ECLI:NL:RBNNE:2014:131

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2014
Publicatiedatum
13 januari 2014
Zaaknummer
589197 - CV EXPL 13-6418
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in een huurovereenkomst voor roerende zaken met onvoldoende gemotiveerd verweer

In deze zaak heeft eiser, wonende te [plaatsnaam], een vordering ingesteld tegen gedaagden, een vennootschap onder firma en een persoon, wegens een tekortkoming in een huurovereenkomst met betrekking tot een aanhanger en rijplank voor het vervoer van zijn motor. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 1.579,69, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, na schade te hebben geleden door een ongeschikte rijplank. De huurovereenkomst was aangegaan voor de periode van 10 tot en met 20 augustus 2012, waarbij eiser contant € 80,00 had betaald voor de huur.

Eiser stelde dat de rijplank niet geschikt was voor zijn motor, wat leidde tot schade. Gedaagden betwistten de vordering en stelden dat eiser niet de juiste informatie had verstrekt over zijn motor en dat de rijplank wel degelijk geschikt was. De kantonrechter oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van een tekortkoming aan de zijde van gedaagden, en dat eiser niet had aangetoond dat de rijplank niet geschikt was voor zijn motor.

De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die op € 300,00 voor salaris en € 75,00 voor nakosten werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door mr. B. van den Bosch op 8 januari 2014.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 589197 \ CV EXPL 13-6418
Vonnis d.d. 8 januari 2014
inzake
[naam]
wonende te [plaatsnaam],
eiser, hierna [eiser] te noemen,
gemachtigde DAS Rechtsbijstand Groningen,
tegen

1.de vennootschap onder firma [naam] V.O.F.,

gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam], [adres],

2 [naam],

wonende te [plaatsnaam], aan de [adres],
3 [naam],
wonende te [plaatsnaam], aan de [adres],
gedaagden, hierna [gedaagden] te noemen,
gemachtigde mr. S. Odijk.
PROCESGANG
[eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden] te veroordelen tot betaling van een bedrag aan hoofdsom van € 1.579,69 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, en tot betaling van een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten ad € 236,95, met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van de procedure.
[gedaagden] heeft de vorderingen betwist.
Partijen hebben vervolgens over en weer hun standpunten nader toegelicht waarna vonnis nader is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN

1.De feiten

1.1
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
1.2
[eiser] is met [gedaagden] een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot een aanhanger met een rijplank voor vervoer van de motor van [eiser]. De overeenkomst is aangegaan voor de periode 10 augustus tot en met 20 augustus 2012. [eiser] heeft aan huur contant een bedrag voldaan van € 80,00. De betreffende rijplank had een lengte van 1,50 meter.
1.3
[eiser] heeft [gedaagden] bij brief van 27 augustus 2012 aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade ad € 1.192,00. [gedaagden] heeft hem bij brief van 6 september 2012 laten weten niet bereid te zijn de schade te vergoeden.

2.Het standpunt van [eiser]

2.1
De rijplank bleek in combinatie met de aanhanger en de motor van [eiser] niet geschikt te zijn. Bij aankomst op het vakantieadres in Duitsland reed [eiser] de motor van de aanhanger. Daarbij raakte de kuip van de motor beschadigd doordat de rijplank te kort was dan wel de helling niet flauw genoeg was. Vervolgens deed zich bij vertrek naar huis een ander incident voor. De rijplank leek vast te klikken aan de aanhanger waardoor [eiser] dacht dat de rijplank vastzat. Dat bleek niet het geval, de rijplank verschoof en daarbij is opnieuw schade ontstaan aan de motor. [eiser] heeft foto's overgelegd ter zake van de ontstane schade.
2.2
[eiser] heeft direct bij het terugbrengen van de aanhanger de schade bij [gedaagden] gemeld en vervolgens heeft hij bij brief van 27 augustus 2012 [gedaagden] aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.
2.3
[gedaagden] is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Zij is daardoor schadeplichtig. [gedaagden] had twee rijplanken beschikbaar te weten één van 1.5 meter en één van ongeveer 2 meter. Hij heeft [gedaagden] om advies gevraagd welke rijplank hij het beste kon gebruiken. [gedaagden] heeft daarop aangegeven dat beide planken konden waarbij hij de plank van 1.5 meter heeft meegekregen. Die bleek echter niet geschikt. Niet zozeer de rijplank en/of de aanhanger zijn ondeugdelijk maar het advies van [gedaagden] dat de verhuurde rijplank geschikt was in combinatie met de aanhanger en de motor van [eiser] bleek ondeugdelijk.
2.4
[eiser] vordert aan hoofdsom de door hem betaalde huurprijs ad € 80,00 en een vergoeding van de schade aan de motor ad € 1.499,69, uitmakend een bedrag van € 1.579,69.
2.5
[eiser] betwist bij repliek dat [gedaagden] hem het advies heeft gegeven om in alle rust met de kleine trailer te oefenen.
[eiser] heeft thuis wel de motor de rijplank moeten oprijden om naar zijn vakantiebestemming te vertrekken. Dat dit wel goed is verlopen is wonderlijk omdat die trailer niet geschikt is voor de motor van [eiser]. [gedaagden] had dit als verhuurder moeten weten, althans daarop moeten doorvragen en hem een andere trailer moeten adviseren.
2.6
[gedaagden] heeft aangegeven dat de grotere trailer met de bijbehorende rijplank geschikt is om meerdere dan wel om zwaardere motoren te vervoeren. [eiser] heeft echter ook een zwaardere motor van 900 cc met een gewicht van 184 kg. De trailer met rijplank is geschikt voor motoren van de klasse 500/600 cc maar niet voor een zwaardere klasse als de motor van [eiser]. De rijplank was te kort en te instabiel. [eiser] heeft de rijplank in de goot geklikt. Het had niet mogen gebeuren dat de rijplank in het U-profiel van links naar rechts verschoof. Dat gebeurde waarschijnlijk door de grootte en de zwaarte van de motor.

3.Het standpunt van [gedaagden]

3.1
[gedaagden] verhuurt twee formaten trailers met bijbehorende rijplanken. Bij het formaat trailer dat [eiser] heeft gehuurd hoort een rijplank van 1.5 meter, bij de grotere versie hoort een rijplank van 2 m. De kleinere trailer met de rijplank van 1.5 meter is geschikt voor het vervoer van één motor, de grotere trailer is bedoeld om meerdere of zwaardere motoren mee te vervoeren. Bij de door [eiser] gehuurde trailer hoorde ook deze gehuurde rijplank.
[gedaagden] heeft bij antwoord foto's overgelegd van de betreffende aanhanger met rijplank.
3.2
[gedaagden] betwist dat sprake is geweest van een onjuist advies. [eiser] had bij zijn bezoek aan het bedrijf zijn motor niet bij zich. Hij kwam per bestelbus.
[gedaagden] heeft [eiser] ook niet geadviseerd om de kleine aanhanger te nemen. Aangeraden is om eerst thuis in alle rust uit te proberen hoe het werkte met het op- en afrijden van de motor op de trailer. Hij kon terugkomen voor de grotere trailer als dit niet goed zou werken of passen. Dat is niet gebeurd.
3.3
[gedaagden] betwist dat het gestelde tweede incident waarbij de rijplank zou zijn verschoven, heeft plaatsgehad. [eiser] maakt daarvan ook geen melding in zijn brief van 27 augustus 2012.
[gedaagden] betwist dat de onvoldoende lengte van de rijplank de schade heeft veroorzaakt. [eiser] heeft ook zonder problemen met diezelfde rijplank de motor op en van de trailer gereden. Indien er op de betreffende locatie sprake was van een (zeer) ongelijke ondergrond had [gedaagden] daar rekening mee moeten houden.
3.4
Er is dan ook geen sprake van een toerekenbaar tekort schieten van [gedaagden] en subsidiair is er sprake van eigen schuld aan de zijde van [gedaagden].
3.5
[gedaagden] heeft bij dupliek herhaald dat geen sprake is geweest van een onjuist advies aan [eiser]. [gedaagden] heeft [eiser] een trailer/aanhanger verhuurd voor vervoer van zijn motor. Van een uitgebreid advies was daarbij geen sprake.
3.6
De kleinere trailer met een rijplank van 1.50 meter is wel degelijk geschikt voor de 900 cc motor van 184 kg van [eiser]. De grotere trailer met behorende rijplanken van 2 m is bedoeld om meer of zwaardere motoren te vervoeren waarbij dan gedacht moet worden aan motoren als een Harley Davidson. Het is ook niet duidelijk waarop de stelling gebaseerd is dat deze rijplank slechts geschikt is voor motoren tot 500/600 cc.

4.Beoordeling

4.1
[eiser] vordert veroordeling van [gedaagden] tot betaling van schadevergoeding omdat [gedaagden] tekort is geschoten in haar verplichtingen op basis van de huurovereenkomst.
4.2
[eiser] heeft gesteld dat de betreffende aanhanger en de rijplank op zich niet ondeugdelijk zijn maar wel het advies dat die voor de motor van [eiser] geschikt zijn.
4.3
[gedaagden] heeft bij antwoord betwist dat [eiser] bij het aangaan van de huurovereenkomst de betreffende motor bij zich had.
Het gaat hier om een motor merk Honda, type CBR 900 Fireblade Sport met kuip met een gewicht van 184 kg.
4.4
Overwogen wordt dat tegenover de betwisting door [gedaagden] [eiser] geen nadere onderbouwing heeft gegeven dat voor een motor als zijn Honda deze aanhanger en deze rijplank niet geschikt waren. Een nadere onderbouwing met documentatie over bijvoorbeeld de maximale hellingshoek van de aanhanger, maximum gewicht of maximum cc's van een motor voor deze rijplank is door [eiser] niet verstrekt.
Op voorhand is ook niet aannemelijk dat voor beantwoording van de vraag of een rijplank voor een bepaalde motor geschikt is, het aantal cc's en niet het gewicht van de motor in kilo's bepalend is. De enkele omstandigheid dat schade is ontstaan aan de motor van [eiser] is in ieder geval niet bepalend voor het antwoord op voormelde vraag.
4.5
Datzelfde geldt voor de stelling dat de in de groef van de aanhanger vastgeklikte rijplank is gaan schuiven omdat deze aanhanger met bijgeleverde rijplank niet geschikt was voor deze motor.
[eiser] heeft, hoewel dat gelet op het gevoerde verweer met de daarbij overgelegde foto's wel op zijn weg had gelegen, ook in dat opzicht onvoldoende gesteld om tot de conclusie te kunnen komen dat dat het geval was.
De kantonrechter laat dan nog daar de betwisting door [gedaagden] dat dit gestelde tweede schade-incident zich heeft voorgedaan.
4.6
Indien en voor zover er dan ook al van uit zou moeten worden gegaan dat [gedaagden] [eiser] heeft geadviseerd deze aanhanger met deze rijplank van 1.5 meter te huren voor het vervoer van zijn motor, [gedaagden] betwist dat een advies in die zin is gegeven, dan nog valt bij ontbreken van de hiervoor bedoelde gegevens niet in te zien dat een dergelijk advies aan te merken is als een (toerekenbare) tekortkoming op basis waarvan [gedaagden] aansprakelijk is voor de door [eiser] gestelde schade.
4.7
Al om die reden komen de vorderingen van [eiser] niet voor toewijzing in aanmerking.

5.Proceskosten

[eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld.
Naast salaris gemachtigde wordt tevens een vergoeding nakosten toegewezen op basis van een half punt salaris gemachtigde, uitmakend een bedrag van € 75,00.
Beslissing:
De kantonrechter:
- wijst de vorderingen van [eiser] af;
-veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagden] begroot op een bedrag van € 300,00 voor salaris en € 75,00 voor nakosten gemachtigde;
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en op 8 januari 2014 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: BvdB
coll: