In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 februari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, wonende te [plaats], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Coevorden, waarbij alle gebouwen op hun percelen voor een periode van drie maanden zijn gesloten wegens overtreding van de Opiumwet. De sluiting ging in op 3 februari 2014 en eindigde op 3 mei 2014. Verzoekers hebben op 10 februari 2014 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening zijn dat het besluit onbevoegd is genomen en dat de sluiting van het pand onterecht is.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om op te treden bij overtredingen van de Opiumwet in woningen of lokalen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de burgemeester het besluit van 29 januari 2014 heeft bekrachtigd en dat het besluit bevoegd is genomen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de aangetroffen hoeveelheid hennepplanten op de percelen, die aanzienlijk hoger was dan de toegestane hoeveelheid voor eigen gebruik, voldoende grond biedt voor de sluiting van het pand.
De voorzieningenrechter heeft het beleid van de gemeente Coevorden, dat bij een eerste overtreding van de Opiumwet sluiting voor drie maanden voorschrijft bij een handelshoeveelheid van meer dan 20 hennepplanten, niet kennelijk onredelijk geacht. Dit beleid is gericht op het terugdringen van de productie van softdrugs en het verminderen van drugscriminaliteit. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de burgemeester in dit geval terecht heeft besloten tot sluiting van het pand, omdat dit noodzakelijk was om de negatieve effecten van de hennepteelt te bestrijden. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de voorzieningenrechter heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.