gehouden met de realisatie van de technische installaties. Evident onjuist is tevens de beoordeling dat de planning te krap c.q. ongeloofwaardig is c.q. onvoldoende zeker stelt dat oplevering kan plaatsvinden in oktober 2015. Thialf gaat er veel te makkelijk van uit dat de planning van VolkerWessels niet gehaald zal worden, hetgeen onzorgvuldig en in strijd met de precontractuele goede trouw is. De planning van VolkerWessels is zonder meer realistisch te noemen.
4.4.
Gelet op het vorenstaande concludeert VolkerWessels (voor zover van belang) primair dat Thialf de gunningsbeslissing nader dient te motiveren, subsidiair dat er een herbeoordeling van haar inschrijving dient plaats te vinden en meer subsidiair dat Thialf de opdracht opnieuw dient aan te besteden.

5.Het standpunt van Thialf en Ballast Nedam

5.1.
Thialf en Ballast Nedam betwisten de vorderingen van VolkerWessels. Op de respectieve standpunten van Thialf en Ballast Nedam zal – voor zover nodig – bij de beoordeling worden ingegaan.

6.De beoordeling van het geschil

Inleidende overwegingen
6.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van het gevorderde. VolkerWessels kan zich immers slechts via onderhavig kort geding verzetten tegen de voorlopige gunning van de opdracht door Thialf aan Ballast Nedam.
6.2.
De voorzieningenrechter zal recht doen op de gewijzigde eis van Volker Wessels, nu Thialf en Ballast Nedam geen bezwaren hebben geuit tegen deze eiswijziging en niet gebleken is van redenen om deze eiswijziging ambtshalve - wegens strijd met de goede procesorde - buiten beschouwing te laten.
6.3.
Vooropgesteld wordt dat op de onderhavige niet-openbare aanbestedingsprocedure de AW 2012 van toepassing is.
De motivering van de afwijzing
6.4.
In artikel 2:130 lid 1 en 2 AW is de wettelijke (uit het transparantiebeginsel voortvloeiende) motiveringsverplichting opgenomen. In het eerste lid van genoemd wetsartikel is bepaald dat de mededeling van de gunningsbeslissing aan iedere inschrijver de relevante redenen voor die beslissing bevat, alsmede een nauwkeurige omschrijving van de opschortende termijn. In het tweede lid van genoemd wetsartikel is bepaald dat voor de toepassing van het eerste lid onder relevante redenen in elk geval worden verstaan de kenmerken en de voordelen van de uitgekozen inschrijving, alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de raamovereenkomst.
6.5.
Volgens de parlementaire geschiedenis van artikel 2:130 BW (zie MvT, Kamerstukken II, 32 027, nr.3, p. 7) moeten de “relevante redenen” in elk geval de volgende elementen bevatten:
  • i) Bekendmaking van de eindscores van zowel de afgewezen inschrijver als van de winnende inschrijver;
  • ii) De scores van de afgewezen inschrijver op specifieke kenmerken en de reden(en) waarom op dat specifieke kenmerk eventueel niet de maximum score is toegekend.
6.6.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Thialf met de motivering die zij heeft gegeven in de brieven van 20 december 2013 en 14 januari 2014 de grenzen opgezocht van wat een voldoende motivering van een gunningsbeslissing is. Zij gaf daarin weliswaar alle redenen voor de afwijzing van de betrokken inschrijver(s), de kenmerken en de voordelen van de inschrijving van de winnende inschrijving van Ballast Nedam, alsmede heeft zij uiteengezet wat de score van VolkerWessels en Ballast Nedam is en waarom ten aanzien van VolkerWessels in bepaalde gevallen niet de maximum score is toegekend, maar zij deed dat dermate summier, dat álle partijen om een nadere toelichting vroegen, maar die niet kregen. De nadere toelichting die door Thialf in haar akte alsmede ter terechtzitting is gegeven vormt naar voorlopig oordeel geen uitbreiding van de redenen van afwijzing, wijkt ook niet af van de eerder opgegeven redenen, en is derhalve toelaatbaar. Wél heeft deze nadere toelichting partijen en de voorzieningenrechter duidelijker inzicht verschaft in de redenen voor de afwijzing. Het is niet uitgesloten dat wanneer deze nadere toelichting eerder zou zijn gegeven, partijen een andere inschatting over (de wijze van) aanvechten van de winnende inschrijving zouden hebben gemaakt. Als dat juist zou zijn, heeft Thialf de (mogelijke) vertraging bij de start van de vernieuwbouw (mede) aan haar eigen opstelling te wijten. Hoe ook, de motivering van de gunningsbeslissing is schraal, maar voldoende te noemen.
6.7.
Voor een veroordeling van Thialf tot het verstrekken van een nadere motivering van de gunningsbeslissing aan VolkerWessels bestaat dan ook geen grond. De daartoe strekkende vorderingen van VolkerWessels zijn dan ook niet toewijsbaar.
De inhoudelijke beoordeling van de kwalitatieve criteria
6.8.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of er een andere beoordeling is gemaakt dan was aangekondigd en of de beoordeling juist is. De bezwaren van VolkerWessels tegen de beoordeling van haar inschrijving zien overigens slechts op het criterium “Kwaliteit” en niet op het criterium “Prijs”.
6.9.
Vooropgesteld moet worden dat enige mate van subjectiviteit inherent is aan de beoordeling van kwalitatieve criteria. Weliswaar staat dat - enigszins - op gespannen voet met de objectieve beoordelingssystematiek van het aanbestedingsrecht en de daarop toepasselijke beginselen van transparantie en gelijke behandeling, maar het behoeft - op zichzelf - nog niet mee te brengen dat ook daadwerkelijk sprake is van strijd met dat recht c.q. die beginselen. Van belang is dat (i) zodanige criteria worden geformuleerd dat het voor een kandidaat-inschrijver volstrekt duidelijk is aan welke kwaliteitseisen hij moet voldoen, (ii) de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld, en (iii) de aanbestedende dienst zijn uiteindelijke keuze motiveert op een wijze die het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk maakt om (a) de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen en (b) te controleren of de beoordeling de (voorlopige) gunningsbeslissing rechtvaardigt. Een aanbestedende dienst is gehouden om de inschrijving overeenkomstig de door hem gestelde eisen te beoordelen en mag geen afwegingsregels of subcriteria voor de gunningscriteria toepassen die zij niet vooraf ter kennis van de inschrijvers heeft gebracht, omdat anders in strijd met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel zou worden gehandeld (zie HvJ EU 24 januari 2008, C-532/06, Lianakis/Alexandroupolis en gerechtshof Den Haag, 21 februari 2012, LJN: BV6808).
6.10.
Van een aanbestedende dienst kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter overigens niet worden verlangd dat zij exact omschrijft hoe zij wenst dat de inschrijver een bepaald kwaliteitscriterium invult om een maximale score te kunnen behalen. Daarmee zou immers elke concurrentie en inventiviteit uit de markt worden gehaald en het onderscheidend vermogen van de inschrijvers verminderd worden. Een gunningssystematiek (mede) op basis van kwaliteit zal daarom aan een inschrijver ruimte moeten laten om de gestelde vragen naar eigen inzicht te beantwoorden. Daardoor wordt een inschrijver optimaal gestimuleerd om inventief in te schrijven en door middel van de beantwoording van de vraag zoveel mogelijk kenbaar te maken begrip te hebben voor en inzage te hebben in die aspecten van de opdracht die naar zijn oordeel relevant zijn voor de aanbestedende dienst. Tevens kan de inschrijver zo laten zien op welke wijze, in zijn perceptie, de hoogste kwaliteit in het licht van de aan te besteden opdracht zal worden gerealiseerd. Alleen op die wijze kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter door de aanbestedende dienst een serieuze selectie - en daaraan verbonden puntentoekenning - op grond van kwaliteit plaatsvinden. In het onderhavige geval wenste Thialf met name een beroep te doen op de creativiteit van de inschrijvers binnen de kaders van het PvE.
6.11.
De voorzieningenrechter mag niet op de stoel van de aanbestedende dienst gaan zitten bij het beoordelen van een inschrijving; hij dient slechts marginaal te toetsen of de door de aanbesteder uitgevoerde beoordeling – de puntenscore plus motivering – van de inschrijving voldoende grondslag vindt in de aanbestedingsstukken. Het is niet aan de voorzieningenrechter om kwalificaties als “goed” of “zeer goed” aan onderdelen van de inschrijving te hechten. Aan de aangewezen beoordelaars komt dan ook de nodige vrijheid toe, te meer nu zij geacht mogen worden te zijn aangewezen vanwege hun specifieke deskundigheid. Bij de weging van de beoordeling – welk cijfer wordt toegekend – is de beoordelingscommissie vrij. Slechts indien sprake zou zijn van procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden dan wel onduidelijkheden die zouden kunnen meebrengen dat de (voorlopige) gunningsbeslissing niet deugt, is plaats voor ingrijpen door de rechter.
6.12.
De voorzieningenrechter stelt vast dat er een aanzienlijk pakket aan eisen en wensen door Thialf is vastgelegd in een zeer uitvoerig PvE. Voor zover partijen dit PvE te weinig concreet vinden, kan dat hen op basis van de Grossmann-jurisprudentie niet meer baten. Door mee te doen met de aanbesteding, hebben zij het PvE geaccepteerd. Zij hebben daarna ook nog ruim de gelegenheid gehad en genomen om nadere vragen te stellen en suggesties voor aanpassingen te doen. Thialf heeft daarop met vier zogeheten Nota’s van Inlichtingen gereageerd en zo laten weten wat haar standpunt is dienaangaande. Thialf heeft per beoordelingscriterium aangegeven waar de grond daarvoor gevonden kan worden in het PvE. Dát is door geen van partijen weersproken.
- Visie op de opgave -
6.13.
Ten aanzien van het bezwaar van VolkerWessels tegen de beoordeling op het punt van energiebesparing overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Thialf heeft er naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter terecht op gewezen dat de berekeningen van Halmos, waar VolkerWessels naar hebben verwezen, (kennelijk) uitgaat van een All-Electric oplossing, zulks gelet op de grote reductie van het elektrisch vermogen en de totale beperking van het gasverbruik. Dit strookt echter niet met de inschrijving van VolkerWessels, nu zij in haar ontwerp heeft gekozen voor een aardgas warmtekracht-koppeling (WKK), hetgeen zich niet verdraagt met een totale reductie van het gasverbruik. VolkerWessels heeft dit niet gemotiveerd weersproken. Daarmee ontvalt een eenduidige en helder gemotiveerde onderbouwing aan de gepretendeerde energiebesparing. De conclusie moet dan ook zijn dat de beoordeling en de wijze van beoordeling door Thialf de toets der kritiek naar voorlopig oordeel kan doorstaan.
6.14.
Ten aanzien van het dak heeft VolkerWessels aangevoerd dat het door haar aangeboden dak aan alles eisen voldoet, maar tóch negatief door Thialf is beoordeeld.
VolkerWessels houdt in haar Visie de huidige dakconstructie – waarmee Thialf kennelijk problemen ondervindt – intact en plaatst er een glasstrook overheen. Thialf heeft onderbouwd aangegeven dat het plaatsen van een glasstrook praktische risico’s in zich bergt (bewassing/onderhoud van het dak) en de huidige problemen met lekkage en wateraccumulatie niet oplost. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft VolkerWessels niet aannemelijk weten te maken dat Thialf niet in redelijkheid tot deze kritiek op de dakconstructie heeft kunnen komen. De stelling dat eventuele problemen in de bouwteamfase kunnen worden opgelost, snijdt geen hout, omdat dat wezenlijke onderdelen als de dakconstructie afdoende behandeld in het schetsontwerp opgenomen moeten worden.
- Schetsontwerp -
6.15.
Thialf heeft in het PvE een aanzienlijk pakket aan eisen en wensen voor de vernieuwbouw neergelegd. Dat het SO zoals dat door Thialf is gevraagd meer omvatte dan doorgaans in een SO aan detaillering wordt gevraagd, is daarmee ook gegeven. De eisen die Thialf aan het SO mocht stellen gaan dan ook verder dan gebruikelijk is voor een schetsontwerp. Gelijk Thialf heeft betoogd, had zij immers zelf in het PvE al een vlekkenplan gerealiseerd. Voorts geeft de Aanbestedingsleidraad aan dat hoe concreter het ontwerp is, hoe hoger de score. Thialf stelt naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook terecht dat – gegeven het PvE - het SO in de basis al aan de eisen en wensen van Thialf dient te voldoen. En juist een aspect als ‘hoe komt het publiek van de entree op de tribunes’ is – anders dan VolkerWessels stelt - dan ook geen ondergeschikt punt dat in een latere fase nog wel kan worden uitgewerkt. VolkerWessels had daarin dadelijk inzicht moeten verschaffen, ook al in het schetsontwerp. Niet aannemelijk gemaakt is door VolkerWessels dat Thialf niet in redelijkheid tot de geventileerde punten van kritiek op het Schetsontwerp - bijvoorbeeld ten aanzien van de techniekzone en de (uitwerking van de) materiaalkeuze – heeft kunnen komen. Het eigen oordeel van VolkerWessels over de uitwerking van het SO is in dezen niet de toetsingsmaatstaf.
- Bouwplanning -
6.16.
Het bezwaar van VolkerWessels tegen de beoordeling van de door haar gegeven bouwplanning kan haar niet baten. VolkerWessels stelt dat het aan haar als aannemer/inschrijver is om de bouwplanning vast te stellen en dat uitgangspunt dient te zijn dat zij daarin “op haar woord wordt geloofd”. De voorzieningenrechter deelt deze zienswijze van VolkerWessels niet. Het is zonder meer aan de aannemer/inschrijver, als bij uitstek deskundige partij ter zake de eigen inschrijving, om een daarop gebaseerde bouwplanning op te stellen. Vervolgens is het aan de aanbestedende dienst – hetgeen haar naar het oordeel van de voorzieningenrechter volkomen vrij staat - om die bouwplanning (marginaal) te toetsen. De kritiek van Thialf op de bouwplanning is VolkerWessels wellicht onwelgevallig, dat neemt niet weg dat VolkerWessels niet aannemelijk heeft weten te maken dat Thialf in redelijkheid niet tot de gemaakte kanttekeningen bij de bouwplanning – zoals de planning voor het in bedrijf stellen van de nieuwe installaties ten behoeve van de ijsvloer, de voorgestelde deelopleveringen en de (uiteindelijke) opleverdatum - heeft kunnen komen. Met name de stelling van Thialf dat de tijdsplanning voor het in bedrijf stellen van de nieuwe installaties ten behoeve van de ijsvloer doorloopt tot na de opleveringsdatum, heeft VolkerWessels naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende weerlegd.
- Slotsom -
6.17.
Uit het vorenstaande volgt dat er bij de beoordeling en de motivering in deze aanbesteding geen dusdanige ernstige fouten zijn gemaakt, dat op basis van deze aanbesteding geen geldige beslissing kan worden genomen. De vorderingen van VolkerWessels die strekken tot herbeoordeling althans heraanbesteding zijn dan ook niet toewijsbaar.
De vorderingen van Ballast Nedam als tussenkomende partij
6.18.
Uit al hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de inschrijving van Ballast Nedam terecht als winnende inschrijving door Thialf is aangemerkt in deze aanbestedingsprocedure. Volgens vaste jurisprudentie is een ongeclausuleerd gebod tot gunning aan de winnende partij in strijd met het beginsel van de contractsvrijheid. Wél is toewijsbaar een gebod tot gunning onder de voorwaarde dat de aanbestedende dienst nog steeds tot gunning van de opdracht wil overgaan. Dat brengt in dit geval mee dat, indien Thialf op basis van de huidige aanbestedingsprocedure nog steeds wenst te gunnen, zij de opdracht aan Ballast Nedam dient te gunnen. In zoverre kan het door Ballast Nedam gevorderde gebod tot gunning dan ook worden toegewezen (vgl. gerechtshof Den Haag, 24 maart 2009, LJN: BH9023). Het tevens gevorderde gebod jegens VolkerWessels. om te gehengen en te gedogen dat de opdracht aan Ballast Nedam wordt gegund zal worden afgewezen, nu Ballast Nedam deze vordering niet heeft onderbouwd. Zo heeft zij bijvoorbeeld niet gesteld wat onder voormeld gehengen en gedogen in dit specifieke geval zou moeten worden verstaan, noch welk belang zij daarbij in dezen heeft.
Proceskosten
6.19.
VolkerWessels zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld.
6.20.
De proceskosten aan de zijde van Thialf worden vastgesteld op:
  • vast recht € 608,00
  • salaris van de advocaat € 816,00
-------------+
€ 1.424,00
6.21.
De proceskosten aan de zijde van Ballast Nedam worden vastgesteld op:
  • vast recht € 608,00
  • salaris van de advocaat € 816,00
-------------+
€ 1.424,00
6.22.
De door Thialf en Ballast Nedam gevorderde nakosten zijn toewijsbaar zoals hierna in het dictum te melden.
in het incident
6.23.
De voorzieningenrechter dient nog te beslissen over de proceskosten in het incident.
6.24.
Hoewel VolkerWessels als de in het incident in het ongelijk te stellen partij moet worden aangemerkt, zullen de proceskosten – overeenkomstig het door Ballast Nedam in de conclusie tot tussenkomst gedane verzoek – worden gecompenseerd op na te melden wijze.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in het incident
7.1.
staat de tussenkomst van Ballast Nedam toe;
7.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
7.3.
wijst de vorderingen van VolkerWessels af;
7.4.
gebiedt Thialf om de opdracht te gunnen aan Ballast Nedam, voor zover Thialf op basis van de onderhavige aanbestedingsprocedure nog steeds tot gunning van de opdracht wenst over te gaan;
7.5.
veroordeelt VolkerWessels in de kosten van het geding, aan de zijde van Thialf vastgesteld op € 1.424,00, alsmede in de nakosten van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening van dit vonnis, en bepaalt dat, als niet binnen veertien dagen na de dagtekening van dit vonnis aan deze proceskostenveroordeling worden voldaan, daarover de wettelijke rente verschuldigd is.
7.6.
veroordeelt VolkerWessels in de kosten van het geding, aan de zijde van Ballast Nedam vastgesteld op € 1.424,00, alsmede de nakosten van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening van dit vonnis, en bepaalt dat als niet binnen veertien dagen na de dagtekening van het vonnis aan deze proceskostenveroordeling is voldaan daarover de wettelijke rente verschuldigd is.
7.7.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de sub 7.4., 7.5. en 7.6. van het dictum genoemde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
7.8.
wijst af hetgeen overigens door Ballast Nedam is gevorderd;
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Tangenberg en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2014.
fn 343