RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
zaak-/rolnummer: 431171 \ CV EXPL 13-2943
vonnis van de kantonrechter d.d. 28 januari 2014
[A],
wonende te [Woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. J. Bletterman,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [Vestigingsplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.M. Schuurman.
Partijen zullen hierna "[A]" en "[B]" worden genoemd.
Procesverloop
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van [A] houdende uitlating producties.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
2.1. [A], geboren op [geboortedatum], is met ingang van 1 juli 2006 in dienst getreden bij [B] in de functie van Vertegenwoordiger Bekisting (Regio Zuid), tegen een salaris van laatstelijk € 4.700,- bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag, bij een arbeidsomvang van 38 uren per week.
2.2. Voorafgaand aan zijn dienstverband bij [B] heeft [A] – blijkens het door hem als productie 17 bij de dagvaarding overgelegde curriculum vitae – de volgende werkervaring opgebouwd:
2003-2006 [C] (Rayon Manager)
Betonreparatie mortel en beton beschermende coating
2002-2003 [D] (Account Manager)
Bezoeken van aannemers. Het adviseren en het verkopen van buitendeuren.
1989-2002 [E] (Vertegenwoordiger)
Bezoeken van aannemers en opdrachtgevers.
1986-1989 [F] (Vertegenwoordiger)
Bezoeken van aannemers, timmerfabrieken.
1983-1986 [G](Vertegenwoordiger)
Bezoeken van supermarkten en notenbars.
1981-1983 [H] (Junior Vertegenwoordiger)
Bezoeken van slagerijen en vleesverwerkende bedrijven.
1976-1981 [I] (Timmerman)
2.2.1. In de arbeidsovereenkomst tussen [B] en [A] is het volgende beding inzake het gebruik van een lease-auto opgenomen:
Artikel 7
Aan de werknemer zal een auto ter beschikking worden gesteld. Het is de werknemer toegestaan om met deze auto maximaal 20.000 km privé te rijden. Indien de werknemer langer dan vier weken zijn werk niet uitoefent of als er sprake is van een non-actiefstelling, behoudt de werkgever zich het recht voor om de auto terug te halen.
2.2.2. In de arbeidsovereenkomst tussen [B] en [A] is voorts het volgende relatiebeding opgenomen:
Artikel 14
Gedurende 1 jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst - ongeacht de wijze waarop en de reden waarom de arbeidsovereenkomst tot een einde is gekomen - zal de werknemer behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, zich onthouden van het op enigerlei wijze direct of indirect, actief of passief, contacten leggen met relaties van werkgever of aan die relaties gelieerde ondernemingen waarmee de werknemer gedurende zijn dienstverband, althans de laatste 2 jaar van het dienstverband op enigerlei wijze contact heeft gehad. De administratie van de werkgever is beslissend voor de vraag of een onderneming als relatie van werkgever is aan te merken.
2.2.3. Tevens is in de arbeidsovereenkomst het volgende concurrentiebeding opgenomen:
Artikel 15
De werknemer verbindt zich, binnen de Nederlandse grenzen, om zowel tijdens de overeenkomst als gedurende een periode van 2 jaar na het einde daarvan, direct noch indirect noch voor zichzelf noch voor anderen in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn in of bij enige onderneming met activiteiten gelijk aan of anderszins concurrerend met dat van de werkgever noch daarbij zijn bemiddeling in welke vorm dan ook, direct of indirect, te verlenen.
2.3. De onderneming van [B] bestaat uit twee bedrijfsonderdelen, de afdeling Bekistingstechniek en de afdeling Bouwmachines. Binnen de afdeling Bekistingstechniek vinden de verkoop en verhuur van betonbekisting en verbruiksmateriaal alsmede het tekenen van bekistingsontwerpen plaats. Op de afdeling Bouwmachines worden bouwmachines verkocht en vindt tevens onderhoud en reparatie van bouwmachines plaats. [A] is gedurende zijn dienstverband bij [B] werkzaam geweest op de afdeling Bekistingstechniek.
2.4. [B] maakt onderdeel uit van een groep vennootschappen die nauw met elkaar verbonden zijn. Dit betreft de zustervennootschappen [J] (hierna: [J]), [K] (hierna te noemen: [K]) en [L] (hierna: [L]), alsmede moedervennootschap [M] (hierna: [M]) en [N] (hierna te noemen: [N]), dat 100% van de aandelen in [M] houdt. De administratie/boekhouding voor de groepsvennootschappen wordt centraal binnen de groep gedaan, bij [B]. De feitelijke boekhoudingen van de verschillende vennootschappen zijn evenwel gescheiden. De directiefunctie in de groepsvennootschappen wordt telkens door dezelfde personen vervuld.
2.5. [K] is eigenaar van alle betonbekistingen en mechanische bedrijfsmiddelen en toebehoren die door [B] worden verkocht of verhuurd. [K] neemt investeringen in kapitaalgoederen voor haar rekening en houdt voorraden aan. [B] richt zich op verkoop, verhuur en onderhoud.
2.6. [B] heeft op 26 juni 2012 bij UWV Werkbedrijf op bedrijfseconomische gronden ontslagaanvragen ingediend voor een vijftal werknemers, waaronder [A]. De te vervallen functies betreffen die van de drie vertegenwoordigers bekisting (te weten: [A], [O] en [P]), één administratief medewerker inkoop/verkoop en het hoofd verkoop binnendienst.
2.7. In de ontslagaanvragen voert [B] onder meer het volgende aan:
"(…) De resultaten van [B] zijn in 2009 onder druk komen te staan als gevolg van een terugval in omzet en een daling van de marges. Oorzaak daarvan ligt in de economische recessie, waardoor er minder bouwactiviteiten plaatsvinden. Eerder al, in 2010, kwam als gevolg van de terugval in omzet het bedrijfsonderdeel 'Bouwmachines' in de verliezen terecht. Omdat de signalen in de markt in relatie tot het bruto-omzetresultaat binnen het bedrijfsonderdeel 'Bouwmachines', destijds verontrustend te noemen waren heeft [B] eind 2010/begin 2011 binnen dit onderdeel een aantal bezuinigingsmaatregelen getroffen, bestaande uit een inkrimping in het vaste en tijdelijke personeel met in totaal 3 arbeidsplaatsen.
Daarnaast zijn in 2011 binnen [B] in de exploitatie van de onderneming nog een aantal bezuinigingen doorgevoerd, bestaande uit:
- het terugbrengen van de kosten van het wagenpark;
- een wijziging in energieleverancier waardoor een besparing op energiekosten kon worden gerealiseerd
- een wijziging in telefonievoorziening, waardoor een besparing kon worden gerealiseerd.
[B] had de verwachting dat met de reorganisatie 2010/2011 in combinatie met de doorgevoerde bezuinigingen in de exploitatie, de negatieve gevolgen van de dalende trend van de omzet in voldoende mate zou kunnen worden opgevangen.
Helaas heeft [B] begin 2012 moeten vaststellen dat de markt niet is aangetrokken en dat de omzet van de beide bedrijfsonderdelen in 2011 verder is weggezakt, met als gevolg dat het verlies van [B] in 2010, een bedrag van € 350.856,-, in 2011 verder is opgelopen tot een bedrag van € 389.621,-.
Deze omzetdaling lijkt structureel te zijn. Niet alleen zijn als gevolg van de recessie minder klanten/opdrachtgevers overgebleven en zijn er minder opdrachten, maar ook is het gemiddelde orderbedrag per klant/opdrachtgever de afgelopen jaren structureel lager geworden. En dat niet alleen, de slechte bedrijfsresultaten worden eveneens veroorzaakt door een daling van de marges. Als gevolg van de economische recessie is de concurrentie toegenomen, waardoor de marges onder druk zijn komen te staan en steeds verder teruglopen. Inbijlage 2wordt een overzicht van het totale maandelijkse omzetverloop binnen [B] gegeven over de eerste vier maanden 2010, 2011 en 2012. [B] heeft op dit moment geen enkel concreet vooruitzicht op herstel.
Alhoewel het slechte resultaat wordt veroorzaakt door een terugval in omzet in alle bedrijfsonderdelen, is vooral de omzet in 'Bekistingstechniek' in de eerste vier maanden van 2012 dramatisch onderuit gegaan.
Weliswaar is [B] erin geslaagd om in de krimpende markt de omzet binnen verhuur van bekisting nog op peil te houden, maar de marges op verhuur zijn vanwege de 'moordende concurrentie' beneden het gewenste niveau gedaald. Vorenstaande heeft tot gevolg gehad dat het verlies in het bedrijfsonderdeel 'Bekistingstechniek' nagenoeg verdubbeld is ten opzichte van dezelfde periode in 2011. Werd in de eerste vier maanden van 2011 in het bedrijfsonderdeel 'Bekistingstechniek' een verlies van € 70.000,- geleden, over de eerste vier maanden van 2012 is een verlies geleden van € 133.000,-. (…)
Gezien de slechte vermogens- en liquiditeitspositie van de onderneming, kan [B] de situatie niet langer laten voortbestaan. Op grond van vorenstaande ziet [B] zich genoodzaakt de bedrijfskosten op korte termijn te verlagen door (opnieuw) in het vaste personeel in te krimpen, dit keer binnen het bedrijfsonderdeel 'Bekistingstechniek'. Op die manier kan voorkomen worden dat de bestaande verliezen steeds verder oplopen en de onderneming binnen afzienbare tijd in onoverkomelijke financiële moeilijkheden terechtkomt en de continuïteit in het geding komt.
Met de voorgestane bezuinigingen zal een besparing gerealiseerd worden van circa
€ 315.907,- op jaarbasis (zie berekeningbijlage 4). Het betreft de brutolonen incl. werkgeverslasten alsmede overige daarmee verband houdende kosten.
(…)Na een zorgvuldige afweging van feiten en omstandigheden heeft [B] besloten dat inkrimping door middel van opzegging met ontslagvergunningen zal plaatsvinden en wel in de volgende functies
- vertegenwoordiger bekisting (ontslagvergunning 3 personen)
- administratief medewerker inkoop/verkoop (ontslagvergunning 1 persoon)
- hoofd verkoop binnen (ontslagvergunning 1 persoon)
(…)
Onderstaand volgt een nadere toelichting per functie en afdeling.
Verkoop bekistingstechniek
Naast de eigenaar/directeur zijn binnen de afdeling verkoop 3 medewerkers werkzaam in de functie van vertegenwoordiger bekisting en wel in de regioverdeling Zuid, Midden en Noord. Alhoewel iedere vertegenwoordiger een eigen werkgebied/regio heeft, moet worden vastgesteld dat de 3 functies onderling uitwisselbaar zijn. De functie van vertegenwoordiger bekisting is overigens niet onderling uitwisselbaar met andere functies binnen de onderneming, vanwege opleiding en ervaring.
De taken van de vertegenwoordigers op het gebied van projectbegeleiding en relatiebeheer van grotere opdrachtgevers en prospects door de eigenaar/directeur worden overgenomen.
Daarnaast zal de eigenaar/directeur in samenwerking met het hoofd tekenkamer de afhandeling van digitaal geplaatste aanvragen en orders op zich nemen. Het hoofd tekenkamer had deze taak al gedeeltelijk en voor een uitbreiding is geen verdere urenuitbreiding nodig.
Herplaatsingsmogelijkheden
Na de reorganisatie in 2010/2011, gevolgd door de nu voorgestane reorganisatie, is de organisatie dusdanig gekrompen dat [B] tot de conclusie is gekomen dat interne herplaatsing niet tot de mogelijkheden behoort.
[B] heeft de mogelijkheden van herplaatsing bij een met [B] gelieerde onderneming onderzocht. Echter, ook de met [B] gelieerde onderneming geconfronteerd wordt met een structurele terugval in omzet, zodat moet worden vastgesteld dat de voor ontslag voorgedragen medewerkers op dit moment niet kunnen worden herplaatst. Mocht de situatie de komende maanden wijzigen en binnen [B] of de met [B] gelieerde onderneming een vacature voordoen die passend is voor een van de voor ontslag voorgedragen medewerkers, dan zal die zeker aan de medewerkers die het betreft worden aangeboden.
(…)
[B] realiseert zich dat er sprake is van een vervelende situatie voor de betreffende medewerkers, doch de beslissing tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt bezien volkomen gerechtvaardigd en in redelijkheid kan van [B] dan ook geen langere voortzetting van het dienstverband worden verlangd.
Op grond van de geschetste feiten en omstandigheden verzoek ik u namens [B] derhalve, wegens bedrijfseconomische redenen, toestemming te verlenen voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst van de voor ontslag voorgedragen medewerkers. (…)"
2.8. [B] heeft haar personeel vervolgens bij e-mail van 27 juni 2012 onder meer het volgende bericht over de ontslagaanvragen:
“Helaas hebben wij een dramatische beslissing moeten nemen om voor een 5-tal collega’s bij [B] ontslag aan te vragen.
Hedenmorgen heb ik de betreffende heren dit moeten vertellen.
De malaise in de bouw heeft ook bij [B] zijn gevolgen, en dan met name in het bekistingsgedeelte.
(…) Er is ontslag aangevraagd voor:
[Q], [R], [O], [A] en [P].
Alle bovengenoemde heren blijven werkzaam tot 1 september. (…).
2.9. Bij brief van 10 juli 2012 heeft [B] aan [A] medegedeeld dat hij met onmiddellijke ingang is vrijgesteld van arbeid met behoud van loon. Daartoe stelt [B] in deze brief onder meer:
“(…) U wordt geacht het visitekaartje van ons bedrijf te zijn en de belangen van [B] optimaal te behartigen. Gezien het gegeven dat u inmiddels te kennen heeft gegeven het ontslag aan te gaan vechten, kan van u niet langer worden verwacht dat u de vereiste motivatie opbrengt om uw functie op de juiste wijze te vervullen. In dat kader bent u met onmiddellijke ingang vrijgesteld van uw verplichting om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten totdat de arbeidsovereenkomst zal zijn beëindigd. Uiteraard vindt deze ontheffing plaats onder doorbetaling van loon.
De onkostenvergoeding en de kantoorvergoeding zullen met ingang vanaf vandaag gestopt worden omdat u geen werkzaamheden voor [B] meer verricht. Ook heeft u per vandaag niet meer de beschikking over de auto van de zaak zoals contractueel vastgelegd in de arbeidsovereenkomst.
Wel dient u op afroep beschikbaar te blijven voor werk en voor het overdragen van projecten. (…)”
2.10. [A] heeft in de procedure bij UWV Werkbedrijf verweer gevoerd tegen de aangevraagde ontslagvergunning. Hierna heeft [B] bij brief aan UWV Werkbedrijf van 1 augustus 2012 op dit verweer gereageerd. In deze brief meldt [B] onder meer: